Op 5 oktober hebben we weer een Rode Lijn-demonstratie, deze keer in Amsterdam. Bij de twee vorige demonstraties waren media verbaasd dat weliswaar heel veel linkse mensen deelnamen, maar hun partijen niet in het organiserend comité zaten.
Daarom een stukje geschiedenis. Ook op 5 oktober zal ik weer de rood-witte Palestijnse sjaal dragen die ik al meer dan een halve eeuw bezit. Die heette toen nog niet keffiyeh. Ik had al een zwart-witte, maar wilde met het rood destijds protesteren tegen de houding jegens de Palestijnen van de CPN, de partij waarvan ik lid was.
In Amsterdam, waar de CPN in het college van B & W zat, werd bijvoorbeeld in opdracht van het gemeentebestuur materiaal van het Nederlands Palestina Komitee verwijderd. Een oudere kameraad placht op vergaderingen bij kritiek op Israël zijn mouw op te stropen, zodat de tatoeëring uit Auschwitz op zijn onderarm zichtbaar werd.
Die ongemakkelijke relatie van de CPN met Palestina ontbreekt helaas in Rob Hartmans’ recent verschenen Rode kameraden. De Nederlandse communisten, 1909-1991. Net als veel meer. Zijn smalende geschiedenis van de CPN steunt op een selectieve hantering van bronnenmateriaal. Dit vanuit een benauwd sociaaldemocratisch perspectief, dat zijn bronnen zelf overigens dikwijls niet hanteren.
Inderdaad ging het om een (stalinistische) sekte, maar wel meer politieke partijen hadden destijds een sektarisch karakter. De ARP van mijn ouders in de jaren zestig bijvoorbeeld, leek in sektarisch opzicht op de CPN, zoals later de SP en nog heden ten dage de SGP. Echter, een groot verschil tussen de toenmalige CPN en de ARP was dat een dagelijks soort antisemitisme voor de gereformeerden als vanzelfsprekend gold. Communisten hadden het nooit over ‘een jodenfooi’ of ‘een jodenstreek’.
De ‘vernieuwers’ in de CPN komen er bekaaid af bij Hartmans. Geen enkele lof voor hun destalinisatie van de CPN. Integendeel, zoals vaak worden de relatief hoogopgeleide nieuwkomers met hun aandacht voor milieu, feminisme en homorechten afgezet tegen de ‘authentieke’ arbeiders. Met het bekende leedvermaak over het verdwijnen van de gedestaliniseerde partij die zich vervreemd zou hebben van de gestaalde arbeiders.
Waardoor? Omdat de Nederlandse communisten na negentig jaar eindelijk de sociaaldemocratische beginselen omhelsden. Overigens moest de PvdA even weinig als de CPN iets hebben van het Nederlands Palestina Komitee. Onlangs nog zagen we een aantal boze vleermuizen op het congres van GL-PvdA die de motie-Piri over het weigeren van wapens aan Israël onaanvaardbaar vonden.
Hartmans vermeldt evenmin de onlangs overleden journalist Paul Damen, die ooit als eerste partijlid openlijk kritiek uitoefende op de starre CPN-leiding, via een interview in de ‘burgerlijke pers’. Want vernieuwers kwamen volgens Hartmans uit de partijtop. Zoals de heftige kritiek op het ‘rode boekje’, het rapport De CPN in de oorlog, een schandschrift uit 1958 waarin de toenmalige tegenstanders van CPN-leider Paul de Groot als verraders en spionnen werden ‘ontmaskerd’.
Maar over de CPN in de oorlog waren tevoren in de partijafdelingen veel ongemakkelijke, moeizame en soms ook onaangename discussies gevoerd, waarin lokale partijleden excuses van het toenmalige partijbestuur eisten. In dezelfde tijd had de CPN de affaire-Ebels. Twee partijgenoten die een Tsjechisch onderzoeksrapport hadden vertaald over het neerslaan van de Praagse Lente, dreigde een royement. Veel lokale afdelingen maakten daartegen bezwaar. En ja, er werd in de afdelingen ook al jaren tegen de afhoudende politiek van het CPN-partijbestuur jegens de Palestijnen en het Palestina Komitee geprotesteerd.
Bovengenoemde critici waren niet de ‘authentieke’ arbeiders van Hartmans. Integendeel, hun Horizontaal Overleg van Communisten wilde juist een stalinistische sekte blijven. In 1983 meende ik dat het kinderachtig was om na tien jaar die rood-witte sjaal te blijven dragen. Je kunt het Palestina Komitee blijven steunen en deelnemen aan demonstraties. En dat ook zonderde toe-eigening van zo’n kledingstuk.
Toen kwam Bob Dylan met de elpee Infidels en het nummer ‘Neigborhood Bully’. De bard had net een ultra reactionaire versie van het christendom vaarwel gezegd, maar leek nu bekeerd te zijn tot een totale apologeet van Israël. Naar alle akelige dingen die het land toen al deed jegens de Palestijnen en hun sympathisanten verwijst hij stap voor stap… in positieve zin!
Omgekeerd in negatieve zin naar de kritiek op Israël. Want de Neigborhood Bully mag alles van Dylan, wordt daarom gehaat en staat volkomen alleen: ‘Well, he got no allies to really speak of/ What he gets he must pay for, he don't get it out of love.’
Israël geen serieuze bondgenoten? Dat was in 1983 uiteraard volkomen nonsens. Het Amerika van Gerald Ford stond pal achter de Israëlische slachtpartij in het Tel al-Zaatar vluchtelingenkamp in Beiroet in 1976, net als Ronald Reagan bij de slachting in Sabra and Shatila in 1982. En dan hebben we het niet over de toenmalige blinde steun voor Israël in Europese landen. Onze premier in 1983, Ruud Lubbers, zou bij zijn overlijden in Joodse media worden herdacht als ’een vriend van de Joodse gemeenschap en van de staat Israël.’ In 1983 werd ook steeds duidelijker dat Israël het bloederige apartheidsregime in Zuid-Afrika hielp met het ontwikkelen van een atoombom en het land van P.W Botha ook assisteerde in het ontduiken van internationale wapenembargo’s. De toenmalig verantwoordelijke premier was de sociaaldemocraat Shimon Peres. Maar dit terzijde.
Mijn rood-witte sjaal bleef natuurlijk. Dylans song echoot in de Nederlandse Joden die zich hier onveilig zouden voelen omdat mensen als ik een keffiyeh dragen en tegen Israël demonstren in een Rode Lijn.
Wij oudere Rodelijners zijn dan ook bijzonder dankbaar dat jongere generaties langzamerhand onze strijd tegen de Israëlische regering overnemen. Een strijd voor de erkenning van de Palestijnse staat. Voor het vertrek van Israël uit Gaza, de Westoever, Libanon en Syrië. En aan dit laatste land de Golan-hoogte teruggeeft. Allemaal eisen die de VN soms al decennia aan Israël heeft gesteld.
Het rechts-populistische Schoof III is zelfs niet bereid om doodzieke kinderen uit Gaza op te nemen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.