De nieuwste zetelpeiling van Peil.nl (26 juli) laat een politieke herschikking zien die veel zegt over het klimaat van deze zomer. Na maanden waarin PVV, BBB en NSC het debat domineerden, lijkt er nu sprake van een correctie of beter gezegd: een ontwaken. De PVV zakt weg (8 t.o.v. de verkiezingen), NSC is volledig ingestort (van 20 naar 0 zetels), en het CDA verrijst als een feniks uit de as (+16!).
Wat zegt dit? Allereerst: de honger naar bestuurlijke redelijkheid is terug. Kiezers zijn wars van populistische schreeuwretoriek als die geen oplossingen oplevert. Ze willen stabiliteit, herkenbaarheid en richting. Dat verklaart deels het herstel van het CDA, maar ook de solide positie van GroenLinks/PvdA, die met 27 zetels nog altijd boven het verkiezingsresultaat uitkomt.
Maar: we verliezen wel licht terrein. En dat is een signaal dat we serieus moeten nemen.
Tegelijkertijd verschijnt er aan de horizon een andere dreiging: een radicaal economisch beleid in een keurig VVD-pakje. In haar nieuwe verkiezingsprogramma pleit de VVD openlijk voor het drastisch terugschroeven van sociale voorzieningen. Minder bijstand, meer druk op mensen met een beperking om te werken, straffen in plaats van ondersteunen. Alles in naam van 'verantwoordelijkheid' maar in de praktijk een terugkeer naar een samenleving waarin je vooral niet te veel mag kosten.
Dit is geen klassiek rechts beleid meer, dit is sociaal afbraakbeleid verpakt in technocratisch taalgebruik.
Het gevaar is dat we ons in slaap laten sussen. Want waar het ene deel van rechts afbrokkelt, bouwt de VVD aan een hard neoliberaal alternatief zonder de openlijke schreeuw van Wilders, maar met minstens zo ingrijpende gevolgen. En ze doen het onder de radar, met nette zinnen en dure woorden.
De vraag is dan ook: hoe voorkomen we dat kiezers ons zien als moreel gelijk hebbende toeschouwers in plaats van als betrouwbare krachten voor verandering? Links moet meer zijn dan het redelijke alternatief voor rechts, we moeten het sociale, groene en democratische kompas van Nederland blijven. Daar hoort ook bij dat we zichtbaar zijn in het publieke debat, ook als dat schuurt.
De opkomst van JA21 en het overleven van FVD tonen aan dat het radicaal rechtse gedachtegoed niet zomaar verdwijnt. Integendeel: het transformeert zich in nieuw jasje en blijft de publieke opinie beïnvloeden. In die context is het van levensbelang dat wij niet wegkijken, maar tegengeluid bieden, op straat, in de media én in het parlement.
Tegelijk vraagt deze herwaardering van het midden ook zelfreflectie aan onze kant. In een tijd waarin de kiezer snakt naar stabiliteit, bestuurservaring en sociale zekerheid, moeten we ons hoeden voor al te grote experimenten of radicale koerswisselingen binnen de eigen gelederen. “Kein großes Experiment,” zei Konrad Adenauer al en dat geldt ook nu. Niet elke activistische impuls hoeft vertaald te worden naar beleidsvoorstellen. Idealistische bevlogenheid is onze kracht, maar het draagvlak ligt in een stevig verhaal dat mensen vertrouwen en herkenning biedt. Radicale profilering is geen antwoord op radicaal rechts - het is een risico voor onze eigen geloofwaardigheid.
Juist nu de electorale lucht lijkt te klaren, moeten wij scherp blijven:
- Niet verzanden in technocratische voorstellen, maar hoop en richting bieden.
- Niet alleen reageren op het sentiment, maar het sentiment helpen vormen.
- Niet bang zijn voor het conflict, maar het conflict voeren op onze voorwaarden.
De opmars van het midden is een kans. Maar het is geen garantie. Het is aan ons om die ruimte te benutten, niet door te mikken op consensus om de consensus, maar door het verschil te maken - sociaal, rechtvaardig en toekomstgericht.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.