De massaclaim van ruim 10.000 Europese hotels tegen Booking.com laat zien dat de Digital Markets Act (DMA) geen papieren tijger is. Dankzij deze wetgeving kunnen hoteliers eindelijk opstaan tegen jarenlange prijsrestricties die hen verboden om op hun eigen websites lagere tarieven aan te bieden dan op het platform. Het Europees Hof van Justitie oordeelde dat deze clausules de concurrentie schaadden, en Booking moest ze afschaffen. De DMA belooft kleinere bedrijven en nieuwkomers rechten, juridische rugdekking en een gelijker speelveld.
Maar niet iedereen krijgt ze. Contentbedrijven bijvoorbeeld blijven achter. Nieuwsmedia, podcastmakers, mediabedrijven en andere digitale aanbieders zijn net zo afhankelijk van dominante platforms als hoteliers. Denk aan afhankelijkheid van zoekmachines, sociale media en appstores. Maar zij kunnen de beloften van de DMA nauwelijks verzilveren.
De DMA is sinds 2023 van kracht en richt zich op een klein aantal ‘poortwachters’: techreuzen die zo dominant zijn dat zij voor andere bedrijven en consumenten nauwelijks te vermijden zijn. Voor sectoren als e-commerce en reisaanbieders zijn de eerste effecten merkbaar. Prijsafspraken worden aangepakt, dataportabiliteit neemt toe en gebruikers krijgen meer controle over hun data en advertenties. Maar contentbedrijven blijven in een schaduwgebied opereren. Zij zijn afhankelijk van algoritmen die bepalen welke content wordt aanbevolen. De DMA eist ‘fair, reasonable en non-discriminatory’ (FRAND) aanbevelingen, maar wat dat concreet betekent voor contentaanbieders is nog onduidelijk.
De kern van het probleem is dat het lastig is om te beoordelen wanneer een platform een contentbedrijf discrimineert. Platforms maken complexe keuzes op basis van contentmoderatie, veiligheid en gebruikersvoorkeuren. Dit zijn op zichzelf legitieme redenen, maar ze maken het voor toezichthouders moeilijk om bevoordeling van eigen content of benadeling van andere partijen te herkennen. In tegenstelling tot prijsafspraken of technische blokkades, werkt contentdiscriminatie subtiel en vaak onzichtbaar.
Daarnaast speelt de gevoeligheid van content een rol. Discussies over vrijheid van meningsuiting, de inkomsten van contentmakers en de invloed van algoritmes op publieke opinie, radicalisering, verkiezingen en terrorisme maken dat handhaving en duidelijke richtlijnen voorzichtig worden benaderd. De DMA geeft contentbedrijven rechten, maar zolang die rechten niet concreet worden vertaald naar hun specifieke situatie, blijven ze moeilijk te benutten.
Toch biedt de DMA ook kansen. De verplichting tot meer transparantie kan via audits beter inzicht geven in hoe algoritmes beslissingen nemen en op basis waarvan content wordt gepromoot of juist minder zichtbaar wordt. Dit vraagt om heldere definities en afspraken. Tot nu toe is er één verplichte controle: of platforms hun uitleg over profileringstechnieken juist geven. Maar dit blijkt al erg lastig. Wat valt precies onder ‘profileringstechnieken’? Worden gegevens van individuen of groepen gebruikt, en hoe worden die groepen gedefinieerd? Welke data wordt opgeslagen, met welk doel, en voor wie is de uitleg eigenlijk bedoeld? Uitleg op het niveau van een twaalfjarige laat de essentie vaak onduidelijk.
Hier ligt een kans voor toezichthouders, platforms en contentbedrijven. Een kans om samen te bepalen wat ‘eerlijk’ en ‘niet-discriminerend’ betekent in de context van contentaanbevelingen. Die samenwerking is cruciaal, niet alleen om de wet werkbaar te maken, maar ook om vertrouwen in de digitale economie te versterken.
De Digital Markets Act heeft veel potentie, maar die kan alleen worden gerealiseerd als alle spelers in het digitale landschap, inclusief de makers van content, daadwerkelijk kunnen profiteren van de rechten die de wet belooft.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.