Een eerlijk gelijkwaardig Nederland. Wij zijn voor. Jij ook?
Wat zijn de drijfveren van Sahil Amar Aïssa?
17-08-2019
•
leestijd 7 minuten
•
3433 keer bekeken
•
Sahil Amar Aïssa wil de wereld verbeteren, en daarom is er weinig tijd voor iets anders. Een gesprek over zijn jeugd, Marokko, meisjes en het verschil tussen conservatief en bekrompen.
Vrijdagavond, 19 februari 2016. Gevoelstemperatuur: net boven het vriespunt. Sahil Amar Aïssa (1992) staat op station Den Haag Holland Spoor als hij op zijn schouder wordt getikt. ‘Hé, zag ik jou net niet op televisie, bij
De wereld draait door
?’ Klopt, eerder die avond zat Aïssa daar aan tafel om te vertellen over het nieuwe programma
Jan rijdt rond
, waar hij aangenomen is als een van de verslaggevers. Hij zat direct naast Matthijs. Veel in beeld, hij had het laatste woord. ‘Ging goed,’ zegt de man die hem herkent, ‘waar ga je naartoe?’ Ik slaap hier, zegt Aïssa. ‘Oh, woon je in Den Haag?’ Nee, zegt Aïssa. ‘Ik slaap híér.’ Hij wijst naar het de wachtruimte van het station. Even twijfelt de man, dan lacht-ie. Een grapje zeker. En hij loopt weg.
Maar het was geen grapje. Op dat moment heeft Aïssa nog 2,40 euro op zijn rekening en geen plek om te slapen. En dat terwijl zijn carrière een vlucht heeft genomen. Hij komt veel op televisie. Als acteur – KRO-jeugdserie
Vrijland
– en als presentator bij BNN, toen nog 101TV. En de jaren daarna gaat de vlucht verder: een vaste column in
De nieuwe maan
,
Rambam
,
Spuiten en slikken
en sinds vorig jaar meerdere keren per week in
De wereld draait door
. Hij valt op, uitgesproken, zelfbewust.
Woensdagmiddag, 24 juli 2019. Gevoelstemperatuur: net geen veertig graden. Sahil Amar Aïssa staat te wachten voor de deur bij Blast Galaxy, een arcadehal in Amsterdam-Noord. Zijn vaste stek, hier komt-ie als hij even geen overlopende agenda heeft. Te weinig de laatste tijd. Voor zijn nieuwe programma
Make Holland great again
rijgt hij de draaidagen aan elkaar. Maar hier maakt hij zijn hoofd leeg, tussen de knipperende lampjes, tussen de kasten met games van nu, van vroeger en van voor zijn tijd. Bij spaceshooter Galaga (1981) stopt hij: ‘Als je wil kan ik hier nú de highscore neerzetten. Geen probleem. Ze resetten hem elke week, dus eigenlijk moet ik elke week opnieuw even langs om dit te doen.’ Een paar minuten later heeft hij hem, moeiteloos.
‘Deze hadden we vroeger thuis, op de ATARI 7800. Een superoud ding natuurlijk, maar dat maakte ons niks uit. Ik wist ook niet beter. We leefden met het hele gezin in een flat in Roosendaal. Een hele buurt vol fabriekswerkers, onder wie mijn vader. Ledlampen aan elkaar schroeven bij Philips. Mijn zus had een eigen kamer, ik deelde er eentje met mijn drie broertjes. Later kreeg ik er nog een broertje bij. Pas als ik erop terugkijk, denk ik: we waren wel aan het overleven. Toen wist ik niet beter. Mijn ouders komen uit Marokko, uit het Rifgebergte. Niet eens uit de stad dus, maar uit de bergen: een andere wereld. Elk jaar gingen we er twee maanden naartoe. Geen verharde wegen, geen elektriciteit, water moest je uit een put halen. Dat leerde ik als jochie kennen als realiteit. Dan is die flat in Roosendaal niet slecht hoor.’
Hoe kwam het dat je nergens terecht kon, die nacht dat je op het station sliep?
Dat deed ik in die periode wel vaker. Ik had geen huis, deze wereld was nieuw voor me. En tegelijk was ik zo druk, ik had gewoon niet eens tijd om zoiets te regelen. Dat heeft even geduurd.’
Pittig.
Nee man, gap, dat is niet pittig. We zijn gewoon allemaal verwend. In Marokko sliep ik altijd op een stenen vloer met een tapijt erop. Door die maanden in de bergen heb ik me leren realiseren dat bijna alles wat we hier doen plus is. Feestjes, spullen, werk: allemaal plus. En plus is leuk, maar zonder plus lukt het ook.
Wat vonden je ouders ervan dat je soms geen plek had om te slapen?
Dat weten zij niet, ben je gek?
Waarom niet?
Ik wil ze niet bezorgd maken. Ze snappen dat het een harde wereld is. Zeker voor ons.
Voor ons?
Voor de Marokkaanse gemeenschap bedoel ik. Moet je eens kijken naar de totale Marokkaanse bezetting van BNNVARA: dat ben ik, alleen ik. Zelfs bij de meest sociaaldemocratische omroep van Nederland is het nog superwit.
Is dat voor jou een extra motivatie om je te laten zien?
Ik hoop vooral dat ze niet denken: we hebben Sahil, dus dat is geregeld. Ik moet het begin zijn, niet het eindstation.
Je voelt je verantwoordelijk?
