Arthur's oorspronkelijke afkeer voor tuinieren transformeerde op latere leeftijd in een ambitie: het verwezenlijken van een bloeiende permacultuurtuin, geïnspireerd door een boekenreeks over de natuur en volkstuinen. Permacultuur is een manier van landbouw die ervoor zorgt dat hij bijna alles aan eten en energie uit zijn tuin haalt en tegelijkertijd geen schade aan de natuur veroorzaakt. Met andere woorden: Arthur hoeft maar heel weinig bij de supermarkt te kopen. Zonder dat Arthur het wist, was dit ook een langgekoesterde wens van zijn ouders. Het resultaat? Het gezamenlijke familiedomein ‘Het Moeras’. Een tuin waar passie en familie samenkomen!
Wat heeft je geïnspireerd in het leven om ‘Het Moeras’ te starten?
Bij mijn ouderlijk huis in Drenthe hadden mijn ouders een biologische tuinderij gemaakt. Voor hen een logische keuze, want mijn vader is al zijn hele leven tuinder geweest en mijn moeder had een biologisch geitenmelkbedrijf. Als kind had ik er helemaal niets mee: ik moest helpen met de tuin, schoffelen, schoonmaken, gewassen oogsten en allemaal klusjes die pubers niet leuk vinden. Daarom dacht ik altijd: ‘ik neem later nooit een tuin’.
Toen ik naar Groningen vertrok om aan het conservatorium te studeren, woonde ik tevreden in mijn kleine appartementje zónder tuin. Maar dat begon te veranderen toen iemand me op straat overhaalde om een abonnement voor boeken en cd’s af te sluiten. Voor mij ging het om de cd’s, maar helaas zat er helemaal geen leuke muziek tussen. ‘Dan maar een boek’, dacht ik.
Op de een of andere manier trok de Anastasia-reeks mijn aandacht, een serie romans over een vrouw die haar leven leidt in de Russische bossen. Ze haalt alles wat ze nodig heeft uit haar directe omgeving, eigenlijk een soort voedselbos. Haar visie op hoe mensen op een natuurlijkere manier kunnen leven maakte indruk op me. In de biologische landbouw ben je vaak bezig met ploegen, plagen beheersen en onkruid wieden, waardoor je denkt mee te bewegen met de natuur, maar toch tegen de natuur ingaat. Dit heeft mij heel erg geïnspireerd, want het kan dus ook op een andere manier. Tien jaar geleden -na het aan een stuk door lezen van de hele reeks- kreeg ik de droom om meer zelfvoorzienend te leven en de mens weer onderdeel van de natuur te maken
Hoe heb je je droom werkelijkheid laten worden?
Naast het lezen van alle Anastasia-boeken, ben ik ook veel op het internet gaan speuren. Tien jaar geleden was er in het Nederlands weinig over te vinden, maar in het Engels dook ik in talloze video’s en artikelen. Ik ben een echte boekenwurm, dus ik bestelde gelijk de dikste boeken over voedselbossen. Naast het lezen wilde ik mijn visie in de praktijk brengen. Toen ik in mijn appartementje zonder tuin zat, besefte ik dat ik iets miste. Mijn idee van het ideale appartement veranderde. In plaats van binnen te oefenen, nam ik mijn basgitaar mee naar buiten en oefende ik steeds vaker in de parken.
In 2005 stopten mijn ouders met de tuinderij, waardoor er niets met het land werd gedaan. Ik zag dit als de perfecte plek om mijn visie uit te voeren. Toen ik mijn ouders vroeg wat ze ervan zouden vinden om op een zelfvoorzienende manier te gaan leven met een permacultuurontwerp, ontdekte ik dat dit altijd al hun droom was geweest.
In 2011 begon het serieus te worden en daarom had ik - omdat ik een permacultuuropleiding had gevolgd - zelf een ontwerp voor het perceel gemaakt. Dat kostte me geen geld, maar wel veel tijd natuurlijk. Mijn opa zag de plannen ook heel erg zitten, hij vond het helemaal geweldig dat ik dit samen met mijn ouders ging opzetten. Daarom financierde hij een groot deel van het grondwerk en de aanplant. Alles viel op zijn plek.
Waarom zou permacultuur voor iedereen moeten zijn?
