In België zijn bedrijven ontevreden over de manier waarop het peperdure gevechtsvliegtuig F-35, ook wel bekend als JSF, is aangeschaft. De regering beloofde dat de aankoop van het Amerikaanse vliegtuig miljarden aan tegenorders voor de Belgische industrie zou opleveren op het gebied van onderdelen, onderhoud en onderzoek. Daar is echter nog steeds geen sprake van.
"Belgische CEO’s worden ongeduldig. Waar blijven hun contracten? “De onderhandelingen met Lockheed Martin lopen volop, maar het contract laat op zich wachten”, zegt Charles-Edouard Dendoncker, manager bij Feronyl, een bedrijf in Moeskroen dat een nieuw composiet probeert te ontwikkelen dat zo efficiënt is dat het het verbruik van de F-35-motoren kan terugdringen. “Het gaat om heel veel geld.”"
Een en ander zou te maken hebben met het feit dat onder druk van de Europese Unie het automatisme van tegenorders is afgeschaft. Bedrijven moeten nu zelf de boer op om die orders binnen te halen.
"“Het is een erg lang en intensief proces”, zegt ook François Lepot, de CEO van Safran Aero Boosters, in Le Soir. Hij wil graag samenwerken met een Amerikaans bedrijf dat de motoren van de F-35 produceert. Maar ook die gesprekken lijken nergens naartoe te gaan. Of zoals een andere industrieel opmerkt: “We zijn amateurs geweest. Lockheed Martin gaat er alles aan doen om aan zijn engagementen tegenover België te ontsnappen.”"
De krant vraagt zich hardop af of België zich heeft laten rollen door de Amerikanen. Volgens het ministerie van Defensie is daar geen sprake van. Het systeem zou juist veel transparanter zijn. Het gebrek aan orders zou een gevolg van onwennigheid zijn. De regering stelt dat de voorgespiegelde inkomsten van 3,7 miljard worden uitgesmeerd over een periode van 30 tot 40 jaar.