Soms moet je kracht tonen om geweld te vermijden.
In de decennia na de Koude Oorlog zijn we collectief in een comfortabele illusie gaan geloven: dat machtsuitoefening een primitief concept is dat we ontgroeid zijn, dat internationale relaties gebaseerd kunnen worden op wederzijds begrip en economische integratie.
Een begrijpelijke gedachte. Het post-Berlijnse Muur-Europa koesterde zijn vrede, zijn handel en zijn morele autoriteit als zachte macht. Pacifisten en anti-imperialisten hielden vol dat militarisering alleen maar tot meer conflict zou leiden (bepaald geen gekke redenering gezien de eerste helft van de vorige eeuw) en dat organisaties als de NAVO relicten waren uit een vervlogen tijdperk.
De bezwaren tegen de NAVO zijn eveneens niet zonder grond. De oostwaartse uitbreiding ver voorbij haar oorspronkelijke grenzen, de militaire interventies buiten het verdragsgebied zoals in Libië en Afghanistan, de selectieve interpretatie van het volkenrecht; het zijn geen hersenspinsels maar tastbare voorbeelden van een machtslogica die vaak meer Amerikaanse dan Europese belangen diende.
Deze machtslogica vertoont onmiskenbaar neokolonialistische trekken. In West-Afrika, waar Frankrijk met NAVO-middelen zijn invloed handhaaft onder het mom van terrorismebestrijding, blijven voormalige koloniën economisch ondergeschikt aan westerse belangen. De militaire aanwezigheid in Niger, Mali en Tsjaad is onderdeel van een strategie die westerse toegang tot uranium, goud en olie veiligstelt, terwijl lokale democratische bewegingen zelden onvoorwaardelijke steun krijgen wanneer ze economische soevereiniteit eisen.
De catastrofale gevolgen zijn zichtbaar. In Libië leidde de NAVO-interventie tot een failed state waar mensenhandel en extremisme welig tieren. In Afghanistan mondde twee decennia militaire aanwezigheid uit in een vernederende terugtrekking en een terugkeer van precies het regime dan men wilde verdrijven. De bombardementen om Kosovo resulteerden in langdurige destabilisatie van de Balkan. De collateral damage van drone-aanvallen in Pakistan, Somalië en Jemen hebben nieuwe generaties met antiwesterse sentimenten voortgebracht. In Irak, waar sommige NAVO-lidstaten buiten bondgenootschappelijk verband opereerden, heeft de invasie honderdduizenden levens geëist en een machtsvacuüm gecreëerd dat Islamitische Staat kon vullen.
In theorie blijft het pacifisme het morele ideaal. Kant’s “eeuwige vrede” en Gandhi’s geweldloosheid zijn niet alleen nobele aspiraties, maar ook filosofisch coherente posities. Een wereld zonder wapens, zonder militaire allianties, zonder afschrikkingslogica: wie zou daar tegen kunnen zijn? Het verlangen om alle middelen voor geweldpleging eenvoudigweg af te schaffen blijft een stralend baken aan de horizon van onze beschaving.
Maar de werkelijkheid dwingt tot herbezinning. De Russische agressie tegen Oekraïne heeft ons met de neus op de feiten gedrukt: er bestaan nog steeds machten die in nulsom-termen denken, voor wie geopolitiek geen diplomatenspel is maar een rauw machtsspel. Het pacifisme stuit op de weerbarstige realiteit dat niet alle actoren bereid zijn de premissen ervan te aanvaarden.
De paradox waarmee pacifisten moeten worstelen is even ongemakkelijk als onontkoombaar: soms moet je kracht tonen om geweld te vermijden. De Europese Unie kan zich niet veroorloven moreel gelijk te hebben in een wereld waar dat gelijk niet wordt erkend.
Een geloofwaardige militaire afschrikking is niet het failliet van het vredesideaal, maar de noodzakelijke garantie ervan. Een verenigd Europees defensiebeleid biedt bovendien een tegenwicht binnen de NAVO zelf, waardoor het Amerikaanse overwicht wordt getemperd. Zo kan een Europese positie ontstaan die zowel realistisch als principieel is, die de reële excessen van het NAVO-interventionisme tegengaat terwijl ze de collectieve veiligheid waarborgt.
De harde waarheid is dat zelfs het meest oprechte pacifisme uiteindelijk een luxe blijkt die alleen betaalbaar is wanneer iemand anders de rekening van de veiligheid voldoet. Als de dreiging niet ontmanteld kan worden door dialoog en diplomatieke inspanningen, en dat is helaas vaak het geval, dan is de keuze niet tussen oorlog en vrede maar tussen voorbereiding op conflict en onvoorbereide kwetsbaarheid. Op een wereldtoneel waar sommige spelers weigeren de spelregels van vreedzame coëxistentie te accepteren, is militaire paraatheid niet de ontkenning van pacifistische idealen, maar de bescherming daarvan.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.