© Illustratie: The Artistic Ninja
De hele wereld keek op toen Bob Vylan “Death to the IDF” scandeerde op Glastonbury. Iedereen viel erover. Kranten, media, politici. Plots mocht niemand meer boos zijn. Plots was pro-Palestina gelijk aan haat. Aan antisemitisme. Aan gevaar. Maar waar blijft diezelfde woede als Israëlische artiesten openlijk zeggen dat Gaza moet worden uitgevaagd? Als ze oproepen tot genocide? Als ze Palestijnen reduceren tot dieren? Dan blijft het stil. Doodstil.
Ik ben moslim. Maar ik ben vooral mens. Ik hou van mensen. Jood, moslim, christen, zwart, wit, LGBT, hetero. Iedereen met een goed hart. Iedereen die wil leven in vrede. Maar steun je een staat die kinderen bombardeert, ziekenhuizen vernietigt, journalisten uitschakelt? Dan sta je bij mij aan de verkeerde kant van de lijn.
Dit is geen haat. Dit is geen antisemitisme. Dit is verzet. Verzet tegen onrecht. Tegen dubbele standaarden. Tegen selectieve verontwaardiging.
Israëlische artiesten die wél oproepen tot haat
Dov Shurin is een zanger en religieus-nationalistisch radiopersoonlijkheid. Al jarenlang verspreidt hij via zijn muziek extremistische boodschappen. Zijn bekendste nummer “Zochreini Na” lijkt op het eerste gehoor een religieus lied, maar wie goed luistert, hoort iets anders. Shurin vervangt het bijbelse “Philistines” opzettelijk door “Palestinians”. Daarmee trekt hij de lijn tussen religieuze oorlogvoering en het hedendaagse conflict. Hij verheerlijkt geweld, roept op tot wraak en spreekt over vernietiging van de vijand. Zijn muziek wordt in ultrarechtse kringen als een soort strijdlied gebruikt. Het is geen underground, het is mainstream binnen een bepaald deel van Israël.
Ofer Levi is een populaire zanger binnen de Mizrahi-scene. In interviews laat hij zich regelmatig uit over het conflict. In 2025 zei hij in een interview letterlijk dat als hij soldaat was, hij Gaza zou platbranden. Zijn woorden: “Kill them all, burn them, erase Gaza completely.” Dit zijn geen metaforen. Dit zijn geen emoties uit boosheid. Het is een koude, berekende oproep tot etnische zuivering. Levi wordt niet geschorst. Niet geboycot. Hij blijft optreden. Hij blijft zingen. Niemand trekt aan de bel.
En dan is er Yoav Eliasi, alias The Shadow, niet zomaar een provocerende rapper… hij is een uitgesproken extreemrechtse stem in Israël, die gewelddadige taal niet schuwt. In een Facebook-post stelde hij letterlijk voor om de organen van gedode Palestijnen te gebruiken voor transplantatie in Joodse lichamen. Hij schreef:
“Cut out the organs and donate them to those who need it in Israel.” Daarnaast riep hij op tot castratie van Palestijnse lichamen: “If they want 72 virgins, let’s make sure they can’t do anything with them.”
En dat is nog niet alles. In plaats van gecanceld te worden, werd Eliasi zelfs lid van de Israëlische regeringspartij Likud. Dit zijn dus geen marginale figuren. Dit zijn mensen die invloed hebben. Die door politieke partijen worden omarmd. Die ruimte krijgen in het publieke debat. Die in een ander land direct vervolgd zouden worden voor haatzaaien.
Geen van deze artiesten wordt publiekelijk veroordeeld door westerse media. Geen van hen krijgt cancelcultuur over zich heen. Geen festivals sluiten hun deuren. Er is geen oproep tot boycot. Geen collectieve verontwaardiging. Alleen stilte. En precies dát is het probleem.
