Het is weer glashelder waarom het een zegen was dat de D66-leden op het congres van 23 november 2024 in Den Bosch het voorstel van de partijtop resoluut hebben weggestemd. Het plan, bedacht door de partijtop, wilde de stem van de leden halveren ten gunste van de adviescommissie. De andere helft van het gewicht zou dan liggen bij een commissie die pretendeert de perfecte balans te vinden tussen ervaring, expertise, gender, diversiteit en regionale spreiding. Klinkt prachtig. Maar als dit de uitkomst is, dan zegt dat meer over de bubbel van de partijtop dan over de staat van de partij.
Daarom is het goed dat de macht bij de leden ligt. Maar met macht komt verantwoordelijkheid. En dat is een oproep aan de meer dan 30.000 leden van D66: gebruik je stem! Normaliter stemt meer dan 60% van de leden niet bij de lijstvaststelling. Dat is niet alleen gemakzuchtig, het is ronduit beschamend voor een partij met het woord “democraten” in de naam. Dus nogmaals: gebruik je stem. Niet voor het ego van een regio, of omdat je iemand kent van een Zoom-vergadering. Maar om ervoor te zorgen dat D66 straks wél het verschil kan maken. In heel Nederland.
Op het eerste gezicht lijkt de conceptlijst een stap richting vernieuwing. En dat is hard nodig. Want wie naar de prestaties van de huidige fractie kijkt op dossiers die de D66-achterban aan het hart gaan — onderwijs, migratie en asiel, defensie, stikstof, en vooral klimaat — ziet vooral gemiste kansen en stille Kamerleden. Sommige zittende Kamerleden die hun plek in de top 10 kwijt zijn, voeren nu campagne met de klacht dat er niet genoeg mensen uit Amsterdam of Den Haag in de top staan. Of dat ze “hun karwei af moeten maken”, terwijl het hun derde termijn zou zijn. Alsof het Kamerlidmaatschap een carrièreplan is, geen volksvertegenwoordiging.
Dat randstedelijke zelfbeeld is al jaren een blinde vlek van de D66-partijtop. Alsof politiek alleen maar gemaakt wordt op de grachtengordel of in de koffiehoek van Nieuwspoort. En ook nu zien we dat terug op de advieslijst. Maar wie goed kijkt, ziet ook iets hoopgevends. Want niet elke vernieuwing is slecht — en niet elke vernieuwing is automatisch goed.
Neem Nathalie van Berkel, de hoogste nieuwkomer. Een topbestuurder, geen twijfel over. Maar haar CV ademt beleid, toezicht en management. Dat maakt haar een uitstekende kandidaat voor een ministerschap, bijvoorbeeld op Sociale Zaken. Maar waarom wil iemand met die achtergrond nu Kamerlid worden, misschien in de oppositie, met een kleine fractie, zonder chauffeur, zonder ambtenaren, en met Geert Wilders op rechts? In haar interview met het AD – een dag vóórdat de leden de lijst ontvingen – vertelt Van Berkel uitgebreid over haar ambities. En dat is op z’n zachtst gezegd ongelukkig. Het getuigt van weinig respect voor de leden. Juist bij een partij die zichzelf “democraten” noemt, verwacht je dat leden als eerste worden geïnformeerd over de belangrijkste namen op de lijst – niet dat ze het in de krant moeten lezen. Zeker niet als het de meest prominente plek is na de lijsttrekker.
Nogmaals: Van Berkel is een topvrouw. Maar niet elke topvrouw is een toekomstig fractievoorzitter. Plek twee op de lijst hoort gereserveerd te zijn voor iemand die het stokje van Rob Jetten kan overnemen. Die langdurige politieke ambitie toont, wortels in het land heeft, en de partij een nieuwe fase in kan leiden. Voor mij is dat Marijke Synhaeve. Samen met Wieke Paulusma de enige kandidaat in de top 10 van buiten de Randstad. En bovenal: een politiek talent met visie, energie en bestuurlijke ervaring. Zet haar op twee.
Jan Paternotte mag van mij op drie. Hij verdient het leiderschap uiteindelijk ook, maar ook hij begint straks aan zijn vierde termijn. Dat is een moment om na te denken over spreiding en vernieuwing. Joost Sneller moet veel hoger. Uit onderzoek van De Groene Amsterdammer blijkt dat hij de meeste extra taken van alle Kamerleden op zich neemt. Hij is onmisbaar op de thema’s die het DNA van D66 vormen: rechtsstaat, democratie en financiën. Zonder hem valt de fractie terug tot procedureel gemompel.
Wat mij betreft hoort ook Stephan Neijenhuis in de top 10. Mijn oude fractiegenoot, en niet alleen een uitstekende beleidsmaker achter de schermen, maar ook een échte D66’er die weet hoe je hervormingen maakt én uitlegt. Iemand die de Kamer verdient, niet de achterbank van een fractieoverleg.
En dan is er nog de kwestie van Fatimazhra Belhirch. Eerste Kamerlid. Sterke vrouw, zeker. Maar het is wel tekenend dat een zittend senator op deze plek wordt gezet, alsof het lidmaatschap van de Tweede Kamer de hoofdprijs is en de senaat een soort reservelijst. Dat zegt veel over de waardering van de partijtop voor de rol van de Eerste Kamer. En weinig goeds.
Mijn voorlopige top 8, op basis van inhoud, visie, ervaring én spreiding:
Maar, en dit is cruciaal: dit is mijn lijst. Elk lid moet zijn of haar eigen lijst maken. Niet klakkeloos de lijst van de adviescommissie volgen. Niet kiezen op basis van wie de meeste likes op LinkedIn krijgt. Maar kiezen op basis van visie, inzet, betrouwbaarheid en politieke potentie. Dat is de kern van mijn boodschap. D66-leden: verdiep je. Vergelijk. Stem. Niet omdat het moet, maar omdat het hoort.
D66 kan alleen democratisch zijn als de democraten zelf hun stem laten horen. Dus: pak die stem. En gebruik ’m met verstand.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.