De wereld op zijn kop. Een van de grootste varkenshouders in Nederland erkende gisteren dat megastallen niet meer van deze tijd zijn. Martin Houben uit het Limburgse Ysselsteyn gaf aan te stoppen met zijn bedrijf omdat hij inziet dat er geen maatschappelijk draagvlak meer is voor megastallen. Tegelijkertijd probeert de Dierenbescherming met een administratieve truc de enorme bedrijven juist te behouden voor het Beter Leven keurmerk.
Zo’n 15 jaar geleden, bij de start van het Beter Leven keurmerk, toonde de Dierenbescherming zich een verwoed tegenstander van megastallen: bedrijfslocaties waar zeer grote aantallen dieren worden gehouden, vaak in meerdere stallen naast elkaar. Denk aan 120.000 leghennen of 7500 vleesvarkens op dezelfde locatie.
We herinneren ons hoe de Dierenbescherming meeliep in demonstraties tegen de komst van nieuwe ‘veefabrieken’. Ook werden megastallen verboden voor het Beter Leven keurmerk omdat ze, volgens de Dierenbescherming, negatieve gevolgen hebben voor het dierenwelzijn, het landschap, de natuur, het milieu en de volksgezondheid. Naarmate het keurmerk succesvol werd en de verkoop van Beter Leven vlees de hoogte inschoot, dreigden er tekorten in het aanbod te ontstaan.
In 2018 kwam de Dierenbescherming met een opvallende aanpassing van de Beter Leven criteria: dieraantallen moesten niet meer geteld worden per bedrijfslocatie, maar per UBN. Dit zijn bedrijfsnummers waaronder veehouders zich registreren bij de overheid. Door verschillende stalgebouwen van een grootschalige locatie te registreren onder aparte UBN’s ontstaat op papier de illusie dat het om afzonderlijke, kleinere locaties gaat. In realiteit zijn de verschillende UBN’s nog steeds onderdeel van eenzelfde megastal, maar de Dierenbescherming geeft aparte Beter Leven certificaten per UBN. Hierdoor kunnen megastallen toch het keurmerk krijgen. De aanvankelijke bezwaren tegen megastallen waren kennelijk verdwenen.
Zo heeft Martin Houben een Beter Leven ster voor zijn stal met 12.000 varkens, veel meer dan wat officieel toegelaten is volgens de criteria. Dat de ster de varkens niet ten goede komt blijkt uit beelden die Onderzoeksgroep Ongehoord er maakte. We filmden varkens met abcessen, wonden en luchtwegproblemen in vervuilde hokken zonder het verplichte afleidingsmateriaal.
In Landhorst, Brabant, kreeg varkensmester Albers het keurmerk voor een megastal met 2 UBN’s. Hier filmden we dieren met grote navelbreuken of abcessen. Enkele varkens hadden ernstige verlammingsverschijnselen. Net als bij Houben, werden stroomstootwapens gebruikt om varkens de vrachtwagen in te drijven voor transport naar de slacht.
De meest schokkende beelden maakten we bij Beter Leven boegbeeld Annechien ten Have, wier megastal 2 Beter Leven sterren kreeg. We filmden er ernstig zieke, kreupele en gewonde vleesvarkens, en moederdieren die doorligwonden hadden door gebrek aan ruimte en bewegingsvrijheid. In de kraamafdeling lagen stapels dode biggen.
Het is een stap vooruit als belangrijke spelers uit de dierindustrie zelf inzien dat er geen toekomst meer is voor megastallen. Des te onbegrijpelijker is het dat de Dierenbescherming megastallen in stand probeert te houden voor haar keurmerk. De miljoenen die omgaan in het keurmerk hebben hier wellicht veel mee te maken. Hoe meer dieren onder het keurmerk gefokt en geslacht worden, hoe meer geld er naar de Dierenbescherming gaat.
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.