Beeld ter illustratie, jongen op de foto is niet Arlen.
© ANP
Arlen van Weelderen (21) werkt met veel plezier in de zorg. Hij verzorgt mensen met lichamelijke problemen, vaak tot hun overlijden. Wat betekent het werk voor hem?
Arlen doet een BBL-opleiding, oftewel: beroepsbegeleidende leerweg. Hij gaat één dag per week naar school, aan het Koning Willem I College, en werkt de rest van de week bij woonzorg- en behandelcentrum Vrijthof in Tiel.
'Ik zat in het eerste jaar van hbo-verpleegkunde, toen ik daar stage ging lopen kwam ik erachter dat ik de praktijk een stuk leuker vond dan de theorie, dus toen ben ik gestopt met die studie en daar blijven werken. Nu doe ik werken en leren tegelijkertijd.'
'Ik had niet echt een beeld. Ik was nooit in een verzorgingshuis geweest. Het was allemaal vrij nieuw voor me.'
'Eerst was het best wel onwennig. Want ik had niet echt werk gehad waar je zoveel in aanraking komt met mensen. Maar ik heb er wel een heleboel geleerd. Het is zoveel meer dan alleen de verzorging waar mensen vaak aan denken. Je helpt mensen uit bed, wast ze en helpt met aankleden, geeft ze te eten, helpt met activiteiten, maakt praatjes met iedereen, doet boodschappen en repareert spullen wanneer er iets kapot gaat.'
'Wij werken in drie groepen: een ochtend-, middag- en avonddienst. Op een dagdienst dan help je de mensen uit bed. Je verzorgt ze, je helpt ze met dingen die ze niet kunnen – eten geven bijvoorbeeld. Daarna zorg je dat ze bij de activiteiten komen die er die dag zijn en voor de rest help je ze met alles wat ze nodig hebben.'
Arlen werkt op een somatische afdeling. Hij verzorgt daar mensen met lichamelijke problemen – bijvoorbeeld verlammingen of verwondingen waardoor ze zichzelf niet meer (volledig) kunnen verzorgen, bijvoorbeeld een val waardoor ze botten gebroken hebben. De mensen verblijven voor lange tijd op de afdeling, vaak tot ze overlijden.
'Ik probeer mensen altijd voorzichtig te benaderen en ruimte te geven om zich te uiten. Soms komen ze van de ene op de andere dag bij ons terecht: ze hebben een normaal leven en dan gebeurt er iets waardoor ze bij ons komen, voor de rest van het leven. Dat is heel ingrijpend natuurlijk.'
'Ik vind het vooral heel fijn om er de hele dag voor de mensen te kunnen zijn en gesprekken met ze te hebben. Gewoon persoonlijke aandacht geven. Je ziet dat mensen daar echt van opknappen, vooral mensen die een beetje op zichzelf zijn en weinig familie hebben.'
'Iedereen heeft wel bijzondere impacten. Je neemt van elke cliënt wel wat mee. De mensen die ik verzorg zijn er voor lange tijd, je bouwt dus echt een band met ze op. Dat vind ik heel mooi. Maar dat kost natuurlijk wel even tijd. Als mensen binnenkomen bij ons is het vaak nog even onwennig, voor hen en voor ons. Ik weet dan bijvoorbeeld nog niet goed hoe hun dagritme er daarvoor uitzag, daarover voer je dan gesprekken en je leert ze daardoor steeds beter kennen. Dan weet je ook beter hoe je ze moet verzorgen. Wij zien de mensen vaak vaker dan hun eigen familie, dus we zijn ook het eerste aanspreekpunt.
Iedere persoon die bij ons binnenkomt daar bouw je wel iets mee op. En je hebt natuurlijk altijd mensen die wel iets beter blijven hangen in het geheugen. Zo was er een man die ik verzorgde, waarmee ik echt wel een beetje bevriend ben geraakt. Hij was tachtig jaar ouder dan ik. Dat is wel heel bijzonder: dan ging ik blij naar mijn werk, alsof ik bij een vriend op bezoek ging. Dan ging ik naar zijn kamer toe en keken we samen voetbal.'
'Met name wanneer mensen overlijden – dat is in het begin wel moeilijk. Er zijn in de afgelopen drie jaar dat ik er werk 33 mensen overleden. Op een gegeven moment wordt het dan bijna gewoon. En het is ook mooi om het helemaal af te sluiten met de mensen, dat je er tot het laatst voor ze kunt zijn.'
'Het hoeft niet per se een roeping te zijn, maar niet iedereen kan in de zorg werken. Veel van mijn vrienden zeggen ook: ik snap niet dat jij in de zorg werkt. Voor mij is het ook niet per se een roeping, maar ik vind het wel heel fijn werk om te doen.'
'Het is natuurlijk vanuit vroeger, toen werd zorg alleen door vrouwen gedaan, maar ik denk ook dat je als man best goed in de zorg kunt werken. Mijn collega's zijn vaak blij met mij op de afdeling, als er iets zwaars moet worden getild of ze hebben iets technisch, dan word ik als eerste geroepen.'
'Je moet wel een bepaald geduld en zorgzaamheid hebben. Je moet inzien dat ieder mens bijzonder is en het waard is om goede verzorging te krijgen. Ook moet je zelfverzekerd zijn om met een bepaalde zekerheid dingen uit te leggen aan mensen die op jou vertrouwen.'
Meld je snel en gratis aan voor de BNNVARA nieuwsbrief!