Een vriend stuurde me een TikTok-clipje door van een Franse expat die in Singapore werkt als maaltijdbezorger. Mensen zijn verbaasd als ze de deur open doen en hem zien met de bestelling omdat ze nooit een Kaukasiër verwachten. Een Kaukasiër dat is het Amerikaanse woord voor een persoon met een witte huidskleur, het stamt uit de tijd dat nog gedacht werd dat mensen net als vee en andere huisdieren in rassen zijn onder te verdelen.
Een witte maaltijdbezorger, dat verwachten ze dus niet. In de restaurants waar hij de maaltijden gaat ophalen denken ze vaak dat hij een klant is. Witte mensen doen dergelijk bezorgwerk immers niet. Niet omdat ze het niet kunnen maar omdat het te laag betaald wordt, te zwaar en te gevaarlijk is. Die combinatie, daar zijn andere mensen voor. Niet alleen in Europa en Noord-Amerika maar ook in Azië.
De man in het filmpje deed het werk voor z’n plezier. Of liever gezegd om goed te doen. Al kan dat prima samen gaan. De evolutie heeft het zo slim bedacht dat het meestal fijn voelt om goed te doen voor een ander. Het zit, om maar eens een populaire term te gebruiken, in het dna. Al zie je bij een klein deel van de mensheid dat die empathische combinatie aan het verdwijnen is. Die genieten juist eerder als ze een ander zien lijden. Het zijn de anti-helpers. Mona Keijzer, Geert Wilders, Marjolein Faber. Om maar wat voorbeelden uit de Haagse stal te noemen.
Hoe doet de man in Singapore dan goed? Het maaltijdbezorgen verricht hij als bijbaantje naast zijn goedbetaalde kantoorwerk voor een techbedrijf. In het weekend klimt hij een paar uur op de fiets, het geld dat hij met deze lichaamsbeweging verdient, in plaats van een fitness abonnement dat alleen maar geld kost, doneert hij aan een goed doel. Win-win, heet dat.
Wat een mooi idee dacht ik en vroeg me natuurlijk meteen af of ik dat moest navolgen. Maar voordat ik op de fiets sprong, zag ik al de beren op de weg. Van 'ik ben in het weekend vaak aan het werk', het is gevaarlijk om bij nacht en ontij door de stad te racen, de belastingdienst zou misschien moeilijk gaan doen (ik heb daar totaal geen verstand van), de weersomstandigheden zijn hier wat minder gewetensvriendelijk dan in Singapore, tot en met zou ik er wel echt zin in hebben? En tot slot de minst egoïstische overweging: zou ik met mijn liefdadigheidsdrang niet het werk afpakken van iemand die de inkomsten hard nodig heeft? Je begrijpt, die laatste overweging greep ik aan om het plan met een gerust hart te laten varen.
‘s Avonds ging ik nietsvermoedend naar de bioscoop om L’Histoire de Souleymane te zien, een bekroonde Franse film. Die bleek ook over een maaltijdbezorger te gaan. En ineens belandde ik in een andere wereld, om niet te zeggen de werkelijkheid.
Souleymane is een jonge migrant uit de Westafrikaanse staat Guinee. Hij is in Parijs terechtgekomen na een levensgevaarlijke tocht door de woestijn en over de Middellandse Zee. Nu moet hij zien te overleven. Hij is dakloos, heeft geen werk- of verblijfsvergunning en is fietskoerier op naam van een ander aan wie hij een groot deel van zijn karige inkomsten moet afstaan. Dat werk en leven zijn extreem stressvol, voortdurend moet hij overal op tijd zijn. Niet alleen bij de afhaal- en bezorgadressen maar ook bij bijvoorbeeld de nachtopvang. Anders zwaait er wat. De onrust wordt knap overgebracht. De acteur speelt zeer overtuigend. De camera zit hem voortdurend op de huid, je wordt als kijker besmet met zijn stress en wanhoop.
Het is geen feel good film, noch een prekerig pamflet. Daarvoor is deze thriller veel te realistisch. Migratie laat zich niet vangen in termen van goed of slecht. En de goed- of slechtheid van de medemens is ook niet huidgebonden. Er zijn mensen die Souleymane helpen, er zijn er die hem naaien en wie dat zijn wordt niet bepaald door hun huidskleur. En dan zijn er nog de mensen die geen idee hebben of willen hebben. Dat is de meerderheid. De mensen die een maaltijd laten bezorgen hebben net zo min enig besef van het systeem dat er achter schuilt als de klant die in de supermarkt een karbonade koopt.
Ik koester niet de illusie dat een L’Histoire de Souleymane een PVV’er van gedachten zou doen veranderen. Daarvoor zit er voldoende in om zijn eigen gelijk aan op te hangen. Het zal een welkom-activist ook niet overtuigen van het feit dat migratie niet iets is om toe te juichen. Migratie gaat in de praktijk vaak met heel veel moeilijkheden gepaard. Je mag blij zijn als dat bij de volgende generatie niet meer het geval is, zeg ik als zoon van een migrant. Maar migratie is er ook al sinds het ontstaan van de eerste mens geweest. Je kunt het niet wegdenken. We komen allemaal uit Afrika.
De hoofdrol in de film wordt vervuld door de 23-jarige Abou Sangaré die zelf ook uit Guinee afkomstig is, de Middellandse Zee overstak en al drie keer tevergeefs asiel heeft aangevraagd in Frankrijk. Hij belandde in de stad Amiens nadat hij in Parijs op de vlucht sloeg voor controles door de vreemdelingenpolitie. Hij is helemaal geen acteur maar inmiddels opgeleid tot automonteur. Hij zocht werk en reageerde op de castingoproep zonder er echt in te geloven. Dat bleek anders uit te pakken. In Cannes werd hij bekroond als jong acteertalent. Een carrière in de filmwereld ziet hij echter niet zitten, vertelde hij aan Libération, hij is liever automonteur. Dat laatste gaat wellicht lukken want hij heeft deze week een werkvergunning voor een jaar gekregen.
"Ik ben meerdere keren afgewezen door de Franse overheid,” zei hij tegen de krant maar van de kant van de bevolking ervaart hij juist het tegenovergestelde. "Ik ben verrast door al die vrijwilligers en hun verenigingen, de docenten op de twee middelbare scholen waar ik me kon inschrijven, de ondernemers, de collega's. Iedereen heeft altijd geprobeerd mij te helpen. Weet je dat ik helemaal geen Frans sprak toen ik in Amiens aankwam? Ik was in Guinee zelfs nog nooit naar school geweest.”
Dat is ook hier de realiteit. Het grootste deel van de bevolking stelt zich menselijker op tegenover migranten dan de overheid.
Het goede van de film is dat die de menselijkheid terugbrengt in een debat waarin de ontmenselijking steeds meer domineert. Die ontmenselijking is noodzakelijk voor de ultrarechtse politiek om het beleid nog harder te kunnen maken. Kiezers zouden het niet accepteren als over hen zo gesproken werd zoals er over migranten gesproken wordt. Ze zouden dan wel meteen zien dat het een recept is voor nog meer ellende. Dat willen ze nu niet weten. Of hoe ze het zelf achteraf zeggen: dat konden ze niet weten.
En ik? Ik kon er niets tegen doen natuurlijk.