In het ‘normale’ leven zijn veel aspecten vaak gescheiden. Je vertrekt ‘s ochtends naar je werk om geld te verdienen, waarmee je vervolgens je maaltijden koopt en misschien breng je ‘s avonds door in de sportschool om aan je beweging te komen. Door deze levensstijlen met elkaar te integreren, creëer je een natuurlijke habitat voor de mens. Hoewel ik hiernaast als muzikant werk, is de noodzaak voor levensonderhoud verminderd, omdat we onze eigen energieproductie van het kappen van de bomen hebben en grotendeels ook onze eigen voedselproductie van groente, fruit, kruiden en noten. Deze activiteiten, die plaatsvinden in de buitenlucht, zorgen niet alleen voor een gezondere levensstijl en voeding, maar zorgen ook voor voldoening. Voor mijn gevoel leef ik op deze manier veel meer geïntegreerd met de natuur en met mezelf.
Permacultuur is dan ook een ontwerp methode waarmee je je levensstijl, maar ook je leefomgeving op een duurzame manier kan inrichten. Je kan het ook zien als een ontwerpmethode om eigenlijk weer een habitat voor de mens te creëren. Een habitat in de zin van een ecosysteem ombouwen dat kan voorzien in je behoefte, maar wat ook echt een ecosysteem is, dus waarin andere organismen kunnen leven. Of te wel: een ontwerp methode om de mens weer terug te ontwerpen in de natuur.
Wat voor activiteiten organiseer je bij ‘Het Moeras’?
Ik geef onder andere rondleidingen en lezingen aan de hand van praktische voorbeelden uit onze eigen tuin. Tijdens de rondleidingen doe ik altijd eerst een presentatie vooraf met het uitleggen van het ontwerp en de geschiedenis. Hierdoor weten mensen ook een beetje waar ze naar kijken. Anders is het voor mensen toch een beetje een groene muur. Zo’n rondleiding door de tuin duurt al gauw twee uur, want ik praat altijd een beetje te veel. Verder geef ik permacultuur cursussen waarbij ik mensen leer om op een harmonieuze manier op te gaan met de natuur. Ik leer ze de basisbeginselen over permacultuur. Deze theorie wissel ik af met praktische vaardigheden zoals composteren, observeren van de tuin en bodem en de tuin onderhouden. Mensen komen hiervoor vanuit heel het land deze kant op!
Wat is er allemaal te vinden op het land?
Het perceel heeft een oppervlakte van 1,6 hectare, dus 200 meter in de lengte en 80 meter breed. We hebben het grote ontwerp in 2014 gemaakt en ingericht volgens de permacultuurprincipes: een landschap creëren waarbij je zo veel mogelijk in je eigen behoefte voorziet en tegelijkertijd zorgt voor de aarde. Je zet dus een mooi divers ecosysteem neer, maar zorgt ook dat de mens kan leven van de oogst.
Het terrein is zo ingedeeld dat alles wat we veel nodig hebben dicht bij het huis staat, zoals de opkweekkassen, het kippenhok, moestuinbakken en de kruidenspiraal. De rest van de grond is vooral ingericht met fruitbomen, notenbomen en weiden waar de schapen kunnen grazen. Alle randen van het stuk land zijn begroeid met bomen, om de wind te kunnen breken, maar ook voor de houtproductie. Dat zijn de delen waar je het minste komt, dus die staan zo ver mogelijk van het huis vandaan. Hier is bij het ontwerp goed over nagedacht.
We proberen alles te doen in het belang van de natuur. Het is belangrijk in permacultuur dat je een gezonde en vruchtbare bodem opbouwt, waar alles goed op kan groeien. Door begrazing kun je natuurlijk ook heel veel schade aanrichten aan het landschap, maar als je de dieren - de schapen en kippen - regelmatig verplaatst, staan de dieren eigenlijk voor een hele korte periode op een stuk grond. Meestal nooit langer dan drie dagen, zodat het gras niet overbegraasd wordt en het lang genoeg de tijd heeft om te herstellen.
Is het mogelijk om volledig zelfvoorzienend te leven?
Als we het hebben over vitamines en mineralen, zitten we bijna op 100% met onze eigen voedselvoorziening. Maar als het gaat over calorieën -de vetten, eiwitten en koolhydraten- moeten we toch nog granen en olijfolie kopen. Die willen we in de toekomst wel uit onze notenbomen halen, maar dat kost wat tijd om te ontwikkelen. We kunnen dan walnotenolie, hazelnootolie, meel van tamme kastanjes en notenspread maken. Met de laatste twee zijn we al druk bezig en de smaak is heel goed.
Volledig zelfvoorzienend leven is een behoorlijke klus. Zeker de laatste paar procenten zijn lastig. Het zou makkelijker zijn als je niet zelfvoorzienend, maar samenvoorzienend leeft. Bepaalde dingen zijn namelijk beter om op regionale schaal te doen, zodat de oogst groter is en sneller verwerkt kan worden. Het zou dus een uitdaging zijn om helemaal zelfvoorzienend te leven. Maar eerlijk gezegd hoeft dat ook niet per se van mij: ik hou ook gewoon van een bakkie koffie. Dus dat blijven we kopen.
