De Belgische regering wil de beslissing om zomer- of wintertijd af te schaffen pas later doorvoeren. Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, heeft voorgesteld dat zo snel mogelijk te doen en wil aan de landen zelf overlaten waar ze voor kiezen. Dat maakt de besluitvorming erg lastig omdat niet alle landen dezelfde voorkeur hebben. Nederland heeft gesteld de beslissing in Benelux-verband te willen nemen. Daarbij wordt vooral ook naar Duitsland gekeken.
België wil dat er meer tijd genomen worden om te onderzoeken wat de gevolgen zijn van de mogelijke verandering. Oostenrijk pleitte al eerder voor uitstel van de beslissing.
Juncker lijkt met het voorstel vooral ook het belang van de Europese Unie aan te tonen. Als alle landen op hun eigen houtje gaan beslissen welke tijd ze aanhouden leidt dat tot onpraktische en voor de economie mogelijk schadelijke gevolgen. Het laat ook zien dat Duitsland dan de facto de baas is over Nederland en andere kleine buurlanden wat een ander licht werpt op de onder populisten populaire discussie over ‘soevereiniteit’.
Ondertussen gaan er ook stemmen op om de tijd te verschuiven naar de ‘natuurlijke tijd’. Dat is voor Nederland de Britse GMT en dat zou betekenen dat de klok een uur extra wordt teruggedraaid.