Een waanzinnige route door Bhutan: het enige CO2-negatieve land ter wereld

Eerlijk: weinig regio’s in Bhutan zijn níet de moeite waard, gezien het koninkrijk als geen ander zijn culturele DNA weet te behouden. Bhutan wil massatoerisme voorkomen, de natuur beschermen en de oorspronkelijke cultuur intact houden. Het boeddhistische koninkrijk heeft om die reden een dagtarief ingesteld voor reizigers om de instroom van buitenaf kunstmatig te beperken. Hoe hoog dat dagtarief is en waar je nog meer rekening mee moet houden, leggen we hier uit.  

Nienke maakte een reis van twee weken en bezocht daarbij de volgende bestemmingen:

Beginpunt van de route is Paro, waar het vliegveld zich ook bevindt. De stad Paro in Bhutan telt maar twintig duizend inwoners. Toch is het een van Bhutans belangrijkste steden. Gelegen in de Paro-vallei in het Himalaya-gebergte is Paro namelijk de enige stad in Bhutan met een internationale luchthaven. Grote kans dus dat je het land betreedt en weer verlaat via de stad. Paro en de omliggende vallei zijn van historisch belang voor het land. Toch is het centrum pas in 1985 gebouwd. De straten hier worden dan ook gekenmerkt door relatief nieuwe, maar vooral erg kleurrijke gebouwen, smalle straten en leuke winkels.

Deze pas ligt op 3988 meter hoogte en is daarmee de hoogst berijdbare weg in Bhutan. Deze smalle geasfalteerde bergweg kronkelt door dichte sparren-, lariks- en dennenbossen, langs weelderige valleien en prachtige surreële uitzichten. Onderweg kom je ongetwijfeld gebedsvlaggen tegen, die vooral de top van de berg massaal versieren. Deze weg verbindt de Paro-vallei met de minder bekende Haa-vallei. Op heldere dagen heb je hier prachtig uitzicht op twee heilige bergen: de Jomolhari en Jichu Drake. Dichterbij dan dit zal je niet komen tot deze bergen. Omdat ze heilig zijn, is het namelijk illegaal ze te beklimmen.

Hoofdstad Thimphu ligt hoog in de bergen van de Himalaya. De stad telt iets meer dan honderdduizend inwoners en is daarmee een van de allerkleinste hoofdsteden ter wereld. Misschien wel het belangrijkste gebouw van Thimphu is de Thimphu Chorten. Dit enorme boeddhistische bouwwerk is bijna vanuit de hele stad zichtbaar en gebouwd ter nagedachtenis aan de derde koning van Bhutan. Boeddhisten lopen vaak maar liefst 108 keer om de tempel heen met een gebedsmolen in de hand. Zij zien rond het gebouw veel verschillende vlaggen hangen die mooi afsteken tegen de witte Chorten.

Een andere plek die je niet mag missen is Taktshang, oftewel Tijgersnest. Dit klooster is een van de meest spirituele plekken van het land. De legende luidt dat op deze plek Guru Rinpoche het boeddhisme Bhutan in heeft gebracht. Dat deed Rinpoche op de rug van een tijger. Het klooster is hoog tegen een rots aan gebouwd en het is dan ook een behoorlijke klim naar boven. De wandeling naar de tempel kost je minimaal twee uur.

Tot 1955 was Punakha de ‘winterhoofdstad’ van Bhutan. ’s Winters wordt het hier namelijk minder koud dan in andere delen van Bhutan, waardoor de stad voor veel Bhutanezen een aantrekkelijke plek was om te overwinteren. De vallei ligt tussen de twee rivieren Pro Chhu en Mo Chhu. Bij het samenkomen van deze rivieren vind je de Punakha Dzong: een van de oudste tempels van het land. Tegenwoordig worden hier vooral administratieve zaken van Punakha geregeld.

Achter de Punakha Dzong lopen meerdere mountainbikeroutes. Via deze routes of via wandelroutes kan je op weg naar andere omliggende tempels. Op tien kilometer afstand vind je bijvoorbeeld Chimi Lhakhang oftewel de vruchtbaarheidstempel. Maar bezoek ook vooral de Khamsum Yulley Namgyal-tempel, waar je ontzettend mooie uitzichten over de aangrenzende vallei hebt. Maar een nog mooier uitzicht - namelijk over heel Punakha - krijg je na een uur hiken vanaf deze tempel. Naast wandelen en mountainbiken is er meer actie in de oude stad te vinden. Zo kan je raften over de rivieren, door de vallei heen.

In 2003 verklaarde Bhutan de Phobjikha-vallei tot beschermd natuurgebied. De vallei biedt namelijk toevlucht aan dertien verschillende bedreigde diersoorten. Een hiervan de sneeuwluipaard, die slechts zelden afdaalt uit de Himalayatoppen. De kans om dit dier te zien is daarom nihil. Maar laat dit je niet tegenhouden om toch de vallei te bezoeken. In de omgeving zijn namelijk verschillende wandelingen uitgezet. Hier zie je uitzichten die direct duidelijk maken waarom de Phobjikha-vallei tot gelukkigste plek van Bhutan is bekroond. En kom je geen wilde kat tegen, dan kan je je in ieder geval nog laten troosten door iets minder wilde honden.

Je kan kiezen tussen verschillende dagtochten, variërend in lengte van anderhalf tot zeven uur. Zo is er de circa zes uur durende tocht naar het indrukwekkende Paro Taktsang-klooster op de rand van een klif. Het pad naar boven is aldoor stijgend, dus doe het rustig aan. Dit is echter geen straf, want zo kan je optimaal genieten van het overweldigende uitzicht over de vallei. Tip: neem snacks mee voor de zwerfhonden die je ongetwijfeld naar boven volgen.

Heb je iets meer tijd? Kies dan voor de drie dagen durende Gangtey-trekking. Die voert je langs afgelegen dorpen, heldere bergmeren en prachtige boeddhistische bouwwerken. De overnachtingen op meer dan drieduizend meter hoogte zorgen voor fantastische uitzichten. De beste tijd om deze hike te doen is tussen maart en juni en tussen september en november. Welke tijd je ook kiest om je wandelschoenen aan te trekken, zorg er wel voor dat je altijd een jas bij je hebt. Het weer in de Phobjikha-vallei is namelijk erg wisselvallig.