Halve en hele onwaarschijnlijkheden voerden vaak de boventoon maar de politieke beweegredenen zijn grotendeels duidelijk geworden.
In de gloednieuwe serie spannende avonturen van Tovenaar Trump gaat hij, geholpen door zijn beeldschone assistente Una Paloma Blanca, pardon: Anna Paulina Luna, binnenkort op zoek naar de waarheid achter allerlei Amerikaanse mysteries. Zo weten we dan misschien binnenkort éindelijk waar Jimmy Hoffa echt begraven ligt en, hou u vast, worden er nóg meer Kennedydossiers ontsloten.
Aangaande die openbare executie, kwamen er eind 1993 natuurlijk al bijna een miljoen (!), meestens zwaar gelakte, pagina’s aan regeringsdocumenten vrij, maar nu moet de onderste steen dus boven. Waarom dat moet blijft vooralsnog enigszins diffuus, maar aan mevrouw Luna de eervolle taak om, als een moderne Lara Croft, al die federale geheimen voor eens en voor altijd te ontsluieren. Gezien haar militaire achtergrond zal dat fysiek zeker weinig problemen opleveren. De cerebrale kant van het verhaal echter, houd de gemoederen ondertussen hevig in beroering.
Laten we de teamleidster, in het kader van onze overzeese politieke betrekkingen, in elk geval alvast een helpend handje toesteken. Op 22 November 1963 werd president John F. Kennedy tijdens een rijtour door Dallas in een open wagen doodgeschoten (Het ‘waarom?’ en ‘door wie?’ is talloze malen benoemd en de namen achter die moord is nog altijd onderwerp van verhit gesprek). Halve en hele onwaarschijnlijkheden voerden vaak de boventoon maar de politieke beweegredenen zijn grotendeels duidelijk geworden. Ook de hypothese dat Lee Harvey Oswald op die dag de enige moordenaar zou zijn geweest is inmiddels door het vele onderzoek, technisch bewijs en talloze (getuigen-)verklaringen onderuitgehaald.
Zo meldde zich in augustus 1990 nog ene Ricky White die nagelaten papieren van zijn vader Roscoe had gevonden die onomstotelijk bewezen dat híj de agent was geweest die, naast twee anderen én in opdracht van de CIA, het dodelijke schot had gelost (zowel op de president als op de agent J.D. Tippit, drie kwartier later). Priester Jack Shaw doorbrak zijn ambtsgeheim en bevestigde dat Roscoe White die verklaring meerdere malen aan hem had opgebiecht. Billy Harper, een inwoner van Dallas beweerde een botfragment van Kennedy’s schedel te hebben gevonden in het gras op de plaats van de moord. ‘Vervalste röntgenfoto’s’, enfin, ‘Oswald was not alone’, zoveel is na ruim zestig jaar wel duidelijk.
Opdrachtgevers moeten gezocht worden bij de veiligheidsdiensten en daarin is de naam George de Morenschildt, vreemd genoeg, altijd onderbelicht gebleven. Deze fascinerende figuur, een gevluchte edelman uit Wit-Rusland, was geoloog, zakenman in de wereldwijde oliehandel en… belangrijkst in deze zaak; ’handler’ voor de CIA. Dat begrip behelst een verbindingsman die ‘agenten’ die niet op de loonlijst van de dienst stonden, recruteerde, cultiveerde en daadwerkelijk aanstuurde. De naam van deze flamboyante, rokkenjagende graaf werd al eerder genoemd in het vermaarde Warren-report maar kwam voor het éerst duidelijk naar voren toen de Nederlandse journalist Willem Oltmans er mee op de proppen kwam (En nu maar hopen dat die wat ongemakkelijke Russische link geen vervelende spanningen op gaat leveren tussen Tovenaar Trump en zijn Russische evenknie).
De betreurde Oltmans, een zeer wel ingevoerde en absolute witte raaf in het journalistieke landschap, behoeft geen introductie meer. In elk geval waren zijn contacten, reportages en algehele levenswandel van een dermate aard dat men maar twee keuzes had: Men was vóor, danwel tégen hem (Zijn dagboeken baren nog altijd opzien en zullen mevrouw Luna ongetwijfeld tot interessante inzichten doen komen).
Midden 90’er jaren had regisseur Theo van Gogh een serie gesprekken met hem (zie de DVD-documentaire, ‘De eenmotorige mug’) waarin Oltmans op zijn geheel eigen, ontluisterende wijze uitweidde over zijn contact met de Morenschildt.
In een notedop: Oltmans ontmoette door stom toeval, vier maanden na de moord, de moeder van Lee Harvey Oswald. Hij vloog naar een lezing in Dallas en vond zichzelf gezeten naast mw. Oswald (!). Die praatte haar mond voorbij en zo kwam Oltmans o.a. te weten dat Oswald eerder als CIA-agent in Japan was geweest en in de uren die volgden, veranderde Oltmans beeld van Lee Harvey Oswald totaal. Eenmaal thuis in Nederland nam hij contact op met Carel Enkelaar van de NOS die direct een primeur rook en Oltmans vroeg zich te vervoegen bij de toen zeer bekende paragnost Gerard Croiset om hem te vragen naar zijn gedachten aangaande de moord op Kennedy.