Kan je in de winter wel leven van je eigen oogst?
In de beginjaren richtten we ons vooral op het opbouwen en aanleggen van nieuwe gewassen, bomen en planten, maar nu verschuift onze aandacht steeds vaker naar het bewaren en opslaan van voedsel. Op deze manier kunnen we ook gedurende de winter leven van de voedselproductie uit de zomer. Onze kelder is nu gevuld met paprika's in olie, geweckte tomaten en gedroogde bonen en fruit, wat een bron is van eiwitten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Daarnaast hebben we een grote kist met gedroogde, tamme kastanjes die een soort graan zijn. Hieruit kunnen we meel maken, bijvoorbeeld voor het bakken van brood. Het blijft ook nog eens jarenlang houdbaar.
We moeten nog wel graan bijkopen, omdat de kastanjebomen nog niet op volle grootte zijn (wat pas na 20 jaar gebeurt). Maar we zijn nu wel op het punt beland waar we genoeg kastanjes hebben geoogst om een aanzienlijk deel van het graan te vervangen. We zijn volop aan het experimenteren en streven ernaar steeds minder afhankelijk te worden van externe aankopen. Natuurlijk kunnen we in de winter ook genieten van seizoensgroenten zoals palmkool, boerenkool, spruitjes, veldsla en winterpostelein. Bovendien komen er in januari/februari weer wat meer wilde planten beschikbaar om te oogsten, zoals hopscheuten en speenkruid. Maar, het aanleggen van een wintervoorraad blijft essentieel voor je bulkcalorieën.
Wat maakt het Moeras zo bijzonder?
Wat ons project echt uniek maakt, is dat het niet slechts een stuk grond is, maar ons daadwerkelijke leefgebied. We mogen onszelf gelukkig prijzen met zo'n uitgestrekt stuk grond direct bij ons huis. In veel gevallen zie je dat projecten bestaan uit afgelegen percelen, gescheiden van de bewoonde omgeving. Daar komt men vaak slechts een paar keer per week. Hier daarentegen is ons eerste dagelijkse ritueel om naar de kippen en schapen te gaan, ze de wei in te laten en een rondje te lopen om te zien hoe alles erbij staat. We zijn echt volledig verweven met dit systeem en dat maakt ons denk ik toch wel anders dan andere projecten.
Moet heel Nederland op deze permacultuur-manier leven?
Niet iedereen met een kantoorbaan kan natuurlijk zomaar zijn hele carrière omgooien. Daarom denk ik dat we vooral moeten kijken naar een combinatie van bijvoorbeeld een kantoorbaan met werken op een tuinderij of in een voedselbos. Op die manier kun je twee parttime banen hebben, de ene helft van de tijd werk je achter een laptop en de andere helft werk je buiten op het land. Bovendien zijn er in en rond steden steeds meer kleinschalige landbouwprojecten waar voedsel voor de hele stad wordt geproduceerd. Ik zie dus niet voor me dat straks heel Nederland een stuk grond moet hebben waarop je zelfvoorzienend kunt leven, maar eerder een tussenvorm. Het is essentieel dat het laagdrempelig blijft. Mensen met de ambitie om meer zelfvoorzienend te leven, maar die zelf geen tijd en ruimte hebben, kunnen bijvoorbeeld deelnemen aan regionale initiatieven. Op die manier kunnen ze toch genieten van de opbrengst van hun eigen fruit en groenten.
Wat motiveert je om de tuin te blijven ontwikkelen?
Ik heb zeker momenten gehad waarop ik het bijna wilde opgeven. Het duurt namelijk wel even als je net begint tot iets gaat groeien of tot bloei komt. Maar de afgelopen jaren zijn bijvoorbeeld de notenbomen gaan produceren en worden ze steeds groter. Ja, dat is wel gewoon iets heel bijzonders. Hoe meer tijd je erin steekt en hoe meer geduld je hebt, hoe meer het tot iets moois kan ontwikkelen. Ik had altijd een soort stemmetje in mijn hoofd die zei dat ik door moest gaan en me liet inzien dat het wel iets heel bijzonders is. Het gaf me vertrouwen om door te zetten. ‘Je moet dit niet laten schieten.’ Het klinkt misschien een beetje gek, maar dat is intuïtie, denk ik. En natuurlijk ondersteunen mijn ouders me ook. Ik had dit nooit in mijn eentje kunnen opzetten. Op die manier hebben we samen onze droom mogelijk gemaakt.