Een stel uit mijn kennissenkring stapte onlangs op een cruiseschip voor een verblijf van ongeveer veertien dagen. Vanuit Rotterdam voer het schip eerst naar Madeira en daarna naar de Middellandse Zee. Het kolossale schip kan zo’n tweeduizend passagiers herbergen en is eigenlijk een varend dorp vol vermaak. De hele entourage is erop gericht de passagiers voortdurend te entertainen. Verveling is taboe; gasten worden aangemoedigd om overal aan mee te doen en flink geld uit te geven.
Zo’n verblijf op een luxe cruiseschip is een aanslag op je portemonnee en daarmee alleen haalbaar voor welgestelden. Minimumloners of uitkeringstrekkers zul je er niet aantreffen.
Een ‘instant’ vakantie op een cruiseschip is een typisch voorbeeld van wat journalist Tracy Metz ‘recronomie’ noemt: een samentrekking van recreatie en economie. Er wordt gerecreëerd, maar tegelijk wordt er volop geld uitgegeven. De reis kost zo’n € 3.000 per persoon, exclusief de vele extra’s die aan boord apart in rekening worden gebracht. Bovendien stoot zo’n moderne Titanic aanzienlijke hoeveelheden milieuonvriendelijke stoffen uit. Een verblijf op zo’n schip is dus niet alleen duur, maar ook milieubelastend.
De beleveniseconomie is overal om ons heen en lijkt onstuitbaar. De overheid weet er nog geen passend beleid voor te formuleren. De markt beheerst het landschap. Publieke diensten en openbare ruimten worden steeds vaker door commerciële belangen ‘toegeëigend’, ook op het gebied van recreatie.
‘Genieten’ is tegenwoordig een werkwoord met een bijzondere status, vooral in reclame: het is iets wat je kunt kopen. Genieten betekent nu vooral geld uitgeven aan dure belevenissen. Dat kan overal, maar altijd met de pinpas binnen handbereik.
Het is een doorgeslagen consumentisme: massaal samenkomen om te beleven en te genieten, met alle commerciële activiteiten die daarbij horen. Deze activiteiten nemen steeds meer ruimte in. Kijk maar om je heen: de publieke ruimte verandert in een ‘recronomisch’ landschap, waar alles draait om beleven en consumeren. Toerisme, economie en commercie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.
We brengen onze vrije dagen steeds vaker door op plekken die door de markt bedacht en ingericht zijn: dierentuinen, pretparken en bungalowparken. Openbare ruimtes worden geprivatiseerd en vaak tegen betaling toegankelijk gemaakt. Er wordt zelfs al entree gevraagd om historische steden te betreden. Wanneer komt de dag dat je moet betalen om Amsterdam, Volendam of het strand te bezoeken? In ieder geval moet je binnenkort betalen om de Zaanse Schans te betreden.
Zelfs een eenvoudig zwembad wordt tegenwoordig omgevormd tot een subtropisch zwemparadijs, waar een middagje met het gezin al snel meer dan dertig euro kost. Onze omgeving vercommercialiseert in hoog tempo: er vindt een toe-eigening plaats van openbare ruimte door marktpartijen. We zijn voortdurend op zoek naar belevenissen, maar die vinden we vooral in kunstmatige, commerciële omgevingen. De beleveniseconomie groeit gestaag door. De vrijetijdscultuur wordt steeds meer het speelveld van commerciële belangen.
Vroeger was het een bevoorrechte elite, de leisure class, die veel vrije tijd had en zich dure vrijetijdsbestedingen kon veroorloven. Vandaag de dag blijft een luxe cruise nog steeds onbereikbaar voor een grote groep Nederlanders die van een bescheiden inkomen moeten zien rond te komen…
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.