Op 6 juni werd het startsein gegeven voor een serie stakingen van NS-personeel, dat vecht voor een betere cao. NOS had dit ook meegekregen, en kopte dit op 3 juni met de headline: ‘Vakbonden kondigen treinstakingen aan, NS vreest landelijke impact.’ Top! Vakbonden worden genoemd, maar je moet het artikel lezen, om onvolledig erachter te komen waarvoor wordt gestaakt. Na het aflopen van een ultimatum eisen FNV en VVMC hogere lonen—de NS bood 2,55% en een schouderklopje.
Je moet FNV erop naslaan, om dit te lezen: “NS biedt een loonsverhoging van 2,55% op twaalf maanden basis. Dat ligt ruim achter de inflatie, terwijl de cao-lonen vanaf 2019 al ruim 5% achter lopen op de inflatie. Het NS-personeel maakt zich extra boos omdat de Raad van Bestuursleden in 2024 een loonsverhoging van ruim € 20.000 per jaar heeft behaald. Het lijkt erop dat wie het dichtst bij het vuur zit, zich het best warmt.”
Ook blijven veiligheid en de werkdruk onbenoemd in dat NOS-artikel. Betere voorwaarden voor zwaar en onregelmatig werk, wordt wel tussen neus en lippen genoemd. Op FNV lees je — “Door de hoge werkdruk en slechte arbeidsvoorwaarden vertrekken veel nieuwe werknemers al snel na hun opleiding. Het ziekteverzuim is hoog, soms boven de 20%.” en “Het is te gek voor woorden als je de verjaardag of het afzwemmen van je (klein)kind moet missen, omdat je geen vrij kunt krijgen.” Dat was best hele relevante info geweest in verband met het berichten over de staking.
Wat bovendien ontbreekt: stakingen vinden niet plaats in een vacuüm, maar zijn het resultaat van een decennialange erosie van arbeidsvoorwaarden sinds de verzelfstandiging van de NS in 1995. Met de liberalisering van de spoorsector en de druk op efficiency en marktconformiteit is de werkvloer systematisch uitgehold.
De gevolgen zijn niet alleen voelbaar voor het personeel, maar raken ook direct de reiziger: minder personeel betekent meer uitval, langere wachttijden en minder veiligheid op stations en in treinen. De werkdruk vertaalt zich in reële kwaliteitsvermindering van de dienstverlening — precies waar het publiek last van heeft, maar zelden de oorzaak van te zien krijgt.
Wat daarbij nauwelijks benoemd wordt, is dat hoewel NS technisch geen staatsbedrijf is, de overheid 100% aandeelhouder is en daarmee medeverantwoordelijk voor het vastgelopen cao-overleg en de bureaucratische aansturing. De minister van Financiën beheert het aandeelhouderschap en kijkt weg als de werkvloer instort. De beleidskeuzes die tot deze stakingen hebben geleid, zijn dus niet alleen een kwestie van 'bedrijf tegen personeel', maar van staat tegen loondienst.
Op zondag wordt bericht dat dinsdag ook een staking is, prima! Op dinsdag wordt nog even gezegd dat er echt geen treinen rijden, check! Fijn dat ze ook nog melden dat de staking van donderdag niet doorgaat. Op woensdag draait de toon. De koppen zijn nu — ‘Weer staking NS-personeel: vrijdag geen treinen in noorden en zuiden.’ en ‘Vrijdag geen NS-treinen door staking, ook geen alternatief vervoer.’ Op donderdag worden twee artikelen geschreven over de overlast voor de reizigers. Het hele land ligt plat en het is wel ongelukkig gekozen tijdens examentijd.
Op vrijdag is doet NOS er nog een schepje bij op. Er is weer een staking en niet een vervolg. Reizigers zouden 'weer de sjaak' zijn en eist NS-personeel te veel loon? Het NS komt zelfs met een beter loonbod en dat FNV wil maar niet aan tafel. Mogen jullie wel onbeperkt staken, NS?
De suggestie dat het stakingsrecht een ‘grillige overlastknop’ is die door de vakbond naar believen wordt ingedrukt, laat een verontrustende trend zien: het normaliseren van het idee dat collectieve actie vooral hinderlijk is.
Wat opvallend afwezig blijft in die berichtgeving: een analyse van de rol van bestuurders. Terwijl het personeel strijdt voor bestaanszekerheid, blijft de top van NS buiten beeld. In 2024 ontvingen bestuursleden loonsverhogingen van tienduizenden euro’s, en dat terwijl de werkvloer kreunt onder personeelstekorten en geweld.
Dat geweld is geen abstractie: NS-medewerkers krijgen te maken met agressie, bedreigingen en fysieke aanvallen, vooral in de avond- en nachtdiensten. In 2023 registreerde de NS ruim 1.000 meldingen van agressie tegen personeel. Dat is het decor waarin 16 euro per uur als ‘redelijk’ wordt verkocht.
Wat vooral niet benoemd wordt: dat dit een structureel arbeidsconflict is, geworteld in jarenlang beleid van beknibbelen, bezuinigen en bureaucratisch managen van mensen alsof ze data zijn. Of dat de mensen die hier staken geen decorstukken zijn in het decor van ‘examentijd en overlast’, maar arbeiders die dagelijks de ruggengraat van het openbaar vervoer vormen, en daarvoor steeds minder terugzien.
En dat patroon strekt zich verder uit dan het spoor. In de zorg, het onderwijs en de jeugdzorg vallen dezelfde klappen: structurele onderbetaling, een explosieve uitstroom, personeelstekorten en permanente stress. Alleen als mensen letterlijk het werk neerleggen, ontstaat er kortstondig media-aandacht — maar dan vooral over de overlast voor ‘de gebruiker’. Niet over het falen van beleid.
Wel benoemen ze graag dat beginnende NS-medewerkers tussen de €2.532 en €2.960 bruto per maand—zo’n €16 per uur—voor fysiek zwaar werk en regelmatig geweld krijgen. FNV stelt dat een hoger loon terecht is, zeker omdat pas na jaren dienst het salaris oploopt tot ruim €3.800 bruto. Dit komt naar voren in het stuk dat vraagt of er niet te veel loon wordt geëist. Opvallend: bij het FNV wordt de looneis gelegitimeerd vanuit marktwerking (hoge uitstroom, lage instroom), maar in de media vervaagt die logica zodra het over looneisen van werkenden gaat. Blijkbaar geldt ‘vraag en aanbod’ alleen voor bestuurders
Opeens maakt marktwerking en vraag en aanbod NOS niet meer uit in een kapitalistisch systeem. Ondanks dat te weinig mensen het werk willen doen, heeft het de schijn dat NOS vindt dat de NS-medewerkers teveel eisend zijn.
Wat wél opvalt: hoe gretig media als NOS de lens verleggen van ‘waarom er gestaakt wordt’ naar ‘voor wie dat lastig is’. Geen analyse van de oorzaak, wel veel empathie voor de gevolgen. Het woord ‘staking’ verschuift van signaal naar hinder. Terwijl het personeel vecht voor bestaanszekerheid, mogen de bestuurders blijven zitten op hun riante salarissen en falend beleid, en mogen reizigers vooral klagen tegen de verkeerde mensen.
Nog kwalijker is dat journalistieke redacties de vakbond reduceren tot stoorzender. In plaats van te erkennen dat de FNV duizenden werkenden vertegenwoordigt, worden ze geframed als onderhandelingsweigeraars. Dat is geen neutrale berichtgeving, dat is partij kiezen voor de macht. Zolang de media de framing bepalen, blijft arbeid onzichtbaar — tenzij ze even het hele spoor platleggen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.