Empathie is uit. Je hoeft maar naar de verkiezingsuitslagen te kijken om dat te snappen. Geert Wilders won niet ondanks zijn harde en beledigende toon, maar dankzij. Caroline van der Plas dendert op een tractor de harten binnen van mensen die zich gezien willen voelen. En Dilan Yeşilgöz? Die spreekt liever over ‘keihard optreden’ dan over een samenleving die intern aan het verharden is.
Dit zijn geen leiders. Dit zijn overlevers. Mensen die hun gevoeligheid ergens lang geleden in een kluis hebben opgeborgen en de sleutel zijn kwijtgeraakt. En dus zitten we met een politiek klimaat waarin empathie wordt afgedaan als zwakte, waarin begrip wordt verward met naïviteit, en waarin ‘zorgen voor elkaar’ not done is.
Dit gaat niet over links of rechts. Dit gaat over emotionele volwassenheid. Over het vermogen om verschillen te accepteren. Om je eigen gelijk even te kunnen parkeren en naar de ander te luisteren. Dat vermogen zie ik zelden nog op het Binnenhof, en als relatiepsycholoog herken ik de patronen.
Geert Wilders is het kind dat ooit gekwetst is, en sindsdien ieder gevoel in beton goot. Hij verdedigt niet het volk, hij verdedigt zijn eigen onvermogen om nog geraakt te worden. Yeşilgöz, dochter van een politiek vluchteling, speelt nu de kaart van nationale controle alsof haar eigen bestaansrecht alleen telt als ze zich tegen nieuwe vluchtelingen keert. Van der Plas speelt moeder en hult zich in boerengezelligheid, zolang het maar niet over macht, privileges of verantwoordelijkheid hoeft te gaan. Alles moet ‘gewoon’ blijven want een volwassen gesprek is te ingewikkeld.
‘Hard’ of ‘koud’ gedrag is meestal niets anders dan onverwerkt trauma. Mensen die niet geleerd hebben hun emoties te reguleren, zetten de wereld in standje overleven. Ze kiezen controle boven contact. En precies dát zien we terug op het politieke toneel. We worden bestuurd door mensen die hun eigen pijn nooit onder ogen kwamen, en die nu beleid maken vanuit verharding in plaats van verbinding.
En wij? Wij stemmen op wie het hardst schreeuwt dat het niet aan ons ligt. Want het is makkelijker om een zondebok aan te wijzen dan om te voelen waar je zelf tekortkomt. Makkelijker om tegen ‘woke’ te zijn dan om jezelf af te vragen waarom je daar eigenlijk zo boos over wordt.
Emotionele volwassenheid betekent: je eigen gekwetstheid kennen zonder die op anderen te projecteren. Maar politiek Nederland draait op projectie. We noemen het daadkracht, maar het is angst. Angst om te voelen, te verbinden, verantwoordelijkheid te nemen.
Empathie vraagt iets wat deze politici systematisch vermijden: zelfonderzoek. Lef. Emotionele volwassenheid. Het vermogen om niet alleen je eigen pijn te erkennen, maar die van de ander ook te durven dragen, zonder meteen in de contramine te schieten.
Een samenleving die haar leiders kiest op basis van wie het minst empathisch is, is als een gezin dat zijn gevoelloze, autoritaire vader tot opperhoofd kroont omdat hij ‘tenminste duidelijk is’. Het lijkt even overzichtelijk, maar het breekt je kapot van binnen.
We hebben leiders nodig die niet harder roepen, maar zachter luisteren. Geen overlevenden met trauma’s in mantel- en maatpak, maar geheelde mensen die anderen kunnen dragen zonder hen te domineren. Leiders die snappen dat empathie niet het einde van orde is, maar het begin van beschaving.
Zonder empathie zijn we niets. Dan zijn we slechts geautomatiseerde ego’s die elkaar bevechten tot het laatste woord. Dan winnen de schreeuwers, de emotionele analfabeten, en verliezen we allemaal.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.