Persfotograaf en vriendin worden aangevallen in Lunteren, auto door een shovel omgekiept
© Persbureau Heitink
Ter afsluiting van onze reeks over persvrijheid: Hoe zorgen we ervoor dat journalisten in Nederland hun werk kunnen blijven doen?
Hoofdredacteur NOS-Nieuws Voorzitter Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren
‘Dat wij een jaar geleden het NOS-logo van onze satellietwagens hebben gehaald, is niet de oplossing. Journalisten moeten hun werk zo goed mogelijk doen: ter plaatse zijn en daarvan verslag uitbrengen. Dat is belangrijk in een democratie en daar is persvrijheid voor. Bij publieksevenementen, als er veel mensen op de been zijn, vragen wij ons altijd af hoe wij de veiligheid van onze journalisten moeten garanderen. Bij demonstraties sturen we meestal bewaking mee. Die mensen zijn onzichtbaar, ze volgen op afstand, maar als het nodig is, kunnen ze er snel bij zijn. Je kunt ook afspraken maken met de politie. Er zijn demonstraties op het Malieveld geweest waar we alleen beelden van afstand gemaakt hebben, of materiaal van de regionale zender Omroep West hebben gebruikt. Verder hebben we in 2019 het meldpunt Persveilig opgericht, vanuit het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren (en de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie, red.). Ik zit in het bestuur. We proberen te bewerkstelligen dat journalisten melden wat hen overkomt. Dat heeft geholpen bij het zichtbaar maken van de problemen. Daarmee zeggen we tegen de beroepsgroep: het is niet normaal dat het werk je onmogelijk wordt gemaakt. Dat moet je niet accepteren. Sta voor je principes.’
Projectleider Persveilig, oud-buitenlandverslaggever van de NOS
‘We trainen veel journalisten om ze weerbaar te maken. De basis is: denk na over je veiligheid voordat je vertrekt. Een groep mensen kan zich tegen je keren, of het nu om kerkgangers, hooligans of pro-Palestina-demon-stranten gaat. Waar zet je je auto neer? Moet je beschermende kleding aantrekken? Wat is je vluchtroute? Het is vreselijk dat dit nodig is, maar de journalistiek opereert in een heel andere situatie dan een paar jaar geleden. En rond corona zijn de problemen explosief toegenomen. Een nieuwe ontwikkeling vormen bijvoorbeeld groepen op Telegram (berichtendienst à la Whatsapp, maar dan beter beveiligd en voor buitenstaanders moeilijker te kraken, red.). Ik ken het geval van een krantenjournalist die tijdens een demonstratie verslag deed via Twitter. Al snel gingen zijn naam, foto en Twitter-profiel rond in Telegram-groepen, zo van: dit is een journalist en als je hem tegenkomt, pak hem dan.
De journalist werd erop gewezen, schrok zich rot en verliet de demonstratie. Als beveiliging te duur is, kun je met zijn tweeën of drieën op pad gaan. Camjo’s (camerajournalisten: eenpitters die zowel verslag doen als filmen, red.) waren een paar jaar geleden helemaal de toekomst, maar daar komen mediabedrijven nu van terug. Het kan gewoon niet meer dat een verslaggever in zijn eentje ergens naartoe gaat.’
Hoofdredacteur VARAgids
‘Ik herinner me de slogan van de VARA van weleer: Wees verschillig. ‘Verschillig’ was bedoeld als tegenhanger van ‘onverschillig’. Het was een zinnetje dat ons eindeloos is nagedragen. Bij ieder mediarelletje twittert wel íemand, tot op de dag van vandaag: lekker verschillig weer, BNNVARA! Maar op deze plek klopt het wel, want als we onze schouders ophalen over bedreigde journalisten of gemakkelijke tweets over de onbetrouwbaarheid van de journalistiek, worden de tegenstellingen scherper. Daarom zijn we in de VARAgids deze reeks over persvrijheid in Nederland gestart: omdat we er niet onverschillig over willen zijn. De kwestie heeft uiteraard een juridische kant, een politieke en een journalistieke. Maar er ligt ook een opdracht voor ons allemaal: wees er niet onverschillig over. Iedereen heeft baat bij journalisten die in alle vrijheid en veiligheid hun werk kunnen doen. Elk van ons kon immers op de fraudelijst van de Belastingdienst terechtkomen, zo bleek onlangs uit berichten van Trouw en RTL, of slachtoffer worden in de Toeslagenaffaire. Het zijn zaken die journalisten boven water halen en groots brengen, waardoor er hopelijk iets verandert. Daar kun je moeilijk onverschillig over doen.’
Journalist en presentator Powned
‘De persvrijheid in zijn algemeenheid moet zo goed mogelijk beschermd worden. Ik zie dat de sfeer op het Binnenhof in Den Haag steeds grimmiger wordt. Het verbaast mij dat politici nog zo vrij rondlopen onder het mom van ‘vrij Nederland’. Best naïef. Dagelijks staan er omstanders die de gevestigde orde wantrouwen. En daar horen journalisten kennelijk ook bij. Hun boosheid is vooral gericht op de ministers, maar ook op de verslaggevers van de NOS. Dat wordt veroorzaakt door polarisatie in de samenleving, en de meningen van politieke partijen en opiniemakers. Zij verwijten de omroep fake news te verspreiden. Dat is verwerpelijk. Je zet zo journalisten in een kwaad daglicht. Ook mijn collega’s bij Powned krijgen vaker te maken met agressie van burgers. In Urk werd Mark Baanders expres aangereden tijdens zijn werk. Journalisten moeten één grote vuist maken voor persvrijheid. Ongeacht de kleur en religie van een krant of omroep, en de stijl van interviewen. Blijf politici die media beschuldigen van het brengen van nepnieuws aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Je mag kritiek hebben op de journalistiek, dat houdt je als journalist scherp, maar dit is van een andere orde.’
