Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

De nacht na de moord op Fortuyn is nog steeds niet voorbij

  •  
19-10-2025
  •  
leestijd 8 minuten
  •  
1702 keer bekeken
  •  
ANP-302108283

De VPRO-gids besteedde afgelopen week ruime aandacht aan Pim Fortuyn. Dit naar aanleiding van de 8-delige documentaire Pim Fortuyn - OnHollands van Menna Laura Meijer.

De Gids doet dat door een uitgebreid gesprek met Leonard Ornstein te publiceren, die zich opgeworpen heeft tot biograaf van Pim Fortuyn en die op die biografie hoopt te promoveren. In dit gesprek laat hij zich nogal bewonderend uit over Pim. Hopelijk schaadt die houding de objectiviteit van biografie niet. Zo'n biografie kan immers voor jaren het beeld van iemand vastleggen. Het is afwachten.

Maandag 13 oktober jl. werd de eerste aflevering van de documentaire uitgezonden getiteld 'Hier ligt de democratie op de grond'.

Het 'dwingt' mij tot iets wat ik al langer van plan was, maar waar ik steeds maar niet toe kwam, namelijk om mijn herinneringen aan de era Pim Fortuyn op schrift te stellen. Vanuit de gedachte: willen we ooit van het rechtspopulisme afkomen, dan is het goed om te weten hoe het allemaal begonnen is.

Tenslotte ben ik niet alleen ooggetuige maar ook nog (bescheiden) medespeler in het drama Fortuyn.

Hier een eerste herinnering, er komen er meer, en wel aan 6 mei 2002, 'De dag dat Pim Fortuyn op de grond lag.'

Fortuyn behaalt een historische overwinning tijdens de gemeenteraadsverkiezingen op 6 maart 2002 in Rotterdam, de enige stad waar hij mee doet, en wel in zijn hoedanigheid van lijsttrekker van de zojuist opgerichte, lokale (rechtse) partij Leefbaar Rotterdam.

Zijn plagerige overwinningsbravoure in het zogenaamde Witteman-debat op TV beantwoordde Melkert, de lijsttrekker van de PvdA met zichtbaar chagrijn. Daartoe welhaast gedwongen door de provocerende gespreksleider Witteman (“Zou u meneer Fortuyn niet eens feliciteren, meneer Melkert?”).

Een fatsoenlijke behandeling door de ene ‘sociaaldemocraat’, VARA-man Witteman van de andere sociaaldemocraat, de politicus Melkert, was ver te zoeken. Het verraste Melkert aantoonbaar. Hij zat er dan ook als een uitgebluste apparatsjik bij, die op het punt staat naar Siberië te worden uitgewezen… De Rode Familie is dood. Zoveel werd die avond wel duidelijk.

Ook VVD-voorman Dijkstal begaat tijdens dat debat een klassieke fout. Hij kijkt ostentatief op zijn horloge.

Dat deed Nixon ook tijden het beruchte Kennedy-Nixon TV-debat in de jaren zestig. 'Zo, meneer vindt het wel welletjes, meneer wil naar huis?'. Nixons nederlaag wordt onder andere daaraan toegeschreven.

Het beeld dat bij de tv-kijkers resteert van het Witteman-debat is dat Melkert en Dijkstal behalve saai, ook nog eens geheide losers zijn. Bovendien maakt ‘het debat’ met een klap duidelijk dat Fortuyn niet langer meer als zomaar een politiek avonturier kon worden beschouwd, maar dat hij inderdaad een reële kans heeft om de nieuwe premier van Nederland te worden.

Vervolgens, het kon niet uitblijven, wordt Pim Fortuyn door het electoraal succes in Rotterdam overmoedig. Zo onderschat hij schromelijk de problemen om een nieuwe partij van de grond te krijgen.

Hoe kom ik aan de juiste mensen?
Want politiek is niet alleen emotie, het is óók ratio. Het is, zoals gezegd, ook een vak. Mensen met kennis en kunde aantrekken… het lukt hem van geen kanten. Hij doet er eigenlijk ook geen moeite voor. Om hem heen ontstaat een louche gezelschap van ‘vrije jongens’, vastgoedhandelaren en politieke gelukszoekers.

Fortuyn trekt zich overigens van kritische commentaren op zijn lijst weinig aan. Waarom zou hij? Lijst Pim Fortuyn dat is Hij… en Hij alleen! L’etat, c’ est moi!

