De verschrikkingen van de genocide in Gaza blootleggen in de Knesset, het Israëlische parlement, mag niet. Dat ondervond Ayman Odeh, parlementariër namens de Arabische partijen Hadash en Ta’al. Bij het voorlezen van het relaas van een Palestijn die door een Israëlisch bombardement zijn gezin verloor, gericht aan premier Benjamin Netanyahu, werd hem het woord ontnomen.
Odeh vertelde het verhaal van de 32-jarige Mohammed Abu Al Qomsan uit Gaza. Twee maanden na zijn huwelijk kregen hij en zijn echtgenote het deportatiebevel van Israël, waarna ze van plaats naar plaats trokken op zoek naar een veilig heenkomen. Na een moeizame bevalling via een keizersnede bracht zijn vrouw een gezonde tweeling ter wereld. Dolgelukkig toog Abu Al Qomsan naar het ziekenhuis om de geboorteaktes van zijn zoontje en dochtertje op te halen. Hij stuurde zijn vrouw via WhatsApp de foto’s van de aktes, maar kreeg geen reactie.
Kort daarop kreeg hij telefoon van een buurman met de vraag of hij in orde was. Abu Al Qomsan antwoordde bevestigend, waarna de buurman hem vertelde dat het flatgebouw waar hij een appartement huurde was gebombardeerd. Hij haastte zich daarop naar huis waar het ergst denkbare had plaatsgevonden. “Nog geen tien minuten had ik hun geboorteaktes in mijn bezit en nu moest ik hun sterfaktes gaan halen.”
Tijdens het betoog van Odeh, gericht aan een schijnbaar emotieloze Netanyahu, roeren andere Knesset-leden zich. Woedende blikken en driftige gebaren van parlementariërs die willen dat er een eind wordt gemaakt aan de spreekbeurt van Odeh. Ayman Odeh weet nog te verkondigen dat er inmiddels 17.385 kinderen zijn vermoord door het Israëlische regime, waaronder 825 jonger dan een jaar oud. Nog eens 35.055 kinderen zijn tot wees gemaakt. Wanneer hij Netanyahu vraagt wat diens visie voor Gaza is, wordt Odeh door de voorzitter het woord ontnomen en krijgt hij te horen dat hij direct het spreekgestoelte van "de enige democratie in het Midden-Oosten" moet verlaten.