Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?

Johan Fretz: 'Liever strijdend ten onder, dan schaapachtig toekijken' | What's Right

25-05-2025
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
842 keer bekeken
  •  
5-what-sright-keerpuntenophetbinnenhof-johanfretz-frenkiemedia

In de BNNVARA-serie What’s right onderzoekt opiniemaker en documentairemaker Johan Fretz de fundamenten van onze verzorgingsstaat, in gesprek met politieke tegenpolen. Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen? En is het tij nog te keren?

In interviews heb je verteld over je roerige jeugd, iets waarover je ook meermaals hebt geschreven.

In de loop der jaren heb ik er veel over gezegd. Het was een bewogen jeugd, maar nu ik zelf vader ben van twee jonge kinderen, merk ik ook dat ik mijn ouders dankbaar ben voor hun liefde en voor het kweken van mijn nieuwsgierigheid. Veel mensen in mijn omgeving zijn opgegroeid in een veilig middenklasse milieu. Ik niet, maar dat heeft me denk ik wel heel veel veerkracht gegeven. Misschien is dat van de nood een deugd maken. Ik ben een vechter: mij krijg je niet klein. In mijn film What’s left zit het laatste belangrijke gesprek met mijn vader vlak voor hij stierf, heel bijzonder. Hij zei: ‘Let op je karakter, dat je niet te veel doorslaat.’ Na zijn dood is dat juist gebeurd, natuurlijk, maar nu ben ik weer geland.’

Geprivilegieerde mensen hebben allerlei vinkjes die hen levenslang voordeel kunnen bieden. Jij hebt armoede meegemaakt: voor een links iemand kan dat dus een vink zijn.

Ik denk vooral dat staan voor collectiviteit, iets dat ik van huis uit heb geleerd, een linkse vink is. Solidariteit is tegenwoordig een holgeworden begrip, maar voor mij gaat het daar wel om. In de tijd van Joop den Uyl was er een streven naar ‘opwaartse mobiliteit’, dat kinderen in een andere beroepsklasse terechtkwamen dan hun ouders. Dat tijdperk van verheffing zorgde ervoor dat kinderen van de arbeidersklasse inmiddels behoren tot de hoogopgeleide klasse. Je zou kunnen zeggen: wauw, dat kon dus inderdaad! Maar eigenlijk heeft het daarnaast volgens mij tevens geleid tot het tegenovergestelde. Want de middenklasse die uit de opwaartse mobiliteit voortkwam, voelt zich vaak niet meer solidair met het milieu waaruit ze kwamen. Ze dachten: nu ik ook een huis heb, is de de hypotheekrenteaftrek voor mij dus erg belangrijk. En daarnaast raakte de nieuwe werkende klasse vervreemd van een samenleving die opklimmen als heilig zag en daarmee impliciet neerkijk op praktische arbeid.

Jij bent ook naar de middenklasse gegaan.

Ja, nogal, ik zit in de hoogste belastingschaal en ben inmiddels huisbezitter. Ik ben een schrijvende zzp’er. Toen mijn zoon werd geboren, betaalden mijn vriendin en ik 1.500 euro voor een huurhuis. Dat zou nu 2.000 euro zijn geweest, voor een ruimte van 60 m2. Dat is niet toekomstbestendig. Door haar baan heeft zij een pensioen, ik niet, dus ik dacht: tijd om een huis te kopen, daar ben ik trouwens helemaal niet op tegen. Voor Joop van Uyl was het een van de idealen voor arbeiders om een eigen huisje te bezitten. Maar als je dan een huisbezitter bent, kom je – in het systeem dat we hebben opgetuigd – aan de kant te staan van de mensen die slapend rijk worden. Toen wij recent weer gingen verhuizen, bleek dat huis in vijf jaar tijd tweeënhalve ton meer waard te zijn geworden. Daarin zit een fundamentele ongelijkheid vergeleken met mensen die nog steeds moeten huren. Wat mij betreft gaat de erfbelasting een stuk omhoog en schaffen we de hypotheekrenteaftrek vandaag nog af.

Maar dat is dan tegen jouw persoonlijke belang in.

Het heeft te maken met het idee van collectiviteit. Gelukkig zijn er nog steeds heel veel hoogopgeleide mensen die wel practice what they preach. Ik heb nog steeds een maakbaarheidsgeloof, het idee dat we de samenleving beter kunnen maken door collectief belang en wederkerigheid als uitgangspunt te nemen. Dat is niet soft, maar gaat over het streven naar een collectief welzijn dat je hard nodig hebt om in relatieve harmonie samen te leven. Veel rechtse mensen denken heus niet per se ‘stik er allemaal maar in’, maar ze omarmen het idee dat je burgers zo vrij mogelijk moet laten om zelf hun zaakjes op orde te brengen. Ze staan niet sadistisch op, denk ik, maar het effect is te verwoestend voor te veel mensen.

In de nieuwe vierdelig BNNVARA-serie What’s rightsprak je onder meer met Ab Klink, Ed Nijpels, Henk Kamp, Hilbrand Nawijn en andere lieden die niet per se in de linkerhoek zitten. In jouw eerdere documentaire, What’s left, zocht je naar een antwoord op de vraag hoe links haar idealen verloor en daarmee haar achterban kwijtraakt. Wat wil je met What’s right?

