Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen.

De plantaardige zombie

  •  
04-10-2025
  •  
leestijd 6 minuten
  •  
2861 keer bekeken
  •  
ANP-354128184

In ziekenhuizen, op universiteiten en bij gemeentes wordt plantaardig eten langzamerhand de norm. Maar de eiwittransitie moet sneller – en Jeroen Siebelink denkt dat het kan: met de juiste marketingstrategie.

Ik heb een voorstel. Amsterdam in 2030 100% plantaardig. Echt elke knakworst op de Dam is over vijf jaar gemaakt van bonen, elke bitterbal op de Zuidas van oesterzwam. Als Noord-Holland een jaar later volgt, zijn denk ik in 2035 in heel Nederland alle dierenstallen veranderd in opslagloodsen voor vergeten groenten. In 2050 is de aarde weer één groot voedselbos.

Hoe we dat gaan doen, in een land dat nu nog wordt geregeerd door vleesetende zombies? In een wetteloze wereld, waar alles wat weerloos is dood moet? Waar ook wij mensen hersendood zijn? We zijn levende lijken, uitgehongerde vampiers, we slaapwandelen door de straten van Nederland Vleesland, tussen de gele weilanden en hopen mest. Toch denk ik dat het kan. Het land met de meeste, lijdende dieren per vierkante meter is wat mij betreft over tien jaar de eerste, veganistische vrijstaat op aarde.

Het begin is er. In de zorg en bij de gemeente wordt plantaardig langzaamaan de norm. We zijn op weg. Ik weet alleen niet of we het met dit tempo gaan redden. Als we niet voortmaken, is tegen die tijd de grond zo uitgeput en is onze honger naar vlees zo groot dat we aan elkaar beginnen te knabbelen.

Kunnen we niet iets sneller gaan? Recht op ons doel af? Ik heb soms het gevoel dat we van de route afdwalen. Zijwegen bewandelen. Om de zombie maar niet boos te maken, hebben we het liever niet over de herkomst van zijn verderfelijke maal, maar over wat het doet met zijn gezondheid. Is dat een goede reden, voor een dode? Of we wijzen hem op het klimaat. Als hij wat minder hard zou wegrotten, produceerde hij wat minder methaan. We praten over gezondheid en we praten over het klimaat en het spook draait zich nog maar eens om in zijn graf.

Zolang wij het maar niet met hem hoeven te hebben over het derde argument voor plantaardig. De olifant in de kamer. De koe in de stal, de kip in de loods. Oeps! Heb ik het toch gezegd. De dieren. Sorry! Ik kan er niets aan doen, maar onderzoek wijst uit dat de dieren zélf toch echt het beste argument zijn. Onderzoek, feiten, dat zijn ook dingen waar je tegen een zombie beter niet over kunt beginnen. Dat vindt hij belerend. Van een wetenschappelijk vingertje krijgt hij vooral zin in dat vingertje.

Toch is het zo. Geen duurzamere veganizer dan dieren. Een zombie die wij, omwille van klimaat of gezondheid, omturnen tot veganist, stopt daar eerder mee dan een zombie die het doet voor de dieren. Het dier is het sterkste argument. Het minst egoïstische argument. Een zombie doet het dan niet voor zichzelf, ook niet voor zijn kinderen, hij doet het voor een andere soort. Als hij eenmaal met zijn schadelijke gedrag stopt omdat hij dat over heeft voor weerloze, stemloze wezens, wil hij niet meer terug.

Gewoon, omdat veganisme dan leuker is. Geven is zoveel leuker dan nemen. Zelfs een boos monster wordt daar blij van.

De argumenten klimaat en gezondheid voelen ook krom: geen dieren meer pijn doen, omdat dit goed is voor planeet en mens? Vergelijk dit eens met de maximale snelheid op de weg. We rijden geen 200 kilometer per uur. Alleen maar omdat we iets minder uitstoten, omdat het iets beter is voor ons hart? Of omdat we geen vreselijke ongelukken willen maken?

Leuk, maar naïef, Siebelink. Ik hoor u het denken. Dieren als incentive, dat werkt niet. Niet in deze wereld vol hebzucht en haat. Wees blij dat we af en toe een paar zombies om krijgen. Dan maar uit egocentrisme. Het maakt een dier toch niet uit waarom het niet wordt opgegeten?

