Het kabinet Schoof is gevallen. Geen verrassing. Een coalitie die draaide op wederzijdse minachting en politieke stilstand houdt het zelden lang vol. Er was geen gezamenlijke visie, alleen een uitruil van ergernissen. En nu staat Nederland opnieuw op een kruispunt terwijl het vertrouwde koor klinkt van partijen die “vooruit willen”, “verbinding zoeken” en “de hoop terug willen brengen”.
Ook Frans Timmermans meldde zich, met een keurige mail aan de leden van GroenLinks-PvdA. “Het is tijd voor leiderschap,” schreef hij. En: “Doe je mee?”
Maar eerlijk gezegd: we zijn voorbij het moment van zomaar meedoen. Eerst willen we weten waaraan.
Want voordat we weer praten over wonen, werken of studeren, moet het eerst gaan over de fundamentele vraag: wat bedoelen we nog met ‘internationaal recht’? Wat betekenen ‘kernwaarden’ als ze niet gelden voor Gaza? Of voor mensen aan de grenzen van Europa?
Wie nu nog wegkijkt van die morele vragen, spreekt niet namens de toekomst. En Frans Timmermans, met al zijn ervaring, sprak in de Gaza-crisis te zacht, te laat, en soms ook verkeerd. De verwijzing naar een "cultuur van de dood" sloot voor velen het gesprek af. Als hij werkelijk vooruit wil, dan wat mij betreft op een functie elders.
Want wat dit land nu nodig heeft, is iemand anders.
Iemand met een been in het globale noorden én een in het globale zuiden. Met een been in het gezag én een been voor rechtvaardigheid. Iemand van wie het aannemelijk is dat hij met nieuwe ideeën komt, omdat zijn blik minder gevangen zit in oude structuren. Iemand die links is, maar ook een goed rechterbeen heeft.
Dan kijk je wie er nog op de politieke bank zit, wie inzetbaar is… en dan zie je daar, helemaal achterin, zichtbaar ongeduldig om ingezet te worden maar te trots om zichzelf op te dringen, de tweebenige spits: Ahmed Aboutaleb.
De afgelopen maanden zagen we hem op onverwachte plekken. In Rabat, waar hij sprak over migratie, samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid. Bij Al Jazeera, waar hij werd geïnterviewd over leiderschap, vertrouwen en de rol van religie in de publieke ruimte. Geen campagnes, geen praatprogramma’s, maar een inhoudelijk en internationaal profiel.
Aboutaleb spreekt niet alleen maar om te winnen, maar ook om te begrijpen.
Hij spreekt traag, soms omzichtig, maar altijd gewogen. Zijn achtergrond is geen etnisch uithangbord, maar een bron van inzicht. Zijn religie geen breekijzer, maar een innerlijk kompas.
Toen hem onlangs werd gevraagd of hij zich beschikbaar stelt voor nationale politiek, zei hij geen ja en geen nee. Hij keek even omhoog en zei met een klein glimlachje: “Alleen Allah weet dat. In Amerika zegt men: wait and see.”
Dat is geen ontwijking, geen mystieke bescheidenheid. Het is zijn manier om te zeggen: ik luister. Ik wacht op het juiste moment en op de juiste uitnodiging.
Als GroenLinks/PvdA en Nederland werkelijk wil vernieuwen, dan moet dat meer zijn dan een andere slogan. Geen Frans, Rob of Dilan-aanpak meer. Geen managementstijl maar richting.
En misschien is Aboutaleb niet de luidste, niet de makkelijkste. Maar hij is wél de meest geloofwaardige optie die links, en misschien de hele politieke arena, nog heeft.
Dus ja. Het is tijd om hem vast warm te laten lopen.
Bel Ahmed.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.