Iedereen uitnodigen een compleet beeld te krijgen van de problemen in dit land. Zonder hijgerige ruis. We merkten dat What’s left het heel goed deed bij jonge mensen. In 2022 was het een van de best gestreamde films bij NPO Start. Als ik bijvoorbeeld een TikTok-fragment postte over Joop den Uyl, werd dat zeshonderdduizend keer bekeken. Jonge mensen verlangen naar historisch besef. Wij dachten: waarom maken we geen vervolgserie over de fundamenten van de verzorgingsstaat, over waarom wonen onbetaalbaar is geworden, over arbeidsrechten die onder druk staan en over de verharding van het asielbeleid? Om te weten waar je heen moet, moet je weten waar je vandaan komt, hoe we hier zijn beland.

ednijpels-what-sright-keerpuntenophetbinnenhof-frenkiemedia-2

Mooi onderwerp.

Omdat What’s left het dus zo goed deed onder jongeren, hebben de mensen van NPO 2 en BNNVARA ook echt voor ons project gestreden… dat is niet vanzelfsprekend bij de NPO. Ik weet niet of ik dit nu moeten zeggen, want het kan ook tegen me werken, maar ik ga het toch doen. Ik verbaas me er bij sommige andere loketten bij de NPO over hoe extreem men meegaat in de totale infantilisering van het publiek. Dat het allemaal altijd nog platter moet, uit angst dat mensen anders afhaken. Wat dus onzin is. De vorm van veel dingen is te vaak te highbrow, maar in Hilversum trekt men juist de conclusie dat de inhoud te elitair is. 600K views van pubers, per fragment op TikTok, over de sociaaldemocratie! En dan hoor je soms als je een idee pitcht ‘haal die Arabische Lente er maar uit, anders haakt Gen Z af volgens het algoritme’. Hef jezelf dan gewoon meteen op. Weinig dingen zijn tergender dan dumbing down uit pleaserigheid. Laten we strijden voor een NPO met lef en fantasie, waarin mensen, zeker jonge mensen, serieus worden genomen! Je kunt klagen dat je wordt gesaneerd door populisten, maar als je zelf ook alleen nog maar beredeneert vanuit cijfers en massa, verdien je die bezuiniging gewoon.

En wat leer je dan van iemand als Henk Kamp, die politiek toch verre van jou staat?

Ik heb mezelf moeten dwingen te onderzoeken waar hij vanuit vertrekt, in plaats van hem te confronteren met mijn morele oordeel. Henk Kamp vertelde mij in onze serie dat hij de politiek in is gegaan omdat hij in de Koude Oorlog bang was dat de democratie zou verdwijnen. Dan voel je opeens: oh ja, dat is zijn vertrekpunt. Tegelijkertijd wilde hij op migratie notabene verder gaan dan ex-LPF minister Nawijn. Ik laat het oordeel deze keer aan de kijker. Martin Luther King zei: ‘Ik ben niet vrij totdat jij vrij ben’, dat is de kern van wederkerigheid en collectiviteit. In een gemeenschap geldt: uiteindelijk is iedereen bepalend voor mijn geluk. Je kunt je niet afsluiten van de rest van de gemeenschap en dan gelukkig zijn. Dat is niet rechtvaardig. Voor mij heeft de sociaaldemocratie uiteindelijk ook veel meer gemeen met de christendemocratie dan met het liberalisme.

Oké, ik moet denken aan Pieter Oud, de oprichter van de VVD, die na de oorlog ook mede-oprichter was van de PvdA.

Aanvankelijk was er wel een overlap. ‘Natuurlijk, en Van Mierlo van het links-liberale D66 wilde de PvdA ook al “bij de les houden”. Toen ik studeerde heb ik het sociaal-liberale geluid ook verdedigd tegen oud-links, ik kan het niet ontkennen. Dat was de wind die toen waaide. De polder was de norm. Ik denk dat we het gevoel hadden dat de strijd was beslecht en dat emancipatie, gelijkwaardigheid en de verzorgingsstaat niet meer kapot konden. Het sociaal-liberalisme leek de toekomst. Alleen heb ik, en iedereen met mij, destijds erg liggen slapen, want die liberalisatie zorgde uiteindelijk voor enorme uitholling.

En dat heeft jou inmiddels teruggebracht naar een herwaardering van de christendemocratie?