De rest doet er niet toe. Zie de vulling van de LPF-lijst, als beschreven in het boek

“De kinderen van Pim” van Joost Vullings! Nomen est omen!

Persoonlijk ervoer ik de uren met Pim Fortuyn bepaald niet als de aangenaamste van mijn leven. De rechtervleugel van mijn partij, voornamelijk mensen, die via Jan Nagel van Leefbaar Nederland waren binnengekomen, types als Sørensen en Madlener, waren al gauw naar Fortuyn overgelopen. Partijvoorzitter Ferry Veen (‘Fast Ferry’) zou spoedig volgen.

Sørensen heeft het zelfs nog bestaan mij, naar zijn zeggen namens Fortuyn, het fractievoorzitterschap van het nieuwe Leefbaar Rotterdam aan te bieden. De Stadspartij zou wel dan in Leefbaar Rotterdam moeten opgaan. Die dacht blijkbaar dat ik een soort opportunist was voor wie het niet uitmaakt wie mijn politieke medestanders zijn en wat hun ideeënwereld is.

De redenering, die Sørensen zelf daarover geeft is dat mij de eer toekwam met de Stadspartij te hebben aangetoond dat een lokale partij in een grote stad i.c. Rotterdam mogelijk was. Tot dan toe bestond het verschijnsel lokale partij immers alleen in dorpen en kleine steden. Het zij zo, maar ik had én heb een heel andere maatschappijopvatting dan de Fortuynistische. Dus niks samen optrekken, dat zag ik niet zitten.

Door zijn gigantische verkiezingsoverwinning was Fortuyn ‘gedwongen’ te formeren.

Er diende een immers een nieuw College van B&W te komen. Wel, dat formeren moest, volgens hem, zo publiek mogelijk. En daar zaten we dan plots in een soort van geïmproviseerde mediaspektakelshow in de tweede vergaderzaal (kamer 8) op het Stadhuis.

Het lokaal was werkelijk benauwend overvol. Wij, de fractievoorzitters, zaten met in onze nekken het voortdurend geflits en geklik van camera’s en hun brandende warmte. Het was uiterst irritant.

Een voor een werd ons door Fortuyn de vraag gesteld of wij deel wilden uitmaken van het College. Ik hoorde mezelf zeggen ‘Het heeft geen poëzie, alles wat je doet, Fortuyn. Het had anders kunnen zijn…’.

Groot en meeslepend
wil ik kleinschalig zijn

wáre politiek is poëzie!

Nog steeds vind ik dat een goed antwoord. Poëzie zie ik als een vorm van creatieve humaniteit, en creatieve humaniteit was op dat moment ver te zoeken. Bovendien als eenmanspartij, en dat was de Stadspartij van nu af aan, was het sowieso geheel irreëel om aan het College deel te nemen. Fortuyn luisterde dan ook nauwelijks naar mij. De volgende was aan de beurt.

Buiten had hij zijn Daimler opzichtig op de stoep geparkeerd. Tegen dat asociaal gedrag werd niets gedaan. Ook door de burgemeester niet.

Later werd het zelfs Opstelten te gortig. Hij wist te bewerken dat Rinus van Schendelen van de Erasmus-universiteit als formateur zou gaan optreden. Deze nestelde zich in het Parkhotel in een chique vergaderkamer achter een dikke walm dure sigarenrook en een cognac binnen handbereik. Kortom, hij ontving daar als een Grand Seigneur. Maar het lukte! Hij wist een college te formeren van drie Leefbaar- wethouders, twee CDA en twee VVD.

Dat was erg royaal van Fortuyn, want hij had met Leefbaar behoorlijk meer zetels dan het CDA en de VVD samen. Maar Fortuyn had haast. Hij moest het land in.

De slag om Den Haag moest geleverd. De last van een lange formatie aan de Coolsingel zou alleen maar knellend werken.

Dan komt maandagmiddag 6 mei 2002, half zes. We zaten met het Presidium – de fractievoorzitters van alle partijen in de gemeenteraad – in de B&W-vergaderkamer. Die vergadering van het Presidium heeft als hoofddoel een werkbare agenda voor te bereiden voor de volgende raadsvergadering. Maar er komen meestal, zeker in de rondvraag, ook andere zaken aan de orde. Er wordt een ‘eenvoudige doch voedzame’ maaltijd genuttigd. Bij Peper was dat altijd boerenkool met worst, want daar was Bram gek op (naast Babi Pangang).

