Jaïr (24) is een kind van de Toeslagenaffaire
© Wijnanda Duits
Jaïr van den Essenburg (24) voelt de grote impact van het Toeslagenschandaal, waarin zijn moeder een van de gedupeerden is. Het is nu drie jaar na het aftreden van kabinet-Rutte III vanwege het rapport over de Toeslagenaffaire. Wat is er sindsdien veranderd voor Jaïr en zijn moeder? Hoe gaat het met hem?
Jaïr is pas negen jaar oud als hij merkt dat er thuis minder eten op tafel staat. Zijn moeder wordt door de Belastingdienst bestempeld als fraudeur. Haar toeslagen worden stopgezet en volledig teruggevorderd. De schulden lopen op en het gezin verhuist in 2015 naar België in de hoop op een nieuw begin. Hoewel de deurwaarders daar wegblijven, blijft de Belastingdienst het gezin achtervolgen. Jaren later blijken de schulden onterecht. Ondanks meerdere gewonnen zaken heeft de moeder van Jaïr vier jaar later nog niets teruggekregen.
‘Een energiek, vrolijk en nieuwsgierig kind. Altijd met een lach. Ik dolde heel wat af en zag het leven als één groot feest.’
‘Hetzelfde, maar dan met een paar deukjes. Ik kan nog lachen; dat heb ik me nooit laten afnemen. Het is heftig geweest. Er zijn tijden geweest dat ik niet heb kunnen lachen. Ik moest heel snel volwassen worden.’
'Ik moest stoppen met voetbal omdat we de contributie niet meer konden betalen'
Op zijn twaalfde neemt Jaïr een krantenwijk om zijn moeder financieel te ondersteunen. Terwijl leeftijdsgenoten kattenkwaad uithalen of snel geld verdienen met criminele activiteiten, blijft Jaïr op het rechte pad. Hij wil zijn moeder niet nog verder in de problemen brengen.
‘Ik heb veel dromen moeten opgeven, dat blijft pijnlijk. Zo moest ik stoppen met voetbal omdat we de contributie niet meer konden betalen. Op school werd ik gepest en raakte ik mijn vrienden kwijt. Ik heb al jong geleerd om niet iedereen te vertrouwen. Dat zit nog steeds in mij. Als mensen me willen helpen, vraag ik me af wat hun woord waard is.'
In België laat Jaïr zien dat hij meer in zijn mars heeft dan zijn lage schooladvies uit Nederland doet vermoeden. Ondanks de moeilijkheden thuis werkt hij hard en behaalt hij zijn diploma, die nu in de gang hangt als blijk van trots.
‘In België was het lastig om me aan te passen aan de mentaliteit. Tegelijkertijd wist niemand wat ik had meegemaakt, dus kon ik doen alsof alles goed ging. Ik hoefde geen verantwoording af te leggen.’
‘Ik wilde jongeren helpen – daarom heb ik een stichting opgezet waarmee ik jongeren workshops aanbied op het gebied van multimedia; allemaal gratis en vrijblijvend. Ook ben ik meer van mijn verhaal als gedupeerd kind gaan delen. Ik maakte een podcast en deed mijn verhaal in de documentaire Kind van het Toeslagenschandaal.’
'Ik zal altijd het kind blijven van het Toeslagenschandaal'
‘Ik had lang last van schaamte. Maar of ik nu 24 of 54 ben; ik zal altijd het kind blijven van het Toeslagenschandaal. Dat moet ik accepteren, hoe lastig ook. Het heeft geholpen om daar veel met mijn moeder over te spreken. Het is een hele stap geweest, maar wel een goede. Je hoort veel verhalen over ouders – en terecht, want het gaat ook om hen – maar die verhalen bestaan niet zonder kinderen. En die kinderen hoor je nauwelijks. Ik vertel mijn verhaal daarom ook niet voor mezelf; het gaat niet om mij. Het gaat erom dat het een verhaal is dat verteld moet worden.’
‘Heel veel trauma’s, schaamte en onzekerheid. Ze moeten vaak dromen loslaten, niet door iets als een knieblessure, maar vanwege financiën die niet eens hun schuld zijn. Daarnaast worstelen jongeren met schulden.’
‘Ik ben lange tijd bang geweest om geld uit te geven. Dat heb ik nu niet meer. Maar wel wil ik – en dit klinkt absurd – als ik ergens naartoe ga, het duurste op de menukaart kunnen betalen, anders wil ik er niet heen. En als ik iets koop, dan moet ik het drie keer kunnen kopen. Niet omdat ik spullen wil hebben, maar omdat ik het gevoel wil hebben dat ik het kan. Dit jaar heb ik mijn droomauto gekocht, waar ik heel lang voor heb gespaard.’
Jaïr
© Wijnanda Duits
‘Het geeft wel weer hoe heftig de situatie waarin ik opgroeide eigenlijk was. Zij komen van school, maken huiswerk, spelen op hun Nintendo Switch, eten, douchen en gaan slapen. Dat was voor mij totaal anders. Ik vind het geweldig dat zij dat allemaal hebben; zij moeten alles krijgen wat ik niet heb gehad. Daar doe ik alles voor. Het heelt mij om naar hun leven van nu te kijken.’
‘De afwikkeling is ellendig, vooral voor jongeren. Jongeren worden vergeten; er is te weinig aandacht en beslissingen worden genomen zonder dat wij aan tafel zitten. Waarom kwam het schuldhulpaanbod pas in 2023, terwijl in 2022 al duidelijk was dat jongeren te maken hadden met schuldenproblematiek? Dit leidt tot extra stress en laat zien dat de overheid steeds achter de feiten aanloopt. Die 10.000 euro (kinderen van gedupeerde ouders kregen maximaal 10.000 euro via de kindregeling, red.) bijvoorbeeld, wat is dat nou? Veel jongeren zitten met enorme schulden. Zelf had ik ook een schuld bij DUO. Een groot deel heb ik inmiddels afgelost, maar het voelt oneerlijk.’
‘Veel mensen begrijpen niet hoe erg het nog steeds is. Daarom is deze serie zo belangrijk. Die laat zien hoe groot de problemen zijn. Mensen weten niet dat het herstel veel langer duurt dan nodig, en dat wij, jongeren en ouders, elke dag opnieuw moeten vechten om gehoord te worden. Ze zien niet hoe groot de mentale en financiële impact is op gezinnen.’
‘Mijn eerste gedachte zou zijn: schrap alles en begin opnieuw, want dit is het gewoon niet. Er gaan miljoenen naartoe, dus geld is niet het probleem. De uitvoering kost meer dan dat de compensatie in totaal zou moeten kosten. Als je bijvoorbeeld iedereen drie ton had gegeven, was je nog goedkoper uit geweest dan met het optuigen van al die organisaties. Maar als het draait om herstel voor ouders of jongeren, dan moet elke komma verantwoord worden.'
'De overheid moet eerst laten zien dat zij te vertrouwen is'
'Het probleem is dat er geen vertrouwen is. Niet in de gedupeerden, en niet in het proces. Terwijl herstel alleen mogelijk is met vertrouwen. De overheid moet eerst laten zien dat zij te vertrouwen is, voordat we überhaupt vertrouwen kunnen krijgen.’
‘Dat jongeren geloven in zichzelf. Geloof dat de situatie waarin je zit niet permanent is. Vertrouw op de dingen die jij kunt vertrouwen. Want ik kan niet zeggen dat ik hoop dat de overheid alles gaat oplossen; dat vertrouwen heb ik niet. Ik denk dat het bij jongeren ligt: zij moeten opstaan, zich uitspreken en in hun eigen kracht geloven.’
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!