Het was in een zomer in de jaren ‘80 of '90 dat zich in Spanje bij de veerboten naar Marokko enorme files met wachttijden van dagen vormden. Als ik het me goed herinner was een van de boten uitgevallen. Voor de families die vanuit Nederland naar Marokko trokken een regelrechte ramp. Ik herinner het me nog omdat ik via de korte golf naar de Wereldomroep luisterde en er in het nieuws niets over werd gezegd. Wel over files op andere Europese wegen die volliepen met vakantiegangers, plus natuurlijk de fameuze oproepen voor vakantievierders die contact op moesten nemen met thuis, meestal omdat er iets ernstigs was gebeurd. Mobiele telefoons en internet bestonden immers niet.
Ik was verbaasd dat de Wereldomroep geen melding maakte van de ramp voor de reizigers naar Marokko. Terug in Nederland sprak ik er met wat radiomakers over. ‘Die mensen luisteren toch niet’, was de meest gehoorde verklaring. Dat klopte misschien wel, maar andersom was net zo goed waar. Waarom zouden ‘die mensen’ luisteren naar nieuws dat doet of ze niet bestaan, of in ieder geval geen deel uitmaken van de Nederlandse samenleving? Ik moest er later nog met enige regelmaat aan terugdenken toen het debat over migratie steeds onverdraagzamer werd en het besef van wederkerigheid verdampte. Desinteresse werd langzaam maar zeker haat.
Nu, 40 jaar later, groeit de belangstelling voor die monstertochten van duizenden kilometers dwars door West-Europa alsnog. En terecht. Het was een karavaan van gezinnen die ieder jaar naar Marokko en Turkije trokken in volgeladen auto’s met op het dak een karrenvracht aan bagage. Ze werden veelal uitgelachen en bespot maar het waren noodzakelijke avonturiers.
De Nederlandse filmer Abdelkarim El Fassi, ooit een tijd redacteur bij Joop, maakte er Porte Bagage over, de Franse term voor imperiaal. Een romantische komedie over een familie die voor de laatste keer de tocht onderneemt op verzoek van een terminale vader met vliegangst. Ik zag de film bij een speciale voorpremière en realiseerde me toen hoezeer die monstertocht inmiddels onderdeel is van het Nederlands cultureel erfgoed. De komedie raakte me ook diep, alleen al omdat deze menselijkheid en empathie terugbrengt in de migratieverhalen. De kinderen die met hun ouders meereisden, zijn vrienden en kennissen geworden en de tochten stoere verhalen voor de kleinkinderen. Ik schreef eerder over de film op mijn eigen site.
Dit weekend beleefde ik in Parijs een indrukwekkende avond over hetzelfde thema. Kunstenaar Mohamed El Khatib maakte er een tentoonstelling over in het Grand Palais. Hij vertelt de verhalen aan de hand van de auto’s. De Peugeot 504, de Renault 12. Over beide modellen vervaardigde hij documentaires. De legendarische R12 werd zelfs speciaal ontworpen om bestand te zijn tegen de ruwe wegen van Noord-Afrika. De Franse ontwerper van die auto was zaterdagavond aanwezig op een speciale avond waar verhalen werden verteld over de tochten. Een langdurende ovatie viel hem ten deel.
De Peugeot 504 is dan wel geen Titanic maar de verhalen zijn hetzelfde. De soundtrack staat op de cassettebandjes die tijdens de rit eindeloos werden gedraaid, van Umm Khultumm met haar nummers van drie kwartier, tot Madonna. De Peugeot 504 moet tot werelderfgoed verklaard worden, zegt een van de geïnterviewden in de documentaire 504. Het is geen gek idee.
Die auto’s waren een soort huizen, kathedralen. De migranten hadden niet veel, hun geboorteland hadden ze achter zich gelaten en het bestaan in het nieuwe land was nog onzeker maar de auto, die was echt van hen. Er was geen gps en kaartlezen was voor de vaak nog analfabete vaders geen optie dus reden ze de route van 3000 kilometer uit het hoofd. Als ze het niet meer wisten volgden ze gewoon een andere auto met een imperiaal, vertelde een van de gasten op het podium. Gelach van herkenning steeg op uit het publiek. Geld voor overnachtingen was er niet. Ze sliepen in de auto. Bij de douane in Spanje en Marokko werden ze opgewacht door corrupte ambtenaren die geld en/of een deel van de bagage opeisten. Soms voltrokken zich drama’s die levens veranderden, zoals bijvoorbeeld kinderen die hun ouders verloren bij zware ongelukken.
In het debat over migratie buitelen politici over elkaar heen om te pleiten voor ‘harde maatregelen’. Zelfs Rob Jetten gaat nu mee rollebollen. Wat er zelden bij verteld wordt is dat het leven van migranten vaak al heel erg hard is. Dat is een merkwaardig fenomeen in de politiek: de hardste maatregelen worden bij voorkeur genomen tegen de kwetsbaarste mensen. Want ja, de machtigen, die laat men beter met rust.
Porte Bagage en de tentoonstelling in het Grand Palais zijn niet gericht op de politiek maar op de cultuur. De reizen zijn een fenomeen dat net zo goed onderdeel is geworden van de Nederlandse cultuur en het geheugen als Zeeuws meisje, Kruimeltje uit Rotterdam of Bartje uit Drenthe. Neem er kennis van.
Porte Bagage gaat na de zomer in première en trekt met een speciaal geschreven cabaretshow door het land. De speellijst tref je hier.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.