Ontzettend, maar dat wil ik helemaal niet voelen. Ik ben heel activistisch, maar tegen mijn zin in. Het is vreselijk om activistisch te zijn. Vorig jaar schreef ik een stuk in
de Volkskrant
waarin ik pleitte voor vrijheid onder moslims, of je nu een minirok of een hoofddoek wil dragen. Ik kreeg zoveel heftige reacties. Uit mijn eigen gemeenschap, maar ook vanuit extreemrechtse hoek. Het is nooit goed. Maar toch moeten sommige dingen gezegd worden. Wij zijn de generatie die nu voor verandering moet zorgen. Als je niks zegt, laat je het toe en ben je medeplichtig als die verandering niet komt.
Activist tegen wil en dank.
Kijk, het liefst hou ik me bezig met Ninja Turtles, pizza bestellen, gamen. Ik zou best net als iedere damse Pijp in het weekend op mijn bootje stappen en biertjes drinken – nou ja, dat laatste dan niet, maar je snap het. Chillen, zonder zorgen. Maar dat kan ik niet, zeker niet als enige Marokkaan van mijn generatie met een podium binnen deze omroep. Ik zou mijn hele gemeenschap tekort doen als ik dat niet benut om te gaan staan voor wat belangrijk is.
Wat is dat?
Vooral dat iedereen kan doen en laten wat-ie wil. Die boodschap wordt aan twee kanten verkeerd begrepen bij mij. Moslimfundamentalisten denken dat ik pleit voor vrije seks, extreemrechts denkt dat ik de publieke omroep wil islamiseren.
Zijn je ouders het met je eens?
Een bekende denkfout is dat conservatief hetzelfde is als bekrompen. Mijn ouders zijn superconservatief. Ze bidden vijf keer per dag, mijn moeder draagt een hoofddoek en ze gaan zo vaak mogelijk naar de moskee. Maar ondertussen zijn ze openminded. Ik mocht gewoon met vriendinnetjes thuiskomen. Of feestjes in de achtertuin geven, met bier zelfs. Ze denken: wij zijn moslim, maar we gaan niet voor een ander bepalen hoe het moet. Mensen zien mijn moeder misschien als een simpele vrouw met een hoofddoek uit een Brabantse arbeiderswijk, maar ik denk dat het antwoord op een betere wereld in haar schuilt. In hoe zij in het leven staat. Dom? Onderdrukt? Alleen omdat ze een fucking stukje textiel op haar hoofd draagt? Ik denk dat we allemaal van haar kunnen leren.
Komt dat activisme terug in alles wat je doet?
Nee, en dat wil ik ook niet want ik word er moedeloos van. Daarom presenteer ik niet programma’s als
Kaaskop of Mocro?
Nee, ik doe
Spuiten en slikken
,
3 op reis
. Niet als Marokkaan, gewoon als mezelf. Ik zit er niet altijd op te wachten om ambassadeur te zijn voor een gemeenschap van 350.000 mensen.
Toch ben je het heel bewust soms ook wel.
(Even stil). Weet je wat het is? Ik betwijfel of Martin Luther King zin had om in elkaar geslagen te worden. Ik betwijfel of Mandela zin had om 27 jaar in de gevangenis te zitten. Ik betwijfel of iémand echt zin heeft in zo’n strijd. Maar het is wel nodig.
Denk je dat je dat activisme een keer loslaat?
Ik hoop het, vooral als dat betekent dat het niet meer nodig is. Het is sowieso mijn bedoeling om de wereld te veroveren, maar hopelijk met de dingen die ik leuk vind. Ik droom groot, ik wil het maximale. Internationaal, alles. Maar tegelijk: het is allemaal plus. Als het niet lukt, dan is het ook prima.
(En dan):Weet je wat grappig is? Ik heb het nu weer heel veel over dat activisme. Terwijl het eigenlijk de kant van mij is waar ik het minst graag mee bezig ben. Het liefst zou ik gewoon kunnen praten over wat ik doe, over wat ik tof vind.
Vertel.
Oké, mijn nieuwe programma:
Make Holland great again
. Grote missies, kleine missies, maar allemaal om Nederland een betere plek te maken. Bijvoorbeeld: een man die zijn vrouw verloren is, zoekt voor hun Jukebox dat ene singeltje dat ze altijd luisterde:
Here comes the sun
van The Beatles. Lastig aan te komen, wij gaan het voor hem zoeken. Maar ook over online haat bestrijden. We proberen orgaandonoren te fixen, ik stond deze week bovenop een windmolen en ik weet niet eens meer wat ik gisteren heb gedaan, omdat het zo superveel is. Het kost me een halve lever en een stukje van mijn nier om het te maken – zóveel draaidagen, niet normaal – maar het is heerlijk. Volgens mij hebben we het krankzinnigste programma van het najaar gemaakt.
Trailer Make Holland great again
Kom je nog weleens in Roosendaal?
Mijn vrienden uit die tijd spreek ik nog steeds. Sommigen hebben verkeerde keuzes gemaakt, dat heb je nu eenmaal in zo’n buurt. Maar ik kom in elk geval nog één keer per week bij mijn ouders eten. Dat heb ik beloofd. Voor een Marokkaanse jongen is het best ongebruikelijk om ongetrouwd het huis uit te gaan, zonder geld, zonder verkering. Maar ik zei op mijn 19de doodleuk: ciao, ik ga naar Amsterdam, twee uur verderop. Dat was slikken, vooral voor mijn moeder. Toen heb ik beloofd: ik kom elke week eten. Altijd waar gemaakt, ook als het eigenlijk niet kon. Ik moet er gewoon tijd voor maken.
Staan ze achter al je keuzes?
Ik maak het ze niet makkelijk met nota bene
Spuiten en slikken
. Bij alles wat ik doe, vraag ik me af hoe het thuis overkomt. Ik wil ze niet in verlegenheid brengen. Maar ze weten dat ik nooit drugs heb gebruikt, nooit alcohol heb gedronken. En ik weet dat ze altijd achter me staan.
Sahil vertelt over Make Holland great again in De Nieuws BV