© Portret van Jezus (1656) door Rembrandt. John G. Johnson Collection, 1917
Het zijn veertien meisjes. Geen bendes, geen overlastgevers, geen ‘gelukszoekers’. Gewoon veertien jonge mensen die oorlog en chaos ontvluchtten, met niks anders dan hoop op rust en veiligheid. En toch slaagde een groepje schreeuwers in Coevorden erin om hun komst tegen te houden. Met vuur, vernieling en bedreiging. En de overheid? Die knikte. “Veiligheid kan niet worden gegarandeerd,” zei de burgemeester. Wat hij bedoelde: we hebben niet de moed om fatsoen af te dwingen.
En toen werd het stil.
Geen massale verontwaardiging, geen front van politici die opstond om te zeggen: dit is niet wie wij zijn. Nee, de Tweede Kamer stemde intussen voor nieuwe asielwetten. Tijdelijke verblijfsvergunningen, strafbaarstelling van hulp, een keiharde tweedeling in wie mag blijven en wie mag opdonderen. Een wet voor de bühne, geschreven op het ritme van angst.
En wie stemde mee? De SGP. De partij die op zondagen de Schrift letterlijk leest, maar op donderdagmiddag zonder knipperen vóór een wet stemt die de vreemdeling buitensluit en de naastenliefde criminaliseert. Je zou bijna vergeten dat Jezus niet zei: “Wie zonder verblijfsvergunning is, werpe de eerste steen.” Hij zei: “Wat je voor de minsten hebt gedaan, dat heb je voor mij gedaan.”
Er is een grens gepasseerd deze week. Niet door veertien meisjes die hier wilden komen wonen, maar door een politiek die zijn ruggengraat inlevert bij de ingang van het stemhokje. We zijn aanbeland in een land waar je beter kunt brandstichten dan een bed aanbieden. Waar geweld regeert, en compassie zwijgt.
En ondertussen schuift het venster verder op. Vandaag Tuindorp, morgen uw wijk. Vandaag vluchtelingen, morgen daklozen, transpersonen, moslims, mensen met psychische kwetsbaarheid. Iedereen die afwijkt, die kwetsbaar is, die de straat niet met een grote bek maar met een traan betreedt.
Dus ja, waar gaan we naartoe als land? Naar een plek waar de schreeuw wint. Waar partijen die ooit stonden voor ‘naastenliefde’ hun kruisen inruilen voor partijdiscipline. En waar wij, als we niet opletten, de prijs betalen voor onze lafheid.
We hebben het zo graag over onze Joods-christelijke waarden. Over compassie, gerechtigheid, het beschermen van de vreemdeling. We schrijven ze op in verkiezingsprogramma’s, hangen ze in de Kamer, noemen ze in toespraken.
Maar waar zijn die waarden gebleven? Ze lagen niet op straat in Tuindorp. Ze zaten niet aan tafel in Den Haag. En ze stonden niet op uit hun stoel toen de wet werd aangenomen.
Het is alsof we zijn aanbeland in een vallei vol droge beenderen. Zoals in het visioen van Ezechiël: een volk dat gestorven is in geloof, in hoop, in liefde. En God vraagt: “Mensenkind, kunnen deze beenderen herleven?”
Misschien is dat de vraag van deze tijd.
Kunnen we nog opstaan uit wat dor, bang en kil geworden is? Durven we nog geloven in herstel van medemenselijkheid, zelfs als de wereld ons iets anders influistert?
Portret van Jezus (1656) door Rembrandt. John G. Johnson Collection, 1917
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.