De Vooravond is gestopt. De talkshow met Fidan Ekiz en Renze Klamer is twee seizoenen op NPO 1 te zien geweest. Je kunt hier op de site nog uitzendingen en fragmenten terugkijken.
Sterk Staaltje Taal: Tot in de pruimentijd!
28-05-2021
•
leestijd 3 minuten
•
4056 keer bekeken
•
In de voorlopig laatste editie van Sterk Staaltje Taal bespreken we een alledaagse, maar soms lastige taaletiquette: afscheid nemen. Want hoe doe je dit eigenlijk het beste? En wat moet je vooral niet doen?
We doen het gemiddeld wel zo’n tien keer per dag, als het niet meer is, maar het hartstochtelijk omhelzen, het geven van drie natte zoenen op de wang of het formele handenschudden doen we natuurlijk al een tijd niet meer. In plaats daarvan maken we zielige hartjes met onze handen of gekke Boeddha-bidgebaren, stoten ongemakkelijk elkaars ellebogen of zwaaien vol enthousiasme met onze handjes in de lucht.
Waar het papegaaigehalte in (non)verbale afscheidsgroeten hoog ligt –‘Doei, schat. Ja, doehoeg’ (gevolgd door een schattig hartjesgebaar) –, hanteert iedereen zijn eigen afsluitingsstijl in het soms wat ongemakkelijke, maar door corona veelgebruikte medium: de e-mail. De één kiest voor het altijd veilige ‘Met vriendelijke groet’, de ander voor het gezellige, maar toch ook ietwat afstandelijke ‘Hartelijke groet’ en die literaire slimbo pronkt het liefst met zijn ‘Hartelijks’. En dan zijn er nog van die stresskippen die natuurlijk geen tijd hebben lang na te denken over een goede afsluiter, dus laten ze het bij een simpele grom: ‘Gr’ of ‘Grtjs’.
In een ver virusverleden was het leuk als je je e-mail afsloot met het hippe Engelse ‘Stay safe’ (want ‘blijf veilig/gezond klinkt natuurlijk gewoon stom). Gelukkig zijn we dit coronacommunicatie-station inmiddels gepasseerd. Nu de vergelijkbare cooldoeners ‘Take care’, ‘Ciao’ en ‘Cheers’ nog.
Hoewel de digitale revolutie en daarmee de e-mail al lange tijd zijn ingedaald in ons leven, bestaan er nog steeds mensen die de ongemakkelijke grenzen met hun afsluiting blijven opzoeken. Het kriebelige ‘Warme groet’ wordt nog steeds gebruikt in semi-zakelijke werkmails en ook de vergelijkbare ‘Lieve groet’, ‘Vrolijke groet’ of ‘Zonnige groet’ passeren nog wel eens de revue en zijn, alhoewel ongetwijfeld oprecht en lief bedoeld, gewoon irritant. Doe maar niet dus, behalve als je een ouderwetse ansichtkaart vanuit een zonovergoten kustplaatsje stuurt en de ontvanger jaloers wil maken met een ‘zonnige Franse groet’. Dan mag het. Maar een saaie mail opleuken met een ‘Grote groet’, terwijl je in welgeteld twee zinnen iedereen herinnert z’n vakantieuren op tijd op te nemen, nee! Want wat houdt een ‘grote’ groet überhaupt in? Bestaan er ook kleine dan?
Uitroeptekens zijn overigens ook volop terug te vinden in mailafsluitingen en kunnen een gezellig enthousiast effect hebben –‘Laterz!’ of ‘Dikke doei!’ zijn zonder uitroepteken een tikkeltje té ironisch– maar pas op: uitroeptekens kunnen onbedoeld boos of agressief overkomen. Door ‘Fijne dag nog!!’ schemert namelijk stiekem ‘Hoepel op!!’ en met ‘Groet!’ of ‘Zie je morgen!’ zou je je na een niet heel gezellig mailtje enigszins bedreigd kunnen voelen. Alsof de leidinggevende nog niet klaar is met de arme stagiair…
Een vooral aan de telefoon veelgebruikte afscheidsgroet is ‘spreek je snel’ of ‘tot gauw!’ Vol optimisme wordt impliciet de belofte gemaakt elkaar snel weer eens te bellen of op te zoeken, die negen van de tien keer niet wordt nagekomen. Want met ‘snel’ en ‘gauw’ bedoelen we immers ‘binnen afzienbare tijd’ en niet over negen maanden, nadat die ene semi-goede vriendin alweer twee keer van baan is gewisseld, een nieuw huis heeft en een kind heeft gebaard.
Beter is daarom het ietwat archaïsche, maar toch nog gezellig klinkende ‘Tot in de pruimentijd!’. Hiermee wordt bedoeld: ‘tot over een poosje, tot de pruimen rijp zijn, ergens tussen juli en oktober’. Lekker vaag dus, maar wel met een vrolijk toontje. Waar de afscheidsuitdrukking exact vandaan komt (en waarom het niet de meloenen- of abrikozentijd heet) is niet helemaal duidelijk. Een mogelijke verklaring wordt gezocht bij dichter en schrijver P.C. Hooft die zijn vrienden, waaronder Vondel en Huygens, aan het eind van de zomer ontving op zijn Muiderslot, waar hij vaak in de zomermaanden verbleef. Rondom het slot stonden tal van pruimenbomen en zodra zijn literaire vrienden het slot verlieten, riepen ze ‘Tot in de pruimentijd!’, oftewel: tot de volgende zomer. Hard bewijs voor dit verhaal ontbreekt, maar in een brief van Hooft uit 1636, aan vriendin en mede-poëet Maria Tesselschade, schrijft Hooft: De prujmen beginnen al teffens [allemaal tegelijk] op een bodt [eensklaps] te rijpen, en te roepen Tesseltje, Tesseltjes mondtje.” Oftewel: kom snel, Tesseltje, want de pruimen worden rijp.
Waar of niet waar: we houden ‘m erin lekker in. Ook wij van De Vooravond nemen voor nu afscheid, maar online gaan we nog even door! En zodra het blauwpaarse zomerfruit plukklaar, dan wel rijp is, zijn we weer terug op de buis.