Advocaat mediarecht
'Alhoewel de persvrijheid in Nederland relatief goed is geregeld, is het pijnlijk om te zien dat Nederland in de jaarlijkse ranglijst van Reporters Without Borders al drie jaar op rij een plek gezakt is. Dat komt door het toenemende geweld richting journalisten, maar wordt ook veroorzaakt door een groepje burgers en politici die de NOS afschilderen als ‘bronnen van nepnieuws’ en ‘vijanden van het volk’. Dit laat zien hoe belangrijk het is dat de persvrijheid gewaarborgd blijft. Journalisten moeten veilig en onafhankelijk hun werk kunnen doen. Dat draagt bij aan het vertrouwen in de media. In Nederland zijn de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting vastgelegd in de Grondwet, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Verder versterkt een organisatie als Persveilig de positie van journalisten. Ook internationaal is er veel aandacht voor bedreiging van journalisten. Zo publiceerde de Europese Commissie onlangs in haar aanbeveling met richtsnoeren om de veiligheid van journalisten en andere mediaprofessionals te verhogen. De lidstaten moeten over zestien maanden verslag uitbrengen over de uitvoeringsmaatregelen.’
Hoofdredacteur Omroep Gelderland
‘Over hoe we de veiligheid van onze mensen kunnen waarborgen en de persvrijheid garanderen, denk ik vaak na. Hélemaal nadat we besloten hebben om voorlopig geen verslag meer te doen na afloop van een wedstrijd buiten het stadion. Onze journalisten zijn niet veilig tussen sommige agressieve hooligans. Moeten ze dan met een helm op en steekwerend vest aan de sfeer verslaan? Dat weiger ik. Deze boosheid in de samenleving is een optelsom van jarenlange onvrede. Mensen voelen zich niet gezien en zetten die boosheid vaker om in agressief gedrag naar journalisten. Sociale media spelen daarin ook een rol. De oplossing ligt vooral bij de politiek en instanties. Een groep burgers wordt gemangeld door het beleid, waarin de menselijke maat ontbreekt. Denk aan de gevolgen van de toeslagenaffaire, de woning- of coronacrisis. Of burgers die in de problemen komen door instanties als het UWV, Jeugdzorg of hun gemeente. Als regionale omroep zitten we in de haarvaten van de samenleving, en zien we dit als eerste. Geweld kun je niet tolereren, maar het is wél onze taak om de schrijnende verhalen van burgers nog beter onder de aandacht te brengen. Dat doen we in de serie In ’t vizier van De Jager. Met hulp van het Stimuleringsfonds blijven we programma’s over ‘de ongehoorden’ maken.’
Politiek verslaggever RTL-Nieuws
'Begin september vond in de Tweede Kamer een debat plaats over agressie tegen en bedreiging van journalisten. Ik kan me niet herinneren dat zoiets eerder is gebeurd, over dit specifieke onderwerp. Groenlinks had het initiatief genomen. Er is een enorme reeks moties ingediend. Over onderzoek naar het reguleren van socialemediaplatforms bijvoorbeeld – Kamerleden hebben, net als journalisten, ook te maken met haat die daar vandaan komt. En over het afschermen van vestigingsadressen van zelfstandigen die ook woonadressen zijn. Journalisten worden nogal eens thuis opgezocht. En zo nog een tig aantal moties. Het was vooral een debat waarin de partijen die dat nodig vonden hun afschuw konden uitspreken. Je zag politici tegenover elkaar staan: dat de uitspraak ‘tuig van de richel’ niet echt bijdraagt aan een veilige situatie (zo noemde PVV-leider Geert Wilders afgelopen juni journalisten in een bericht op Twitter, dat door Thierry Baudet van Forum voor Democratie werd gedeeld, red.). Je kunt je afvragen of het frame dat journalisten nepnieuws verspreiden en tot een elite behoren, zoals vanuit de PVV en Forum weleens gezegd wordt, wenselijk is. Sinds Donald Trump weten we waar het toe kan leiden als grote aantallen mensen zoiets gaan geloven. Na mijn optreden bij Eva Jinek met Baudet (in maart stelde Bremer in de talkshow Jinek kritische vragen aan de Forum-leider, red.) stroomden de reacties binnen op mijn sociale media. Ik volg die partij al een aantal jaar, dus ik ben wel wat gewend, maar dit was echt de overtreffende trap. Ik zat in dat praatprogramma mijn werk te doen, en als mensen daar een mening over hebben, mogen ze die online zetten. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Maar als het over de schreef gaat – er zaten bedreigingen tussen – doe ik aangifte. De meeste journalisten doen het zo, want dan wordt het geregistreerd. Ongeacht of zo’n dader gepakt wordt, je laat ermee zien: dit is met mij gebeurd.’
Dit artikel verscheen eerder in de VARAgids.
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!