Robin Kester is een Nederlands muzikante. Ze werd geboren in Groningen, maar woont inmiddels in Rotterdam. Ze studeerde ooit ‘Nederlandse Letterkunde’, maar besloot op een zeker moment de boeg volledig om te gooien en zich te storten op waar ze het meeste van houdt: muziek! Ze trad vanavond bij ons op met één van haar nummers: ‘Blinds’. Wij stelden haar daarvoor eerst nog een stel vragen.
In 2018 maakte Kester haar debuut met ‘Peel the Skin’. Daarna raakte haar carrière langzaam maar zeker in een stroomversnelling. Ze stond tijdens de tour van de Ierse Villagers in hun voorprogramma, bracht een mini-album uit, werd genomineerd voor – en won – een prijs en aankomende vrijdag komt er een nieuw album van haar uit. Maar wat nou als ze een ander beroep had mogen kiezen?
Wooow. Ik heb dus echt al heel veel verschillende dingen geprobeerd hiervoor, maar ik vond niks écht leuk. Dus eigenlijk was muziek voor mij de enige optie. Ik dacht wel nog een tijdje aan een loopbaan in de psychologie. Ik vind het namelijk super interessant om na te denken over waarom we dingen doen zoals we ze doen en hoe we onze maatschappij daardoor dragen. Én het nature-nurture-debat vind ik interessant!
Oh, wat ik mezelf trouwens ook nog wel had willen zien doen is iets met archeologie. Het opgraven van oude steden bijvoorbeeld, zodat je kunt zien hoe de mens vroeger leefde. Maar ja, dan was ik nog armer geweest dan ik nu als muzikant ben…
Kester stond al weleens op Eurosonic Noorderslag, in 2021. Helaas merkte (muzikaal) Nederland toen nog veel van de pandemie. De zaal was veel leger dan deze normaal zou zijn. Nu, in 2023, mocht ze gelukkig nogmaals optreden op het Eurosonic Noorderslag.
We hebben in de lockdown als main act in de grote zaal in Paradiso gespeeld. Helaas was het coronatijd, dus er was maar ongeveer driehonderd man. Door de grootte van de zaal kon iedereen wel genoeg afstand houden. Een uitverkocht Paradiso in niet-coronatijd zou dus wel echt the classic droom zijn. Carré zou ik ook geweldig vinden. Ik heb er gelukkig al eens in het voorprogramma van Muse gestaan. En als ik daar dan ook nog eens een eigen show zou uitverkopen, in plaats van dat we een voorprogramma-act zijn, dan zou dat wel ziek zijn.
Ik heb wel even over een artiestennaam nagedacht, maar bij alle namen die ik verzon had ik een dikke cringe. Ik maakte allemaal gekke Nederlandse combinaties, die zo slecht zijn dat ik ze niet eens in dit interview durf te noemen. Ze mogen het daglicht nooit zien. Oftewel: ik heb besloten het bij mijn eigen naam te houden.
Mijn moeder zegt dat ze m’n liedjes op z’n mooist vindt als ze bijna zijn afgelopen. Dat klinkt gemeen, maar zo bedoelt ze het niet. Aan het einde van veel van mijn nummers komen namelijk allerlei instrumentaties samen. Mijn moeder vindt het dus gewoon vet als alles samenkomt.
We hebben overigens ook niet dezelfde muzieksmaak. Ik vind Radiohead bijvoorbeeld vet en mijn ouders helemaal niet. Zij luisteren vaak muziek uit de jaren ’80, wat ik ook wel leuk vind, maar niet zo leuk als zij. Ze vinden het wel heel leuk wat ik allemaal doe en maak. Ze steunen me daarin ook heel erg. Als we mijn stem in de mix zacht hebben gezet, dan vinden ze dat ook heel jammer. Terwijl ik dan denk: daar gaat het niet om. Mijn familie speelt verder geen instrumenten.
Als iemand een cello-virtuoos is vind ik dat fantastisch. Dat vind ik echt zó mooi. Wat ik leuk vind aan cello is dat het in zó veel genres kan werken. Renée Wijnhoven speelt de cello en zingt erbij wat ik heel vet vind, maar Maarten Vos combineert de cello dan weer met elektronische muziek wat ik ook super vind. Ik dacht nog: “Zal ik het gaan leren?” Ik heb nu dat ik veel instrumenten half speel en een paar echt goed. En ik maak gebruik van synthesizers, waarmee je veel vette sounds kunt maken en niet vast zit aan een geluid. Je moet je bij de cello meteen comitten en niet half.
Sowieso aan veel vrouwen. Aan wie ik nu het eerste denk is aan Nana Adjoa, Eerie Wanda en aan LUWTEN (Tessa Douwstra). Dat vind ik hele sterke makers als ik kijk naar wat ze allemaal spelen en doen. En zo zijn er nog veel meer artiesten die ik gaaf vind, maar ik ben niet zo goed met namen, dus ik kom er vast later ineens op.
Cate Le Bon vind ik echt waanzinnig. Oh, en Japanese Breakfast. Hun muziek overlapt met de uithoekjes van de genres die ik speel. De muziek van Japanese Breakfast is meer uitgesproken pop, waar de muziek van Cate wat rauwer is.
Van de band Talk Talk. Daarvan is de zanger overleden: Mark Hollis. Zijn stem is zó magisch en zó gelaagd en zijn muziek was zó vet. Het is een Engelse band. Deze band begon in de jaren ’80 succes te krijgen, bijvoorbeeld met het nummer “Such a shame”. Ja, daar zou ik graag nog eens heen zijn gegaan.
Het nummer heet ‘Blinds’. Vrijdag komt er een nieuw album van me uit. Op dat album staan super gelaagde up-tempo-nummers, maar ook kleinere en mysterieuzere nummers. En ik wil ook wel graag een keer een liedje laten horen en zien met een wat harder einde. En dat is ‘Blinds’, iets minder breekbaar.
Kijk haar optreden in onze uitzending hieronder terug.