Ik zeg u: het moet sneller. Het kan sneller. Wat we nodig hebben is een groter plan. Een markstrategie. 75 jaar geleden, toen de dierenindustrie een plan maakte om de bruine boneneters, die we toen nog waren, te veranderen in bloedzuigende parasieten, ging het precies zo. Ze pakten de marketingboekjes erbij en schreven een plan. Marktpositionering, doelgroepenstrategie. Vrouwen en kinderen eerst. Vlees mevrouw, u weet toch wel waarom? En: Joris Driepinter, hoe doe je dat toch? Nou, heel gewoon hè, drie glazen melk per dag! De rest is geschiedenis. Nu zijn we allemaal vleeskleuters, met melksnorren, vastgezogen aan de uier van een koe.

Een historie die wij gaan herschrijven. Veel werk hebben zij al voor ons gedaan. De maatschappij? Dat is dus een markt, die je moet bewerken. De burger? Dat is dus een afnemer, die je moet manipuleren. En de concurrentie? Dat is nu het carnisme. Aanbieders van dierlijke producten, die van uitbuiting van dieren de norm hebben gemaakt. Willen wij van hen het marktleiderschap overnemen, dan moeten we waarde creëren voor hun afnemers. We moeten inspelen op de behoefte van de klant van het carnisme, beter dan het carnisme dat zelf kan.

Dus: welke breinpositie neemt het carnisme in, welk concurrentievoordeel biedt het de verstokte diereneter? Dat weten we al: de drie N’s. Dieren eten is normaal, nodig, natuurlijk. Allemaal niet waar, maar dat doet er niet toe voor de carnist. Het gaat niet om de feiten, het gaat om zijn behoeftes.

Dus: welke behoeftes vervult het carnisme niet? Dat weten de zombies inmiddels zelf ook al. Ze schaden het klimaat en hun eigen gezondheid. Ze zijn destructief bezig, ze dragen helemaal niets bij aan een betere wereld.

Ook feiten, tellen ook niet. Het is zelfs andersom. Ik denk dat voor de rechtse zombie het klimaatargument juist averechts werkt. Hij legt er alleen maar meer hamburgers van op de barbecue. Ik denk ook dat voor de linkse, vegetarische zombie het gezondheidsargument averechts werkt. Zij doet het al zo goed, maar kaas? Kaas is te lekker, dat pakt niemand haar af.

Alleen de derde behoefte die het carnisme niet vervult, goed zijn voor dieren, dat is een unique selling point die het verschil maakt. Niet het verschil voor een zombie, voor hem maakt het niet meer uit, hij en zijn nakomelingen zijn toch al gedoemd. Wel kan de reddeloze zombie nog het verschil maken voor andere wezens. Gevoelige, intelligente wezens. Het laatste beetje leven, alles wat nu nog rond trippelt op hoefjes, pootjes en klauwtjes. Leven, dat met rust wil worden gelaten, net als hij, in zijn graf.

Help de rusteloze zombie weer rust te vinden. Geef hem de liefde waar hij zo naar verlangt. Geef hem het gevoel toch ook een beetje gevoelig te zijn, intelligent. Zet hem centraal in een landelijke campagne, het uitvloeisel van onze markstrategie. Abri’s langs de snelweg, spotjes op tv. De goede zombie. De goede zombie is ook maar een mens. Een tragische held. Hij bedoelt het niet slecht. Hij wil best stoppen met dieren eten, hoe lekker het ook is. Hij heeft er ook gewoon recht op, het is ook hartstikke gezond voor zijn hart en ook voor zijn darmen. Hij stopt ook niet voor linkse hobby’s, voor klimaat, natuur. Hij stopt omdat hij, zolang hij nog op deze aarde moet ronddolen, in elk geval één ding goed gedaan wil hebben.

Hij vliegt, hij stookt, hij rookt. Hij is tegen buitenlanders, hij is tegen de wolf en hij is voor gif spuitende boeren. Maar één ding: poten af van de onschuld. Poten af van wat nog niet bedorven is, poten af van de dieren.

Jeroen Siebelink is schrijver en onderzoeksjournalist. Van zijn hand verschenen de boeken Het Bedwelmingsapparaat, Onder de Beesten en De Dierenbevrijders.

Delen:

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.

BNNVARA LogoWij zijn voor