Vandaag zal er in een kleine moskee in Osdorp een debat georganiseerd worden, een debat over de Armeense kwestie.
Vandaag zal er in een kleine moskee in Osdorp een debat georganiseerd worden, een debat over de Armeense kwestie. Toen ik dit Facebook event doorgestuurd kreeg, was ik al vrij snel geïnteresseerd. Het gebeurt namelijk niet vaak dat een Turkse organisatie, buiten het gedenkseizoen om, zulke evenementen organiseert. Ik kwam echter vrij snel van een koude kermis thuis. Ik mocht er namelijk niet bij zijn. Ik, als vrouw zijnde, werd expliciet gevraagd bij dit debat weg te blijven. Het was uitsluitend voor heren bedoeld.
De grootvader van mijn grootvader, een Koerdische man uit het Oosten van Turkije, heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn hele familie verloren door gevechten met Armeense rebellen. Zijn dorp werd met de grond gelijk gemaakt en hij vluchtte naar het Westen. Dit is ook tijdens de Armeense genocide gebeurd en het is geen uniek verhaal. Een oorlog heeft altijd meerdere verhalen. Dit verhaal sluit de andere verhalen echter niet uit. Dit verhaal en de verhalen van gedeporteerde, ondergedoken en vermoorde Armenen horen ook bij onze geschiedenis en laat dit nou nèt het probleem zijn.
Turken hebben namelijk veel moeite met het accepteren van hun geschiedenis. De issues stapelen zich op en ze worden niet opgelost. Wij hebben op dit moment issues met Koerden, Armenen en Cyprioten. Die laatste issue is nu weliswaar in de koelkast gezet, maar ook dat zullen we ooit moeten oplossen. Deze bijeenkomst had een stap in de richting van een oplossing kunnen zijn. Een moment in het jaar waarbij wij, zonder druk van de internationale samenleving, konden praten over onze verschillen. De organisatie heeft echter gekozen voor een ander aanpak. Zij hebben gekozen om een informatieavond te organiseren voor heren rond de 20 jaar, die zullen luisteren naar welgeteld één spreker.
In het licht van het grotere debat kan deze avond misschien als niet noemenswaardig worden beschouwd. Toch doet het mij pijn. Ten eerste als vrouw zijnde, omdat wij als Turkse gemeenschap nog altijd mankementen vertonen in de omgang tussen de sekses. Als organisatie hebben zij natuurlijk alle recht om hun doelgroep af te bakenen. Toch vraag ik mij af waarom dit zo is besloten. Na gemaild te hebben met de organisatie, ben ik er nog steeds niet achter gekomen. Ten tweede als Turkse Nederlander zijnde, omdat dit ook mijn geschiedenis is. Door zulke debatten te organiseren word ook ik in een kwaad daglicht gezet. Als wij ons als Turks gemeenschap in Nederland verder willen ontwikkelen, dan moeten we eerst sommige skeletten uit de kast trekken.
Hoeveel kritiek ik ook op deze organisatie heb, vind ik zelfs deze informatieavond een stap in de goede richting. Wellicht kunnen we toch op zo’n manier in gesprek blijven. Maar anno 2016 hoeven wij niet in de gemeenschappelijke ruimte van een moskee te zitten om een dialoog te kunnen beginnen. Hierbij voeg ik mij dus alsnog bij het gesprek en hoop ik dat er in de toekomst nog meerdere zullen worden georganiseerd.