Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Culturele blikverruiming

  •  
28-04-2025
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
644 keer bekeken
  •  
toekomsteuropa

De wereld is niet meer wat hij was. Amerika is niet meer onze vanzelfsprekende bondgenoot. Het perspectief is veranderd. Het is tijd om daar ook culturele consequenties aan te verbinden. Taal en taalonderwijs zijn daarbij essentieel.

Toen Poetins Rusland in 2022 Oekraïne binnenviel, was een van de reacties om de Russisch cultuur te boycotten. Ik heb daar altijd mijn twijfels bij gehad. Dat de dirigent Gergiev zijn betrekkingen bij Europese orkesten kwijtraakte, was te billijken: hij was een uitgesproken medestander van Poetin en voorstander van zijn beleid. Maar om Dostojevski tot persona non grata te verklaren leek en lijkt me zinloos. Toch is er wat veranderd. Ons perspectief op Rusland is gewijzigd: we kijken er anders naar. Politiek en cultureel.

De Verenigde Staten hebben zich sinds het begin van Trumps tweede ambtstermijn ontwikkeld van een bondgenoot naar, zo niet een vijand, dan toch een moeilijke, bemoeizuchtige, onbetrouwbare kennis met de wie de relatie zwaar onder druk staat. Dat verandert ook ons perspectief. Het geeft ons reden om onze blik te verruimen.

Sinds 1945 richtte West-Europa zich sterk op de VS, en in mindere mate op Groot-Brittannië. Het grote land aan de andere kant van de Oceaan en het kleine broertje aan gene zijde van de Noordzee waren cultureel en politiek aantrekkelijk en bepalend. Er kwam ook veel vandaan: rock ’n roll, jeugdcultuur, soul, blues, Hollywood, een rijke literatuur en… Marshallhulp. De nieuwe wereld had de oude gered. De Angelsaksische wereld was in veel opzichten een voorbeeld. Na de val van de Muur deelde Oost-Europa in dat sentiment.

Nu is dat allemaal anders. De twijfel over en de kritiek op de VS zijn al ouder, en het gevoel dat het land op allerlei gebieden afglijdt is ook niet nieuw. Maar onder Trump wordt het toch tijd om daar consequenties aan te verbinden, ook cultureel. En we hoeven in eerste instantie niet ver te zoeken: Europa is vlakbij, hiding in plain sight.

Als er een gebied onze achtertuin is, dan is dat wel Europa, zowel in de betekenis van de EU als in de bredere betekenis van de Europese continent. Toch vertaalt dat zich niet in belangstelling. Waar we de Amerikaanse verkiezingen van dag tot dag volgen (en, de grote uitzondering, met de Britse politiek zijn we vaak ook redelijk bekend), zullen veel Nederlanders je de naam van regeringsleiders van onze buurlanden schuldig blijven. Ook in cultureel opzicht is fysiek zo nabij vaak psychologisch ver weg.

Toch is het van belang onze Europese buren beter te leren kennen. Niet alleen omdat de EU het economische blok is waar we altijd al diep meer verbonden waren. In deze onzekere tijden, waarin democratie, rechtsstaat en pluriformiteit onder druk staan, is de EU – met al haar feilen en imperfecties – een baken in de wereld. En Europa is ook de plek waar we vandaan komen, waar we een lange, stormachtige geschiedenis mee delen.

Zoals gezegd was de Angelsaksische wereld vanaf WOII een belangrijk inspiratie, voor Nederland en voor Europa. Maar dat onze gerichtheid daarop steeds exclusiever is geworden, komt ook door iets anders. We zijn onze talenkennis verloren, of beter gezegd: die heeft zich vernauwd tot het Engels. In het verleden sprak een onderlegde Nederlander zijn talen: Engels, maar ook Frans en Duits. Dat is niet meer het geval. Daarom lezen we nog wel de Guardian en The Economist, maar niet meer de Frankfurter Allgemeine of Le Monde. Dat is al een paar generaties gaande, dus ook de meeste  journalisten, redacteurs, auteurs, kunstenaars, cultuurcritici en politici beheersen die talen niet meer. Een vrijwillige fascinatie met de Engelstalige wereld is veranderd in een eenzijdige gerichtheid uit onkunde. Dat is niet onschuldig: met tekst en media uit de Engelstalige wereld krijg je een heel wereldbeeld mee, en als we geen media uit andere landen tot ons nemen, bieden die andere wereldbeelden geen tegenwicht.

Dat kunnen we ons niet meer permitteren. Het zou irreëel zijn om van iemand te verwachten dat hij zijn Springsteen-verzameling wegdoet of nooit meer aan Amerikaans boek leest. Dat zou even onzinnig zijn als het taboe verklaren van Dostojevski. Maar dat laat onverlet dat de landen van de EU steeds verder verweven raken, Amerika (in ieder geval de komende jaren) geen bondgenoot meer is, de Britten zich met Brexit van ons hebben verwijderd, terwijl Rusland zich al langer ontwikkelt tot een steeds vijandigere grootmacht aan de grenzen van de EU. We moeten onze kennis van, maar ook onze affiniteit met de statenbond waar we zo afhankelijk van zijn versterken. Niet alleen door kennis te nemen van de Europese politiek, zowel op EU-niveau als die van de individuele Europese landen, maar ook door, meer dan we nu doen, kennis te nemen van Europese culturele uitingen zoals films, literatuur en poëzie, muziek en toneel. Dat geeft ons een noodzakelijk, dieper begrip van elkaar.  

Om dat alles te kunnen moeten we kennis hebben van elkaars taal. Dat hoeft niet te betekenen dat alle Nederlanders alle Europese talen beheersen. Maar de kennis van vreemde talen moet wel veel breder worden dan die nu is. Journalisten en politici, maar ook burgers, moeten voldoende talenkennis hebben om de politieke en sociaal-maatschappelijke context in andere landen te begrijpen. Zo kan er een gemeenschappelijke politieke ruimte ontstaan voor een grensoverschrijdend Europees politiek debat dat broodnodig is voor een volwaardige Europese democratie. Cultuurmakers en -critici moeten in het hele Europese veld kennis kunnen opdoen en zich daarin kunnen uiten en bewegen, zodat naast die gemeenschappelijke politieke ruimte ook een gemeenschappelijke culturele ruimte kan ontstaan. We hebben wetenschappers nodig die de finesses van de taal doorgronden en bekend zijn met  de geschiedenis en cultuur waarin die wordt gesproken. We hebben vertalers nodig om al die talen te vertalen (en, voor wie nog denkt dat AI dat kan overnemen – mensen die in staat zijn de bias en de vele miskleunen van AI te herkennen en te corrigeren). En we hebben de taaldocenten nodig om nieuwe generaties jongeren, wetenschappers, taaldocenten en vertalers op te leiden. Het is ook niet meer voldoende als onze talenkennis zich beperkt tot Duits en Frans.  

Het is dus van het grootste belang dat we ons meer concentreren op de vele culturen in ons achterland, en taal is daarvoor een noodzaak. Om de kennis van vreemde talen weer op een voldoende niveau te krijgen, moeten we de infrastructuur die daarvoor nodig is herstellen waar dat nog kan, in stand houden voor zover die er nog is, en opbouwen waar die is afgebroken of er nooit is geweest. Dat betekent dat we niet moeten bezuinigen op talenonderwijs en talenstudies, maar dat we die juist moeten versterken.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor