Er zijn van die momenten dat je een speech leest en denkt: hé, waar heb ik dit eerder gehoord? Het schuurt, het jeukt, omdat de echo’s uit het verleden oorverdovend zijn.
SGP-leider Stoffer spreekt over de “Joods-christelijke wortels” die onder druk staan, de islam die “ruim baan” krijgt, en over het meewegen van religie bij asielaanvragen. Alsof je geloof voortaan je toegangsbewijs of juist je uitsluiting bepaalt.
Die retoriek is bekend. In de 19e eeuw waarschuwden protestanten voor de “opmars van Rome”. Katholieken werden gewantrouwd, er werd gesproken van een cultuurstrijd. In het interbellum zagen we hoe minderheden niet langer burgers waren, maar bedreigingen. De stap van retoriek naar praktijk bleek akelig klein: uitsluiting, discriminatie, en in sommige gevallen vervolging.
En nu, in 2025, horen we dezelfde toonsoort. “Onze wortels” tegenover “hun dominantie”. Het frame is helder: wij zijn erfgenamen van iets zuivers, zij zijn de indringers. Stoffer waarschuwt wel voor partijen als de PVV, omdat die ook christelijke vrijheden zouden kunnen aantasten.
Maar hij gebruikt zelf precies dezelfde identiteitsretoriek: het is wij tegen zij, wortel tegen groei.
Het wrange is dat die zogenaamde “Joods-christelijke traditie” die hij wil beschermen, helemaal niet zo oud en vaststaand is als hij suggereert. Het begrip is pas na de Tweede Wereldoorlog breed omarmd, vooral als politiek wapen tegen de Sovjet-Unie én later de islam. Ironisch, want eeuwenlang stonden joden in Europa niet aan de kant van de beschermden, maar van de vervolgden.
De geschiedenis leert ons één ding: wie religie of afkomst als meetlat voor burgerschap hanteert, zet een glijbaan uit waar je niet zomaar vanaf komt. Het begint met onderscheid, het eindigt met uitsluiting. En het idee dat Nederland altijd homogeen is geweest, is een fabel. Ons land is groot geworden door pluriformiteit, door verzuiling, door het vermogen om verschil te organiseren.
Stoffers woorden zijn dus niet zomaar een religieus standpunt. Het is een gevaarlijke cocktail van angst en nostalgie. De vraag is niet of we “onze wortels” verliezen, maar of we de lessen van ons verleden vergeten. En wie goed luistert, weet: dit soort jeuk verdwijnt niet vanzelf. Het vraagt krabben, ontmaskeren, en vooral: hardop zeggen waar dit pad in de vorige eeuw toe leidde.
En precies daar ligt ook de opdracht in deze campagne. Retoriek als deze is geen losse flodder, het is een strategie. Politici grijpen terug op “wortels”, “zuiverheid” en “wij versus zij” omdat het werkt in een tijd van onzekerheid. Het biedt houvast, maar het is een vals houvast. Het lost geen woningnood op, geen zorgcrisis, geen stikstofvraagstuk. Het polariseert, het verdeelt, en het laat ons vechten over identiteit in plaats van toekomst.
De vraag voor de kiezer is dus niet of je dit herkent uit het verleden—dat weten we inmiddels—maar of je opnieuw in die valkuil wilt stappen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.