Anders dan de NRC en vele andere Nederlandse kranten ging De Telegraaf op 1 september niet op zwart uit protest tegen de meer dan 200 door Israël gedode journalisten in Gaza. Volgens hoofdredacteur Kamran Ullah doet de krant niet aan “activisme” en moeten “feiten” het vertrekpunt van de journalistiek blijven.
Mooie woorden, maar het tegenovergestelde bleek het geval toen de International Association of Genocide Scholars (IAGS) onlangs een resolutie aannam, waarin het stelde dat Israël zich schuldig maakt aan oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en genocide.
Meteen trok De Telegraaf met zwaard en vaandel ten strijde om de organisatie en resolutie in twijfel te trekken. Dat begon op 2 september met een stuk over de “groeiende kritiek” op de resolutie onder de kop: “Ons wordt opzettelijk het zwijgen opgelegd.”
Dat “ons” bleek één IAGS-lid te zijn: Sara Brown. Zij en 21 anderen steunden de resolutie niet. 107 leden deden dat wel. De rest onthield zich van stemmen. Brown beklaagde zich over een gebrek aan debat, vond dat enkele beschuldigingen niet hard te maken waren, en hekelde de rol van internationale mensenrechtenorganisaties en VN-rapporteur Francesca Albanese, die wordt beschuldigd van antisemitisme.
Een dag later volgde een hoofdredactioneel commentaar onder de kop dat de IAGS-resolutie “bol van fouten” stond. Wat die fouten waren, werd niet gezegd. Wél deelde het een sneer uit aan de “linkse” media, “antisemitische” Albanese en “zogeheten” IAGS-geleerden, voordat het de kritiek van de "gerenommeerde" Sara Brown kort herhaalde. Een column van Rob Hoogland beweerde bovendien dat de resolutie je reinste “zwendel” was.
De in Den Haag gevestigde IAGS was tot voor kort een toonaangevende organisatie. En zo werd die ook geduid in tal van internationale media. Het bestuur en de adviesraad van de club bestaan uit een twaalftal academici verbonden aan universiteiten in landen als de Verenigde Staten, Duitsland en Australië.
Zodra de resolutie het licht zag, kwam de IAGS onder vuur te liggen. Vooral op social media werd de club gekleineerd en belachelijk gemaakt. Zo beweerde de pro-Israëlisch mediawaakhond Honest Reporting dat, voor een paar tientjes, iedereen lid kan worden, hetgeen prompt door Telegraaf-boegbeeld Wierd Duk onder zijn 250.000 X-volgers werd verspreid.
Het hoofdredactioneel commentaar ging daar in mee door de geleerden “zogeheten” te noemen en Sara Brown tot “gerenommeerd” te bestempelen. Maar diezelfde Brown is helemaal niet verbonden aan deze of gene universiteit.
Ze is het hoofd van de San Diego-afdeling van de American Jewish Committee (AJC), een organisatie die opkomt voor de belangen van Joden in Amerika en Israël, zoals het Israël Informatie en Documentatie Centrum (CIDI) dat in Nederland doet. Beide organisaties bieden journalisten en beleidsmakers voorlichtingsreizen naar Israël.
Brown schreef ooit een proefschrift over genocide, gaf les aan verscheidene regionale universiteiten en was hoofd van een Brookdale Community College Holocaust centrum. Allemaal hartstikke mooi en aardig, maar dat maakt haar nauwelijks “gerenommeerd.”
Sterker nog, vóór de IAGS-resolutie genoot Brown nauwelijks enige publieke bekendheid. Die kreeg ze pas met haar IAGS-kritiek, die in talloze Israëlische media weerklank vond. De aandacht voor de IAGS-resolutie en Sara Brown in De Telegraaf staat in schril contrast met de talloze stemmen die nooit gehoor kregen in de krant.
Neem de Israëlische historicus en professor Holocaust en Genocide Studies Omer Bartov. Een van ‘s werelds voornaamste genocide-experts, aldus het Amerikaanse Holocaust Memorial Museum. Volgens Bartov pleegt Israël genocide in Gaza.
De Israëlische historicus en professor Moderne Genocide Raz Segal noemde de Israëlische aanval op Gaza “een schoolvoorbeeld van genocide die zich voor onze ogen afspeelt.”
Ook de Israëlische genocide-geleerde Shmuel Lederman en de Israëlische schrijver David Grossman zijn die mening toegedaan. En ook William Schabas, professor internationaal recht en mensenrechten aan de Universiteit van Leiden, die een deel van zijn familie in de Holocaust verloor.
Volgens Amnesty International en Human Rights Watch is er sprake van genocide, terwijl het Internationaal Gerechtshof, in nogal obscure bewoordingen, suggereerde dat het waarschijnlijk is.
De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’tselem en het Amerikaanse Physicians for Human Rights (PHR), winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1997, spreken van genocide én beschuldigen Israëls bondgenoten van medeplichtigheid: “Het kon niet plaatsvinden zonder steun van de westerse wereld.”
Dat brengt ons terug bij De Telegraaf. De krant is al jaren een platform voor een bijna kritiekloos pro-Israël geluid. En dat niet alleen in talloze columns en commentaren. Materiaal direct afkomstig van het Israëlische leger (IDF) verschijnt op de nieuwspagina’s. Dat was het geval op 7 september in een stuk onder de kop: “Nieuw rapport: claim dat Israël Gaza uithongert, klopt net zomin als genocide-beschuldiging.”
Volgens onderzoek van twee militaire historici en een statisticus aan de religieuze Bar-Ilan Universiteit is er geen honger in Gaza. De hoeveelheid eten benodigd voor zo’n twee miljoen inwoners ligt namelijk veel lager dan door de Verenigde Naties werd ingeschat: geen 500 vrachtwagens per dag, maar slechts 82.
Het stuk werd opgeleukt met een door de IDF verstrekte foto van “Hamas-commandanten die zich de falafelballetjes goed laten smaken in een kelder diep onder een ziekenhuis.” Echter, het is volstrekt onmogelijk te verifiëren dat het tweetal van Hamas is en zich in een kelder in Gaza bevindt. Het is zelfs niet duidelijk of er falafel op hun bord ligt.
Volgens het rapport gaat Israël niet helemaal vrijuit: in 19 (!!) gevallen werden Palestijnen gedood zonder militaire aanleiding. Vervolgens biedt het stuk alle ruimte voor aloude stokpaardjes als: Hamas gebruikt ziekenhuizen als bunker en burgers als menselijk schild “met als doel zoveel mogelijk Gazanen te laten sterven om daarmee de internationale reputatie van Israël te slopen.”
Diezelfde dag riep Bart Nijman in een column precies hetzelfde. Ik weet het niet. Misschien moet hoofdredacteur Kamran Ullah het woordenboek eens openslaan voor de betekenis van woorden als genocide, activisme en feiten. Ik weet wel dat, wanneer het stof in Gaza ooit gaat liggen, De Telegraaf opnieuw door het stof moet, want 80 jaar na dato staat de krant, feitelijk en activistisch, opnieuw aan de verkeerde kant van de geschiedenis.
Peter Speetjens woonde 20 jaar in het Midden-Oosten. Hij was o.a. correspondent voor Trouw en De Standaard, en co-regisseerde de documentaire “2000 Terrorists” over het bloedbad in Sabra en Shatila in 1982.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.