Heel lang heb ik het CDA gezien als een bijwagen van de VVD: de VVD, maar dan met wat platitudes over fatsoen. In de serie sprak ik met voormalig CDA-minister Ab Klink, het was een van de mooiste gesprekken die ik heb gevoerd, omdat hij heel helder uitlegde hoe de staat zich bij het CDA verhield tot de gemeenschap, het individu en de markt. Die pijlers moeten in hun visie tot een evenwicht komen. Voor de sociaaldemocraten is de markt per definitie het begin van het einde, al bleek dat nogal onderhandelbaar, terwijl voor de liberalen de markt heilig is: geen middel maar een doel. Dus toen sociaaldemocratie en het liberalisme onder paars samen gingen dereguleren en dachten vanuit de slogan ‘geen gezeik, iedereen rijk’, waren Klink en ook Balkenende heel toegewijd bezig met de vraag: hoe kan de christendemocratie de balans in de samenleving herstellen tussen die elementen? Helaas koos Balkenende toen hij aan de macht kwam al heel gauw voor een Lubberiaans beleid: electoraal de VVD aftroeven door te vechten voor de hypotheekrenteaftrek. Nu hebben we Bontebal en misschien komen er wat christelijke kernprincipes terug. Ik vind dat we het CDA een kans moeten geven, maar maak me geen illusies.

coenteulings-what-sright-keerpuntenophetbinnenhof-frenkiemedia-3

Je bedoelt dat de sociaaldemocratie en de christendemocratie weer samen zouden moeten optrekken?

Mijn ideaal zou natuurlijk een knetterlinks beleid zijn. Ik zit niet te wachten om gezellig met het CDA in zee te gaan, maar de VVD moet wel eindelijk weer eens in de oppositie. Het is een polderland. Den Uyl regeerde ook met de KVP. Wie weet. Al vrees ik dat als het CDA ooit weer op veertig zetels staat, ze links weer net zo makkelijk voor de bus gooit.

Links zal voorlopig geen veertig zetels halen. Waar is het de afgelopen tijd misgegaan?

Ik denk dat we niet genoeg hebben terug geknokt tegen de ongelooflijke hitserij en de fascistoïde stijl van rechts, met het kwaadaardige opportunisme van Mark Rutte en nu van Dilan Yesilgöz, die in taal en retoriek nog erger dan Wilders is, omdat het allemaal wordt verpakt in geveinsde vriendelijkheid. We hebben ons vergist in de mate waarin mensen heden ten dage bereid zijn om collectiviteit en solidariteit te omarmen nu de samenleving veelkleuriger is. Natuurlijk heeft deze teloorgang veel meer oorzaken. Er kwam, mede op uitnodiging van Stef Blok, een enorme toevoer van expats, die dertig procent korting op hun belasting kregen en in steden de huizenprijs enorm opstuwden. De woningvoorraad is gewoon verkocht. Tot voor kort konden verplegers en leraren buiten het stadshart voor 800 euro een huisje huren, dat kan gewoon niet meer. En toen ging op een gegeven moment heel klassiek de beschuldigende vinger naar de buitenlanders, asielzoekers, vreemdelingen. Dat was al een poosje zo maar begon toen echt overal en onophoudelijk te klinken. De buitenlanders, de buitenlanders, de buitenlanders. En linkse mensen hielden in groten getale hun mond. Veel bevoorrechte progressieve mensen sloten zich op in hun hagelwitte bubbeltje. Het is rechts gelukt om alle linkse mensen af te schilderen als dat kleine clubje schijn-progressieven, als hypocrieten die havermelk drinken en de problemen van mensen niet zien.

Wat moeten we nu doen?

Veel scherper zijn. Ontmaskeren. Schoppen. Benoemen. Verwarring zaaien. Laatst had Frans Timmermans, eindelijk, in een Kamerdebat met Faber een uitermate scherpe uitval naar Wilders. Hij was terecht erg boos en noemde Faber ‘de grootste prutser die ooit in Vak K heeft gezeten’. Nou, dan moet je daarna dus meteen op TikTok een filmpje plaatsen om tegenwicht te bieden aan fascistische stroom propagandafilmpjes daar. Maar dan hoor ik vanuit bronnen in de PvdA dat ze vinden dat Timmermans als een staatsman moet overkomen, en dus komen ze met een kutfilmpje waarin Timmermans met een sjaal om zegt dat ‘we het samen moeten doen’. We hebben te maken met bloeddorstige fascistische stormtroepen die glashelder zijn over hun intenties, als links moeten we onbevreesd de beuk erin gooien en ook solidair zijn met moedige radical lefties, van oudsher de grootste verzetshelden tegen fascisten en hun gif.’

Zou links wat meer een klootzak moeten zijn?

Absoluut, een klootzak namens ons allen en voor ons allen. Daarmee dwing je ook respect af. En dat bedoel ik overigens niet op een masculiene manier. Links mag ook een rotwijf zijn. Of een bloedirritant non-binair iemand. Een persoon van kloot dan wel kut. We hebben niet te maken met padvinders, maar met intens slechte mensen als Wilders en Faber die bereid zijn zelfs een uitje van jonge asielzoekers naar de Elfteling te ruïneren. We moeten durven om bot te zijn en te strijden voor wat nodig is. Liever strijdend ten onder, dan schaapachtig toekijken hoe alles wordt verkwanseld. Toen de PVV op vijftig zetels stond dacht ik ook wel eens: wat heeft het eigenlijk voor zin? Maar mede door het maken van What’s right voel ik weer dat er veel is om voor te strijden.

Meer over dit onderwerp?

Meer van What's Right?

Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids. Als eerste lezen? Word abonnee of vraag een gratis proefnummer aan.

Delen:
BNNVARA LogoWij zijn voor