Hoe antifascistische taal wordt geframed als antisemitisme.
Afgelopen zaterdag stond de Britse punkrapgroep Bob Vylan op het podium van Paradiso. Het publiek scandeerde ‘Death, death to the IDF’, er hingen Palestijnse vlaggen in de zaal, en de zanger riep op om fascisme te bestrijden. Binnen 48 uur was het een landelijke rel.
PVV-leider Wilders sprak van een ‘nieuwe Jodenjacht’. Caroline van der Plas (BBB) noemde Vylan een ‘haatprediker’. Ook D66-leider Rob Jetten deed mee: ‘Je hebt helemaal niks begrepen van vrijheid van meningsuiting als je de moord op iemand staat toe te juichen.’ Het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) riep zondagochtend op tot een ‘massale aangifte’ tegen Bob Vylan wegens het aanzetten tot haat en geweld en opruiing.
Heftige reacties op een punkoptreden. Ik was nieuwsgierig waar men nou precies zo van over de toeren was geraakt en ging op zoek naar de originele (onbewerkte) beelden van het optreden.
Wat riep Bob Vylan precies? Dit waren de woorden die de meeste ophef veroorzaakten: ‘Death, death to the IDF.’ En: ‘Fuck the fascists, fuck the zionists. Get out there and fight them. Get out there and meet them in the streets. Get out there, and let them know that you do not fucking stand by them’ En over de vermoorde Amerikaanse activist Charlie Kirk: ‘Rest in piss, you piece of shit.’
Harde woorden die er geen doekjes om winden. Die je grof kan vinden, smakeloos of zelfs kwetsend. Maar is er sprake van haatzaaien? Een oproep tot geweld? Reden voor een aangifte? Of Vylan met zijn woorden de wet heeft overtreden laat ik graag over aan het OM. Als schrijver ben ik vooral geïnteresseerd in wat zijn woorden teweeg brengen en hoe ze dat doen.
Als eerste de leus ‘Death to the IDF’. Bob Vylan riep deze woorden al in juni op het Britse festival Glastonbury, wat toen tot internationale verontwaardiging leidde. De BBC stopte de livestream, premier Starmer sprak er schande van, en de Britse politie startte een onderzoek dat nog altijd loopt. Meerdere optredens werden geannuleerd. Paradiso kende dus de controverse toen zij de band boekten. Toch had de directeur er niet op gerekend dat deze leus zaterdagavond geroepen zou worden, zo vertelde hij in Nieuwsuur.
Dat gebeurde dus wel.
En hoewel ik niet zal ontkennen dat het een heftige leus is die associaties kan oproepen met geweld, vind ik de ophef erover schromelijk overdreven. Dat heeft in de eerste plaats te maken met de context: het is een protestleus van een Engelstalige punkband. In de Engelstalige protesttraditie betekent 'death to' ook gewoon 'weg met'. En punk kiest nu eenmaal bewust voor provocatieve, hyperbolische taal. Dat is onderdeel van het genre en precies de bedoeling: schokken, provoceren, ongemak creëren. Het is dus geen toeval dat hij niet ‘Stop the IDF, please' riep.
Ten tweede gaat het over het Israëlische leger, een staatsorganisatie die volgens het Internationaal Gerechtshof genocide pleegt in Gaza. Het gaat niet om personen, maar om kritiek op een militaire organisatie.
De meeste ophef ontstond over de uitspraak: ‘Get out there and fight them. Get out there and meet them in the streets. Get out there, and let them know that you do not fucking stand by them’. Is dit een 'oproep tot opnieuw een pogrom in de straten van Amsterdam', zoals de voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO) beweert?
Ik denk van niet.
Dit zijn klassieke oproepen tot openbare tegenspraak en zichtbaar protest. ‘Meet them in the streets’ betekent: confronteer ze in de publieke ruimte, laat je zien, demonstreer, spreek je uit. Later in zijn show zegt Vylan dit letterlijk: ‘We should be out there fighting and protesting and marching against these motherfuckers’ (woorden die opvallend minder vaak door critici worden aangehaald). Het is de taal van burgerlijke ongehoorzaamheid en straatprotest, niet van fysiek geweld.
