Tesla’s in Nederland rijden daarom vooralsnog vooral op kolen, gas en kernenergie.
Een paar dagen geleden luisterde ik met toenemende ergernis naar Rob van Tilburg en Doekle Terpstra op Radio1, die namens respectievelijk Natuur & Milieu en Techniek Nederland spraken over de traagheid waarmee de energietransitie verloopt. Volgens Terpstra is het toch geen probleem dat er een toename is van het aantal nieuw geplaatste CV-ketels, want dat betekent minder gasverbruik, want HR-ketels zijn toch zuiniger? En van Tilburg blies de inmiddels blikkerig klinkende groene trompet over de wenselijkheid van warmtepompen en dat de overheid daar een kwak subsidie tegenaan moet smijten om het aantrekkelijker te maken er een aan te schaffen en verder om via fiscale prikkels – lees: dingen duurder maken – het gebruik van gas onaantrekkelijker te maken. Het stuit me allemaal tegen de borst en het verschil tussen beide meningen helpt sowieso niet om tot oplossingen te komen.
Om juist op dit moment, middenin een gezondheidscrisis, gevolgd door een economische crisis, het leven voor mensen duurder te maken is enorm onhandig getimed. Veel mensen verdrinken al financieel en een dergelijke maatregel zal hen die nog net het hoofd boven het water houden alsnog de financiële dood indrijven. Nu even niet.
Om aan de overheid te vragen juist nu een subsidiepot te organiseren, terwijl de zorg niet eens betaald kan krijgen voor wat ze blijken waard te zijn, is minstens zo onhandig. De staatsschuld loopt enorm op door de crisis en we zijn nog niet aan het eind van deze tunnel. Er is domweg geen geld voor op dit moment. Ook hier onhandige timing, dus nu even niet.
En de opmerking van Terpstra geeft aan de andere kant precies aan waarom de energiecrisis zo traag verloopt. Zo’n opmerking trekt alle urgentie uit het debat, terwijl er wel degelijk iets ernstigs aan de knikker is. Dankzij alle aandacht voor corona vergeten we allengs dat er straks meer mensen gaan overlijden door een op hol geslagen klimaat, dan door dit virus. Maar zolang de stellingen zo ingenomen blijven als deze vertegenwoordigers van betrokken organisaties demonstreerden, komen we er niet uit.
Eerst die vermaledijde warmtepomp. Het is een rotding. Afgelopen week nog gaf het Planbureau aan dat duurzame investeringen in woningen overwegend niet worden terugverdiend. Je moet wel een koopkrachtige idealist zijn om die investering te doen en die groep is relatief klein. En die warmtepomp is oncomfortabel, drie keer zo duur als een ketel en de techniek is niet overal toepasbaar. Het is gewoon echt een rotding. Maar wat me er nog het meest aan stoort, is dat de overheid daarmee de verantwoordelijkheid voor de energietransitie schuift naar huishoudens. Dus die warmteketel? Nu even niet en zo denken ook al die CV-ketelkopers er ook over.
Maar wat dan wel? Door de taken eerlijk te verdelen. Huishoudens moeten volledig naar elektriciteit en de overheid moet zorgen voor duurzame energie-opwekking. Klaar.
De wil bij huishoudens is er heus wel, zo blijkt uit de toename van het aantal aangeschafte inductieplaten voor koken. En de oplossingen zijn er ook en ze bestaan ook al lang. Elektrisch koken en bakken: geen probleem. Inductie is er allang en de combi-magnetron zelfs nog langer. Warm water? De boiler is er al decennia, dus ook dat kan het probleem niet zijn. Verwarming? Elektrische olieradiatoren en vloerverwarming, zelfs design, zie ik elke keer weer in landen als Frankrijk. Dus wat is het probleem? Geen.
Ergo, voor een overzichtelijke hoeveelheid geld is een huishouden op basis van bestaande en bewezen technologie in korte tijd om te schakelen van gas naar elektrisch.
Maar Tesla’s in Nederland rijden vooralsnog vooral op kolen, gas en kernenergie. De productie van duurzame energie in Nederland blijft ver achter bij internationaal overeengekomen doelen en de politieke onwil om dit te veranderen is beneden peil. De overheid kiest de stelselmatig voor economie boven de overeengekomen doelen om de energietransitie in goede banen te leiden. Het is daarom des te opmerkelijker, dat elektrisch aangedreven auto’s fiscale voordelen kunnen genieten, terwijl de duurzaamheid ervan volledig teniet wordt gedaan door de wijze waarop de benodigde energie wordt opgewekt. Het demonstreert een opportunistische regering, die geen integrale visie heeft op de energietransitie. In dat bestuurlijke klimaat is het welhaast onmogelijk om de taken eerlijk te verdelen.
Hier zit de grote pijn. De oplossing ligt voor het grijpen, maar de wil ontbreekt. Burgers kunnen – geholpen door de markt, die houdt van volume en dus quantum voordelen kan bieden – in relatief korte tijd omschakelen naar volledig elektrische huishoudens. Die dure en oncomfortabele warmtepomp en de daarvoor evenzo kapitaalintensieve benodigde woningisolatie is daarvoor niet nodig, hoe wenselijk dat ook heus wel is.
Het probleem zit niet bij de burgers. Het probleem zit bij de overheid en, specifieker, bij de politiek. De politieke wil om de duurzame energie-opwekking goed, snel en efficiënt te regelen ontbreekt volledig. Het pappen en nathouden, de horigheid naar de lobby van VNO/NCW, de idee-fixe dat het ons economisch op achterstand zou zetten (het biedt juist een competitief voordeel op korte termijn): het zijn de overheid en de politiek die het laten liggen, terwijl bij hen de sleutel ligt om in relatief korte tijd – pak ‘m beet tien jaar – Nederland een leidende rol te kunnen geven in een wereld die worstelt met de energietransitie. Door de eenvoud en de praktische haalbaarheid: rollen verdelen en verantwoordelijkheid nemen. Burgers naar elektrisch, de overheid naar duurzame energieproductie. C’est ça.
Dus die cv-ketel? Nu even niet. Warmtepomp dan? Nope, ook die nu even niet.