De FNV heeft toekomst maar dan moet de vakbond haar focus wel verleggen en radicaal voor de werkvloer kiezen, stelt voormalig FNV-vakbondsbestuurder Roel Berghuis.
2025 wordt het Jaar van de Vakbond. Dit zei macro-econoom Mathijs Bouman in een eindejaarsbespiegeling. De toekomst is aan de werknemer. ‘De verworpenen der aarde staan bovenaan de pikorde’, analyseerde Bouman met enige ironie. Door krapte op de arbeidsmarkt is de invloed van de vakbonden in Nederland flink toegenomen. De vakbonden kunnen in 2025 een loonstijging van 7% claimen. De wereld gaat voor de vakbonden open.
Maar dan. Het jaar is nog maar net begonnen en het is weer hommeles in de FNV- tent. Koppen in de media als: ‘Ruzie binnen de FNV-top dreigt te escaleren’, ‘FNV-vicevoorzitter vals beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag’ en ‘Geloofwaardigheid FNV aan diggelen door interne conflicten: slagenkuil aan de top kent alleen maar verliezers’.
Machtsstructuur
‘De (machts)structuur in de FNV moet veranderen’. Verkiezingen van een nieuw Algemeen Bestuur van de FNV, het Ledenparlement en een nieuwe voorzitter geven altijd enige dynamiek. Kandidaten willen zich profileren en zij zijn concurrenten. De taal wordt wat steviger en de oneliners worden afgevuurd. Mag allemaal. Maar als het gepaard gaat met valselijke beschuldigen, manipulatie en ondermijning van de vakbondsdemocratie, dan is dat alle grenzen van betamelijkheid voorbij. De interne vakbond FNV Personeel heeft haar leden verzameld en haar eisenpakket middels een ultimatum ‘Herstel sociale Veiligheid’ bij het Algemeen Bestuur van de FNV neergelegd. De leden van FNV Personeel eisen: er wordt een tijdelijk interim-bestuur aangesteld; het interim-bestuur draagt zorg voor een deugdelijk en transparant onderzoek naar het handelen van alle partijen in alle bovengenoemde kwesties om de sociale veiligheid binnen de organisatie te herstellen; tijdens de duur van dit onderzoek worden er geen verkiezingen gehouden. Nadat de onderzoeken zijn afgerond, schrijft het interim-bestuur nieuwe verkiezingen uit.
Onwerkbare greep
Hoe dit gaat aflopen zullen we de komende dagen/weken zien. In dit betoog wil ik het vooral hebben over wat de vakbond moet zijn en waar zij zich mee bezig gaan houden. Ik hoop dat de (machts)structuur in de FNV zal veranderen. In plaats van de centralistische organisatie met veel macht voor het Algemeen Bestuur/Dagelijks Bestuur en Ledenparlement moeten de kadergroepen in bedrijven en sectoren de mogelijkheid krijgen om de leden en werknemers veel beter te bedienen. In de bedrijven en sectoren ligt de macht van de vakbeweging en daar moeten bestuurders en kaderleden veel meer mogelijkheden en middelen krijgen om de belangenbehartiging, collectief en individueel, optimaal te organiseren. Naar mijn mening was dat ook het uitgangspunt van het ‘Akkoord van Dalfsen’ uit 2015 waarna de zogeheten ‘ongedeelde FNV’ werd opgericht, maar door ingewikkelde discussies tussen het Dagelijks Bestuur van de FNV en het Ledenparlement werden de sectoren monddood gemaakt en werd de macht gedeeld door Dagelijks Bestuur en Ledenparlement. Hierdoor houden deze organen de FNV in een onwerkbare greep en we hebben de afgelopen weken gezien tot wat voor gekkigheid dat leidt.
Nederlagen
De FNV wil haar doelen blijven realiseren door zich te richten op Haags beleid en via centrale organen als de SER en de Stichting van de Arbeid. Maar de tijden zijn veranderd. De FNV probeert invloed uit te oefenen daar waar dat niet werkt. De werkelijke macht voor vakbonden ligt niet meer bij de nationale organen maar bij de bedrijven, bij de markt. Bovendien denkt de werkgeversorganisatie VNO-NCW dat zij het wel zonder de vakbeweging kan. We hebben in Nederland al decennia regeringscoalities die zich vooral oriënteren op de werkgevers en niet op de belangen van werknemers en haar organisaties. Daarom valt er ook niks te halen in het centrale overleg. Bijna alle centrale akkoorden van de afgelopen 25 jaar werden door grote delen van de vakbondsachterban gezien als nederlagen die op z’n best gerepareerd konden worden in Cao’s van bedrijven en sectoren waar de vakbeweging nog sterk was/is. Hierdoor werd ook nog eens de vakbeweging in een heel defensieve rol gedrukt.
Perspectief
Dat het anders kan liet het recente akkoord over vroegpensioenregeling voor werknemers met zwaar werk zien. Bij dit overleg vorig najaar zaten sectorbestuurders uit Bouw, Metaal en Havens aan tafel die ook nog eens in staat waren om hun achterban in beweging te krijgen en dat leidde tot een akkoord waar voor het eerst in jaren de vakbondsachterban blij van werd. Zo kan het en zo moet het dus. Het was niet voor niks dat VNO-NCW zich met hand en tand verzette tegen de aanwezigheid van sectorbestuurders tijdens dit overleg.
De FNV moet haar focus verleggen en radicaal voor de werkvloer kiezen. Door zichtbaar te zijn op de werkvloer, door issues aan te pakken die daar spelen. Daar kunnen de vakbonden de markt effectief bestrijden en zich inzetten voor solidariteit en tegen populisme. Zo kan de bond van de oplossing, perspectief en modernisering ontstaan. Dat was ook de bedoeling van het Akkoord van Dalfsen, dichtbij mensen en sterke sectoren en mensen organiseren langs de lijnen van hun beroep. De bond moet veel meer gezicht, inhoud en perspectief geven, zodat mensen uit alle geledingen de vakbond in een optimistisch verhaal weten te vinden voor hun eigen en gemeenschappelijk belang. Dat is goed voor de FNV en voor Nederland.
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.