De Nederlandse regering werkte tot het eind hartelijk samen met de Soedanese islamistische tiran Al-Bashir
Het behoort tot de recentere tradities van de Nederlandse politiek. Bij het horen van het woord islam trekt de Binnenhoffiaan een bezorgde smoel. Het woord ‘salafisme’ valt. Men heeft het ineens over ‘onvrije’ landen, die via de godsdienst proberen invloed uit te oefenen. Zowat de hele Kamer wil financiering van moskeeën en scholen vanuit die landen voorkomen. Die onvrije landen, die weten wat hoor. Ook op dit gebied is Mark Rutte primus inter pares , al moet je de laatste maanden het Kamerlid in snelle opkomst Bente Becker ook niet uitvlakken.
In 2019 bracht het volk van Soedan eigenhandig het kwaadaardige regime van veldmaarschalk Omar Hassan Ahmad Al-Bashir ten val. Die militaire rang had hij zichzelf toegekend, zoals dictatoren wel vaker doen. Dertig jaar lang voerde hij met de sharia in de hand een tiranniek bewind, gekenmerkt door mensenrechtenschendingen en genocidale oorlogen in het zuiden en het westen – Darfur – van zijn land. Slavenjachten waren er aan de orde van de dag.
Het is dan ook geen wonder dat Al-Bashir naar Den Haag komt. De nieuwe regering van Soedan wil hem uitleveren aan het Internationaal Strafhof, iets waaraan Al-Turabi door een tijdig bezoek van de Dood ontkwam.
Met dit kwaadaardige islamistische regime heeft de Nederlandse regering jaren lang hartelijk en nauw samengewerkt. Ondanks het feit dat de Amerikaanse president Clinton Soedan in 1994 al op het lijstje van terroristische landen plaatste. Terwijl politici in de Kamer en talkshows dreigverhalen hielden over onvrije landen, sloten zij met Al-Bashir een samenwerkingsovereenkomst om afgewezen Soedanese asielzoekers terug te nemen. Daar was deze man van de wrekende Allah uiteraard voor te vinden: politieke tegenstanders terughalen naar zijn foltergevangenissen! Het was een kolfje naar zijn tegelijk godsdienstige en veldmaarschalkelijke hand.
De samenwerking verliep gesmeerd, al droeg het niet altijd bij aan de sfeer in de KLM kist, als ergens achterin marechaussees een gillende gevangene in bedwang moesten houden, zo leren wij uit de NRC van deze zaterdag. Uit en te na werd Den Haag gewaarschuwd door mensenrechtenorganisaties. Men luisterde niet. Evenmin legde de reputatie van Al-Bashir gewicht in de schaal. En al helemaal niet zijn islamistische opvattingen en praktijk. Kon ze allemaal geen zak schelen. Waarschuwen tegen het fundamentalisme is voor de Nederlandse bühne. Het is om zo te zeggen de zieltjeswinnerij van rechts.
De verhouding met El-Bashir werd steeds hartelijker. Ook in andere Europese hoofdsteden steeg zijn reputatie. Hoe handig was immers zijn medewerking als het erom ging migranten niet alleen uit Soedan maar ook uit Eritrea en Ethiopië de voet dwars te zetten. Fijne man.
Vanuit het Binnenhof ben je met de tram in tien minuten bij het Internationaal Strafhof. Laten we hopen dat Al-Bashir een kanarie is die zingt. Dan krijgt Nederland nog eens de Nobelprijs voor dubbelhartigheid.
Ter aanvulling is dit de verworpen motie van Jasper van Dijk:
"De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het rapport «(On)zichtbare invloed» aantoont dat circa 5% van de moskeeën via buitenlandse geldstromen wordt beïnvloed; constaterende dat deze religieuze instellingen door andere staten financieel worden ondersteund in het uitdragen van antidemocratisch gedachtegoed; overwegende dat buitenlandse financiering van politieke partijen eveneens aan banden wordt gelegd vanwege ongewenste inmenging; verzoekt de regering, een verbod in te voeren op buitenlandse financiering van religieuze organisaties, en gaat over tot de orde van de dag."
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen.