Huib Modderkolk, onderzoeksjournalist bij De Volkskrant, neemt ons in Niemand die het ziet mee in de wereld van de geheime inlichtingenoperaties. Hij probeert de onzichtbare dreiging zichtbaar te maken. Maar dat is nog niet zo simpel.
'Het was een verzoek waar ik even over moest nadenken', vertelt Modderkolk bij Spijkers met Koppen over het moment dat filmmakers hem benaderen voor deze serie. 'Je hebt journalistiek, je hebt onderzoeksjournalistiek en je hebt onderzoeksjournalistiek bij geheime diensten. Dan praat je met mensen die je iets moeten vertellen - namelijk geheimen - dat ze eigenlijk niet mogen vertellen. Daar zit heel veel voorzichtigheid omheen.'
Het is een spannend proces geweest, volgens Modderkolk. 'Ik ben heel blij dat het nu naar buiten komt. We hebben dit twee jaar lang gedaan en dat was niet altijd leuk. Het was moeilijk, ingewikkeld, maar ook waanzinnig spannend. En we zijn heel ver gekomen. (...) terwijl je met zo'n onderzoek bezig bent – niet wetende waar je uitkomt – zijn er zeker momenten dat ik de kriebels krijg en achterom kijk. Dat ik me tijdens het hardlopen heel bewust ben van wie er achter mij loopt of wie er verderop staat met een grote camera. Die persoon is waarschijnlijk helemaal niet met mij bezig, maar ik zie het wel. En dat is niet altijd makkelijk, of leuk.'
Het kost hem meerdere jaren om het vertrouwen van iemand te winnen voordat deze persoon zo'n geheim met hem deelt. Laat staan voor een camera: 'Ook dat gaat niet zomaar (...) deze wereld is sowieso al spannend, maar [het maken van deze serie] was extra spannend omdat er ineens een cameraploeg mee ging kijken. Daar moet wel een vertrouwen ontstaan.'
Zodra Modderkolk iemand ging interviewen moest er daarom een hele hoop op touw worden gezet. De cameraploeg en andere mensen, zoals bijvoorbeeld die in een hotel waar de opnames plaatsvonden, mochten niet weten wie de persoon in kwestie was. 'Ik wist dat natuurlijk wel', aldus Modderkolk. Dat ging dan ongeveer zo: 'De persoon moest naar het hotel worden gebracht, waarbij de kamer uiteraard werd geboekt onder een andere naam. Bij de receptie mochten ze niet weten dat deze persoon zou komen; die is daar met een jas over zijn hoofd binnengebracht.' Eenmaal bij de hotelkamer moest de cameraploeg de kamer verlaten, waarna de persoon een masker op kon doen en vervolgens de cameraploeg de ruimte weer kon betreden. En bij het vertrek: datzelfde maar dan andersom.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!