Croiset maakte melding van ‘een complot’ en omschreef de architect daarvan; Geoloog, 50’er, oliebaronnen en een naam met ‘sch’ daarin… Vervolgens meldde Oltmans zich bij moeder Oswald die het Warren-report uit de la trok en een foto van George de Morenschildt aanwees als een zeer goede vriend van haar vermoorde zoon (!). Oltmans zocht direct contact met De Morenschildt die hem een interview toezegde, edoch met de toevoeging dat hij pas over 14 dagen beschikbaar was.
Met deze kennis zag Enkelaar uiteraard onmiddellijk het gevaar dat Oltmans met deze kennis liep en raadde hem dan ook aan contact te zoeken met het kantoor van Robert Kennedy om hem zijn wederwaardigheden voor te leggen. Onder diens bescherming zou Oltmans wellicht aanzienlijk minder gevaar lopen. Kennedy’s perswoordvoerder liet vervolgens weten dat Kennedy contact had gehad met J. Edgar Hoover (FBI) en dat Oltmans kon rekenen op hun bescherming.
Niet veel later had Oltmans een zwaar auto-ongeluk en koos eieren voor zijn geld. Hij verhuisde terug naar Nederland, publiceerde het hele verhaal, inclusief dat van het auto-ongeluk, en bouwde door de jaren een informeel contact op met De Morenschildt (Beide mannen hadden gelijkwaardige familaire achtergronden in Rusland en lagen elkaar ook goed in hun wereldpolitieke zienswijze).
Toen volgde een bijna onvoorstelbare doorbraak. Begin 1977 troffen zij elkaar weer in Dallas. Naar Oltmans zeggen, bekende De Morenschildt zijn rol in de moord op Kennedy en liet tevens weten te vrezen voor zijn leven. Carel Enkelaar zag zijn kans en gelastte Oltmans onmiddellijk terug te vliegen naar Nederland alwaar Enklaar, Oltmans, De Morenschildt én Croiset elkaar ontmoetten. Croiset was geschokt en stelde vast dat dit de man is die hij ‘gezien’ had. De gezonde scepsis aangaande Croiset’s gave vervloog op dat moment. Enkelaar belde met oude bekende Guus Jansen van uitgeverij Strengholt en er werd op korte termijn een deal gesloten voor Het Verhaal, boek-, filmrechten etc.
De locatie voor het gesprek zou Huis ter Duin te Noordwijk worden. De Morenschildt zou zijn verhaal doen en een aantal secretaresses zouden zijn confessies vastleggen (De reden voor deze omslag duidt Oltmans vooral als e Morenschildts wroeging t.a.v. zijn rol in de moord op zijn oude vriend Oswald). Een spijtoptant dus, en niet alleen in gewetensnood over zíjn rol in het geheel.
Maandag werd alles in stelling gebracht en De Morenschildt logeerde in het voorafgaande weekend nog bij Oltmans, thuis in Amsterdam. Omdat deze wist dat De Morenschildt ooit in Luik had gestudeerd stelde hij een sentimental journey voor. Een ontspannen weekend, via Luik waarna in Brussel een fijn diner wachtte. Oltmans dacht vooruit en nodigde daarom tevens een bevriende relatie van de Russische ambassade, aldaar, uit als aardige gesprekspartner voor De Morenschildt. Russen onder elkaar, dat leverde vast aardige gesprekken op.
De man van de ambassade meldde zich wat te vroeg en ging vast bij Oltmans aan tafel. De Morenschildt verontschuldigde zich op dat moment omdat hij nog even een ommetje wilde maken... om vervolgens nooit meer terug te komen.
Niet veel later werd zijn lijk opgevist in Florida(!).
Oltmans had patent op dit soort buitengewone ontmoetingen en verhalen maar staafde die altijd met documenten die hem de jaloezie en afgunst van vele vakgenoten opleverde. In de zeventiger jaren ontmoette hij de jonge Oliver Stone en maakte deze deelachtig aan ‘de zaak De Morenschildt’ en Stone bezwoer Oltmans óoit de definitieve Kennedy-film te zullen maken op basis van die informatie.
Vijfentwintig jaar later hoorde Oltmans bij toeval over de plannen van Stone voor een film over de moord, vloog naar Hollywood, maar trof helaas een reeds voltooid script. Als troostprijs liet Stone hem figureren, notabene in de figuur van De Morenschildt, en maakte een film die Oltmans vervolgens kraakte in zijn recensie. Stone had van de ware machinaties achter de moord niets begrepen en de vriendschap tussen beide mannen was over.
“…Willem Oltmans, who’s a friend of mine, eh, was a friend of mine, Dutch journalist who knew De Morenschildt intimately..” (Regisseur Oliver Stone op het DVD-commentaarkanaal van zijn film JFK uit 1991).
Wij wensen Anna Paulina Luna veel succes om deze klus op een succesvolle manier te klaren. Of de FBI en de CIA daarna nog zullen existeren is vast onderwerp voor weer zo’n spannende aflevering van Tovenaar Trump’s secret discoveries. Oliver Stone, lees je mee?!
Wordt vervolgd…
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.