Bob Vylan en Kneecap: spiegel van de pijn
En toen kwam Bob Vylan. Een Brits punk-rapduo uit Londen, bekend als “the Bobs”: Bobby Vylan op zang en gitaar, en Bobbie Vylan op drums. Ze gebruiken allebei dezelfde artiestennaam om hun privacy te beschermen in wat zij een surveillance state noemen. Politiek links, boos en kritisch. Ze scandeerden “Death to the IDF”. Niet “Death to Jews”. Niet “Death to Israel”. Ze vielen een leger aan. Een bezettingsmacht. Een staat die al tienduizenden levens heeft genomen. Hun actie was rauw. Maar het kwam uit woede. Uit frustratie. Uit machteloosheid.
Kneecap, de Ierse hiphopgroep, deed hetzelfde. Hun optreden op Glastonbury was een statement. Ze riepen op tot bevrijding. Niet tot haat. Niet tot geweld. Ze stelden het onrecht aan de kaak. Ze gaven een stem aan zij die die stem al jaren kwijt zijn.
En toch. De media gingen los. Politici spraken schande. De artiesten werden gecriminaliseerd. Terwijl artiesten die oproepen tot genocide ongemoeid doorgaan.
Waarom is deze wereld zo verdeeld?
De wereld is scheefgegroeid. Wie vecht voor Palestina, wordt gestraft. Wie Palestina vernietigt, krijgt wapens. Steun. Aandacht. En zwijgen. Zoveel zwijgen. Waar zijn de opiniemakers nu? Waar zijn de mensenrechtenorganisaties? Waar is die stem als Israël de regels breekt?
Mensen worden moe. Moe van die dubbele standaard. Moe van een wereld die huilt bij één raket op Tel Aviv, maar wegkijkt bij duizend doden in Rafah. Dat is de bron van de verdeeldheid. Niet religie. Niet cultuur. Maar hypocrisie.
En dan is er onze eigen Douwe Bob
Douwe Bob. Een artiest van eigen bodem. Iemand die zegt: “Ik wil geen politiek op mijn podium.” Daar is vooraf een afspraak over gemaakt. Helder. Simpel. Hij komt aan bij een optreden en ziet posters, pamfletten, uitingen met een politieke lading. Dingen waar hij niet bij betrokken wil worden. Hij besluit te vertrekken. Vreedzaam. Zonder theater.
En wat doet Nederland? We vallen massaal over hem heen. Waarom? Omdat hij trouw blijft aan wat hij van tevoren heeft aangegeven? Omdat hij zich niet laat meesleuren in een strijd waar hij zich niet publiekelijk in wil mengen?
Ondertussen is het nog ernstiger geworden. Op advies van de politie heeft Douwe Bob met zijn gezin het land moeten verlaten vanwege bedreigingen. Laat dat even doordringen … Een muzikant die zegt: "Ik zing, ik polariseer niet." En wat krijgt hij terug? Geen respect voor zijn keuze, maar haat. Bedreigingen. Angst. Respect voor iemand die zijn grenzen bewaakt, zonder anderen aan te vallen. Dat is geen lafheid. Dat is integriteit. In tijden van hysterie is stilte soms ook een daad.
En dan blijft er nog één vraag over
Wie de bal kaatst, krijgt hem terug. Niet met kogels. Met geweten. Met woorden. Met kunst. Decennialang zijn Palestijnen weggezet als probleem. Maar nu ziet de wereld dat het geen Arabisch probleem is. Het is menselijk. Het is systemisch. Het raakt ons allemaal.
Ik ben blij dat gewone mensen eindelijk wakker worden. Of het nou Douwe Bob is, Kneecap of Bob Vylan. Zij tonen moed. Geen propaganda. Geen haat. Alleen een stem. Een grens. Een ‘NEE’ tegen onrecht. En dát vinden de elites gevaarlijk. Daarom vallen ze aan.
Maar social media laten iets anders zien. Ze laten zien wat NOS en BBC niet durven. Ze doorbreken de stilte. Ze geven een beeld aan wat lang verborgen bleef. Geen leugens meer. Geen filters. De spiegel staat vol in beeld.
We zijn geen kampen. We zijn mensen. En de wereld kan maar twee kanten op. Of we kiezen voor elkaar. Of we laten alles breken.
Durf jij in de spiegel te kijken? Durf jij écht te kiezen? Of blijf je wegkijken…?
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.