En zijn uitspraken over Charlie Kirk? Grof, ongepast, kwetsend misschien, maar zoals advocaat Willem Jebbink, specialist in demonstratierecht, in Nieuwsuur zei: ‘(…) ik denk dat het echt wel onethisch is om dit soort dingen te zeggen over iemand die dood is (…) maar het is niet een strafbaar feit.’ Ook over Jettens uitspraak was hij helder: ‘Ik denk dat Rob Jetten niks begrepen heeft van de vrijheid van meningsuiting door dit te veroordelen.’
Ook Vylans andere uitspraken zijn volgens Jebbink waarschijnlijk niet strafbaar: ‘De rechter zal kijken of 'fight'overdrachtelijk bedoeld is, als protest, als het bestrijden van opvattingen, of dat het echt gaat om het aanvallen van mensen. Dat laatste wordt niet letterlijk gezegd in deze uiting.’ Over de IDF-leus komt hij tot een vergelijkbare conclusie.
Het lijkt er dus op dat Vylan in strafrechtelijke zin niet oproept tot geweld. Maar roepen zijn woorden dan misschien een gewelddadige reactie op bij zijn publiek?
Toen ik het optreden bekeek, thuis achter mijn laptop, kreeg ik geen rode waas voor mijn ogen. Ik voelde me aangespoord tot protest, tot schrijven, tot me duidelijk uitspreken tegen onrecht. Precies wat goede politieke kunst zou moeten doen. En de mensen in de zaal? Het was een punkoptreden in een gemoedelijke sfeer, voor een overwegend links, progressief publiek dat Palestijnse vlaggen droeg en antifascistische leuzen scandeerde. Bob Vylan zei er expliciet bij: ‘We’re not antisemitic we’re anti-zionist’.
Maar wanneer leiden woorden tot geweld?
Toen Trump op 6 januari zijn aanhangers toesprak met de op het eerste gezicht onschuldige woorden ‘Let's walk down Pennsylvania Avenue’, leidde dat tot de gewelddadige bestorming van het Capitool. Waarom? Omdat hij sprak tot een menigte die al maandenlang was opgestookt met verhalen over gestolen verkiezingen en waarin zich ook rechtsextremistische groepen bevonden, die wapens droegen en zich openlijk gewelddadig uitten.
Er is een groot verschil tussen links en rechts als het gaat om geweld. Onderzoek laat zien dat linkse extremisten statistisch significant minder geweld plegen dan rechtse extremisten. De AIVD waarschuwt consequent voor rechts-extremistisch geweld, terwijl linksextremisme veel minder gevaarlijk is.
Bovendien zijn extreemrechts en extreemlinks geen twee gelijkwaardige kanten van hetzelfde verhaal, waarbij de waarheid ergens in het midden ligt - zoals de media het vaak brengen. Extreemrechts wil mensen uitsluiten, dehumaniseren, elimineren. Extreemlinks wil systemen van ongelijkheid ontmantelen. Je kunt je trouwens afvragen wat er zo extreem is aan gelijkheid.
Toch zien we dat nu vooral (linkse) pro-Palestina demonstranten gecriminaliseerd worden in politiek en media. Terwijl onderzoek laat zien dat het geweldsrisico daar juist kleiner is.
Dit gaat om meer dan alleen Bob Vylan. Wat hier gebeurt is onderdeel van een breder patroon, waarbij media en politici vreedzame pro-Palestina protesten framen als antisemitisch: Een leus tegen de IDF wordt een leus tegen Joden. Protest tegen Israël wordt protest tegen Joden. Antizionisme wordt antisemitisme. Antifascisme wordt ook antisemitisme. De begrippen vervagen, verworden tot politieke wapens waarmee elke kritiek op Israëls beleid kan worden weggeveegd.
Het is veelzeggend hoe rechtse politici zich bedreigd voelen door oproepen om fascisme te bestrijden. Blijkbaar horen zij in antifascistische taal geen oproep tot protest maar een directe bedreiging. Misschien ligt het probleem niet bij Bob Vylans woorden, maar bij degenen die zich zo aangesproken voelen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.