Bij Opstelten was er wat meer variatie. Hoewel, wat de pot schafte op die fameuze dag, 6 mei 2002, kan ik mij niet herinneren. Een culinair hoogstandje kan het dus niet geweest zijn...

Tegen zessen kwam er een bode binnen met een briefje voor de burgemeester. Opstelten excuseerde zich en schorste voor een moment de vergadering. Hij begaf zich met de bode naar de aanpalende Burgemeesterskamer. Vervolgens werden ook wij daarheen geroepen.

Op de burgemeesterskamer stond een TV- toestel. En daarop was te zien hoe Pim Fortuyn languit op de grond lag met een bebloed verband om zijn hoofd, midden in het Mediapark van Hilversum. Hij was neergeschoten.

Ik kreeg de indruk dat Opstelten niet goed wist wat te doen. In elke geval sloot hij formeel de vergadering en stuurde ons naar huis.

Maar amper was ik thuis aangekomen of er werd gebeld vanuit het Stadhuis of ik weer terug wilde komen. Dus de fiets maar weer uit het schuurtje en terug naar het Stadhuis. Daar hadden zich rijen mensen verzameld voor de deur. Er stond een tafeltje in de hal, waarop een kaarsje, en daaraan kon men het condoleanceboek tekenen. In de loop van de avond kwamen daar heel wat tafeltjes bij. Zo groot was de aanloop.

Ik werd naar boven geloodst naar de Burgemeesterskamer, die op dat moment geheel leeg bleek. Was ik was ik enige fractievoorzitter, die was teruggekeerd?

Wel was daar op dat moment de journaliste Wouke van Scherrenburg, bij wie Pim ooit in haar programma op Rijnmond-TV was weggelopen, na haar te hebben toegevoegd, omdat hij haar kritisch ondervragen blijkbaar buitengewoon irritant vond: “Mens, ga toch koken!”.

Ik had dat programma toevallig gezien en dacht toen: nu gaat het gebeuren! Nu heeft hij de feministen tegen zich in het harnas gejaagd. “Het enige recht van de vrouw is het aanrecht”! Dit gaat niet gepikt worden. Dit wordt zijn ondergang. Maar nee, het feminisme bleek al even gelaten als de sociaaldemocratie. Nauwelijks enige reactie uit die kringen op dit gevleugelde 'Fortuyn-woord’.

Er kwam nu een mij onbekende journalist op Wouke af en die voegde haar toe “Heb jij nu je zin, Wouke!’ Waarna hij zich wendde tot mij “En dat geldt ook voor u, meneer K.!’

Alsof wij schuldig waren aan de moord op Fortuyn, omdat wij ons kritisch hadden uitgelaten ten opzichte van zijn persoon en programma. Ja, zo was toen de zieke sfeer.

Nu was er plotseling rumoer op de gang. Daar kwam een hele troep mensen aan. De burgemeester voorop, maar ook Sørensen en zowat alle leden van de Leefbaar Rotterdam-fractie. En, last but not least, Cremers, de fractievoorzitter van de PvdA ‘de Melkert van Rotterdam’. Wat bleek… ze hadden in de fractie kamer van Leefbaar onder leiding van de burgemeester gebeden!

Ze hadden gebeden! (Niet tot Allah neem ik aan.) Waar was 'de scheiding tussen kerk en staat' in de Franse absolute zin (laïcering) waar Sørensen zich strijk en zet voorstander van betoond had?! Mea van Ravenstein van D66 die inmiddels ook was gearriveerd en ik keken elkaar aan in een berustend zwijgen. Dit was niet het juiste moment om cynisch te worden.

Ik condoleerde wie ik moest condoleren en vertrok. Buiten zwol de massa op het trottoir van de Coolsingel nog almaar aan. Het condoleance-tekenen is die avond én nacht nog lange tijd door gegaan.

Bloemen, knuffels, waxinelichtjes, onbeholpen liefdesbrieven tot de Grote Leider (‘Pim, niet Mao’) begonnen zich intussen tegen de voorgevel van het Stadhuis op te stapelen. Het geheel deed sterk denken aan de toestand toentertijd in Engeland, rond de dood van prinses Diana, Lady Di, met een soortgelijke bloemenzee - op een veel grotere schaal, uiteraard -  tegen de hekken van Buckingham Palace.

Ik fietste de nacht in ‘als van een gekkenhuis’ vandaan’. En die nacht is nog steeds niet voorbij...

Meer over:

opinie, pim fortuyn
Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor