Stacey
© Op weg naar het Lagerhuis
Trigger warning: seksueel misbruik
Stacey de Wit (15) is één van de vijf deelnemers aan de Impact Award van Op weg naar Het Lagerhuis 2025. Ze heeft zelf seksueel misbruik meegemaakt en spreekt hierover.
Stacey de Wit is dertien jaar oud wanneer ze oog in oog komt te staan met een vorm van seksueel misbruik. Jarenlang heeft ze het voor zichzelf gehouden. Nu heeft ze toch de moed verzameld om erover te praten.
Onderaan dit artikel lees je de speech van Stacey.
‘Wat had je aan? Wilde je het echt niet? Heb je wel nee gezegd?’ Dit soort vragen worden er in eerste instantie aan Stacey gesteld wanneer ze haar omgeving vertelt wat haar is overkomen. ‘Dat zorgt er uiteindelijk voor dat je gaat zwijgen en het eigenlijk alleen maar meer opkropt, en het zwaarder maakt voor jezelf’, legt Stacey uit.
‘Je verwacht niet altijd wie de dader zou kunnen zijn’, vertelt Stacey. ‘Het gevoel daarbij is best wel eng. Maar Stacey wil niet meer zwijgen over wat haar is overkomen. Ze wil zichzelf beter gaan voelen. Daarom wil ze met haar speech anderen laten zien dat je over dit onderwerp hoort te kunnen praten: ‘Er zijn echt wel mensen die er voor je zijn en je niet meteen zullen ondervragen.’
‘Ik hoopte echt op een knuffel of een “het spijt me”. Iets waardoor je weet dat je veilig bent, maar dat krijg je niet altijd’, aldus Stacey. ‘Natuurlijk kreeg ik van een paar mensen wel een knuffel of een “het spijt me”, maar vaak genoeg ook niet.’ Hierdoor heeft Stacey zich twee jaar stilgehouden.
Nu - meer dan twee jaar later - zijn de reacties anders: ‘Je kan altijd terecht bij bepaalde mensen, en dat is fijn. Mensen zagen ook in dat ze af en toe de verkeerde vragen hebben gesteld. Maar nu weten ze ook wel dat het een naar gevoel kan geven.’ Dit gaf haar ook het zelfvertrouwen om haar speech te geven: ‘Dat het oké is om erover te praten.’
Volgens Stacey is er weinig respect naar elkaar. Mensen overschrijden de grens bij een persoon door de vragen die ze stellen: ‘Het is echt iets heel heftigs, en het is gewoon niet oké dat er zoveel mensen pijn lijden omdat ze het gevoel hebben dat ze niet kunnen praten over wat ze is overkomen.’
Stacey hoopt dat door haar speech meer mensen hun verhaal durven te vertellen, gesprekken durven te hebben en er voor anderen durven te zijn: ‘Dat mensen weten dat ze iemand beter een knuffel kunnen geven dan vragen stellen. Want wat er gebeurd is, is niet diegene zijn schuld.’
‘Zodra dit je overkomt moet je er met mensen over kunnen praten en niet dat je de stilte in wordt geduwd’, aldus Stacey. Ze wil met haar speech stilstaan bij het feit dat seksueel misbruik iedereen kan overkomen, ongeacht leeftijd, geslacht of de kleding die iemand aan heeft. Daarom vindt ze het belangrijk dat slachtoffers niet meer de schuld krijgen voor wat hen is overkomen: ‘Maar dat er juist naar de daders gekeken gaat worden. In plaats van het slachtoffer de schuld te geven.’
Zijn stem, zijn handen, zijn aanwezigheid. Ik krijg hem maar niet uit mijn hoofd. Je denkt nu misschien dat het weer zo'n tienerliefdesverhaal is. Een verhaal over verliefd zijn, twijfels of een gebroken hart. Maar deze speech gaat niet over liefde. Het gaat niet over twijfelen of emoties. Het gaat over macht en misbruik. Seksueel misbruik. Ik was dertien toen ik oog in oog kwam te staan met seksueel misbruik. Jarenlang hield ik het voor mezelf. Verstopte in stilte, gevangen in schaamte. Tot ik de moed vond om te spreken. Ik hoopte op steun, op begrip, op een simpele het spijt me. Op een knuffel die me zou laten weten dat het niet mijn schuld was. Maar in plaats daarvan kreeg ik vragen naar me toegeworpen. Wat had je aan? Wilde je het echt niet? Heb je wel nee gezegd? Ik was dertien. Te jong om dit te begrijpen. Maar blijkbaar, blijkbaar oud genoeg om de schuld te krijgen. Maar stel je voor, je loopt alleen op straat en iemand steelt je gloednieuwe iPhone 16. Dan zal er niemand aan je vragen, waarom liep je daar alleen? Waarom had je zo'n dure telefoon bij je? Maar als je wordt beroofd van iets veel waardevollers, je veiligheid, je vertrouwen, je grenzen, dan worden er wel opeens vragen gesteld. En die vragen lieten me twijfelen aan wat ik al wist. Het was niet mijn schuld. We moeten elkaar geloven en er voor elkaar zijn, in plaats van elkaar verder de stilte in te duwen. Want zwijgen, dat is in dit geval geen goud. Het is zout in wonden. Het bijt, het brandt en het blijft. We moeten stoppen met het bagatelliseren van seksueel misbruik. We moeten stoppen met wegkijken, stoppen met zwijgen. Want voor elke stem die niet wordt geloofd, is er een slachtoffer dat zich nog eenzamer voelt. Maar onthoud dat wij niet alleen zijn. Want naast ons staan 1,7 miljoen vrouwen en 350.000 mannen, die ook het recht hebben om geloofd te worden. Dus wat doe jij? Blijf je zitten of sta je op? Loop je door of blijf je staan? Blijf je stil of zeg je, ik geloof je?
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!