Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Moet de behandeling van rookverslaafden vergoed worden?
30-04-2019
•
leestijd 2 minuten
•
111 keer bekeken
•
Een manager van een verslavingskliniek wil dat de klinische behandeling tegen roken in het basispakket komt. Is dat een goed idee?
Erna Ekels heeft vijf versleten wervels en drie nekhernia’s en draagt daarom een brace. En ze rookt, ruim veertig jaar. Dat heeft op zich niets met elkaar te maken, maar er is in dit geval toch een verband: ‘Ik moet geopereerd worden. Maar dat doen de artsen niet zolang ik rook. Ik heb het roken teruggedrongen, van anderhalf pakje per dag, naar vier à vijf sigaretten per dag. Maar het is nog niet voldoende, ze helpen me nog steeds niet. Als ik niet had gerookt, had ik nu al onder het mes gelegen.’
Acht weken lang mag er niet één sigaret gerookt worden. Er mag geen nicotine in Erna’s lijf. ‘Nicotine-zuigtabletten mogen ook niet.’ Tot nu toe lukte het Erna niet om te stoppen.
Drugsverlaafd
Erna zit met andere rookverslaafden bij
Pauw
om te praten over de sigaret. Over hoe lang ze al roken, de klachten die ze kregen en vooral: hoe moeilijk het is om ermee te stoppen. Ze zitten aan tafel omdat Jeroen Hinneman, manager van een verslavingskliniek, een brief aan de Tweede Kamer stuurde: rookverslaafden moeten behandeld kunnen worden om van hun verslaving af te komen. En dat moet vergoed worden, net zoals dat het geval is bij drank- en drugsverslaafden.
De instelling van Jeroen kwam al eerder in het nieuws, omdat daar niet meer mocht worden gerookt. ‘Vanaf dat moment kregen we vragen: 'Jullie doen wat aan roken hoor ik; kun je me helpen? Want ik wil graag opgenomen worden.' Die vraag kwam steeds vaker, en het waren vaak hele schrijnende gevallen. Mensen die alles al geprobeerd hadden, mensen die overal al geweest waren. En ook mensen die ernstig ziek waren. We probeerden die mensen op te nemen, maar dat kregen we niet voor elkaar. Omdat een behandeling niet in het basispakket zit.’
‘Het wordt meer gezien als een slechte gewoonte, niet als een verslaving’, zegt Jeroen. ‘Van een alcohol- of drugsverslaafde hebben we allemaal wel een beeld: een alcoholist met een fles, of een drugsverslaafde in een portiekje. Daar hebben we last van dus moeten we daar zo snel mogelijk iets aan doen. Maar de roker zien we niet. Hij rookt, en hij gaat vrolijk zijn gang. Vanaf hun 55ste beginnen vaak de klachten. Ze verdwijnen achter de voordeur met een zuurstoffles of iets anders. We zien ze niet meer.’
Bedje
Erna zou in ieder geval zeker naar de kliniek afreizen. ‘Als ze zouden zeggen: je kan er morgen heen, dan pak ik absoluut meteen mijn spullen. Zet een bedje voor me klaar, dan ben ik morgen bij je.’