Het zijn prachtige beestjes, doch in de zin zoals men ze meestal duidt, vooral noodlottige figuren wier talent vroegtijdig vervliegt in de tijd.
Andy Warhol had het ooit over de “fifteen minutes of fame” en dat is een mooie, compacte beschrijving van het begrip. In de showbusiness een bijna natuurlijk verschijnsel voor het eenmalig opvlammende talent dat daarna roemloos dooft en meedogenloos vervalt in gezapigheid. Het acteurs- en regisseursbestand is enorm en de filmproductie érg klein. Regisseurs mogen zich in de handen knijpen als ze één keer in de drie tot vijf jaar een film mogen maken, laat staan hoeveel bankzittende acteurs en actrices daar een carrière aan overhouden.
Mazzelaars worden ‘trainings-acteur’ en blijven zo nog deels behouden voor het vak maar voor het gros geldt; de nagestreefde filmcarrière verwordt tot kabbelende tv-carrière en dan is daar die onvermijdelijke ‘vervolg-carrière’ die alleen nog maar een afgeleide is van de roem, en niet eens zozeer van het oorspronkelijk talent.
De weg die men dan inslaat is bij de acterende eendagsvliegen en andere bekende Nederlanders, overigens opvallend vaak dezelfde. Panels, tv-spelletjes en voor je het weet zit je je huiselijke besognes te delen in de columns van een damesblad. Na kortstondige uitstapjes op vocaal-muzikaal gebied en ‘De Kunsten’ begeeft menig vrouwelijke beoefenaar zich op het glibberige pad van trainingen, coaching en iedere denkbare vorm van therapiebeoefening.
Men heeft de artistieke wonden nog niet gelikt en in therapie ‘een plek gegeven’ of men opent prompt zelf een praktijk om blijmoedig het geleerde uit te venten (zo zagen we sterren van weleer als Monique Rosier, Sylvia Holstijn en Hedie Meyling terug als therapeut, haarprothese-maakster, respectievelijk pedagoge). De heren zien we, na die één of twee hoofdrollen, dikwijls terug als coach danwel in de dienende rol van regisseur. Het kan verkeren in dat zéér kleine Nederlandse tv-, en nog kleinere filmwereldje.
Een zelden benoemde, ongeschreven regel is dat waar men het zelf nét niet redt men dan maar een volgende generatie gaat coachen om die felbegeerde positie wél te bereiken. Vooral (jonge-) actrices hebben het in de Vaderlandse filmindustrie moeilijk. Onveranderlijk wordt ‘the flavour of the week’ gekroond tot ‘de belofte van het jaar’ en verdwijnt die belofte nog tijdens het jaar van uitbreng van haar debuut in een roemloos riool. Nog even put het journaille zich uit in het benoemen van de opmerkelijke privéstrapatsen van de ‘ster’, of het hopeloos floppen van het tweede project en daarna stort men zich op het volgend, hoopvol prooidier. Zo gingen carrières, veelal ten onrechte, te gronde alvorens dat talent tot volle wasdom kon komen.
Ze acteerde namelijk best leuk in ‘Honneponnetje’. Nada van Nie was het nieuwe Nederlandse filmschatje maar kon na haar debuut in Ruud van Hemert’s nogal flauwe komedie direct door naar de tv. Er werd een kinderspelshow gepresenteerd, wat lichte (film-)journalistieke zijstappen en… weg was Nada (om na 2005 weer op te duiken als regisseur en producent van tv-producties).
Of de voetbalvrouw nog wel eens terugdenkt aan haar vliegende start betwijfel ik overigens. Burgemeestersdochter Marion van Thijn was een spannende castingkeuze maar van De Kassière deed alleen de soundtrack goede zaken. Waar Benthe Forrer na Sabine bleef is mij niet bekend, maar de talentvolle Maayke Bouten dook na De Prooi in elk geval op in het Hilversumse tv-wereldje. Achter de schermen weliswaar. Volledig onterecht overigens daar deze actrice in De Prooi, een spannende thriller, een zeer geloofwaardig debuut maakte.
Theo van Gogh zei het graag; “Een Nederlandse film is geen garantie voor lege zalen maar het helpt wel”. Voor wat betreft de kwaliteit een onzin mijns inziens, maar de bezoekcijfers spraken meestal wel boekdelen.
De Nederlandstalige film Wilde Harten tenslotte, was een ambitieus project waarin zowel hoofdrolspeler Han Oldigs als ‘flavour of the week’ Alexandra van Marken de hoge verwachtingen niet konden inlossen.
Gouden regel in de filmwereld is; alles begint met een goed script. Is men, zoals in voorgenoemd geval, gevangen in een desastreus rammelend vehikel, dan is zelfs het grootste talent reddeloos verloren. Oldigs had genoeg talent en redde zich later prima, maar van Marken schitterde nog even in de musicalwereld om daarna geruisloos te verdwijnen in een coachende rol achter de schermen. Hoera, weer een coach erbij!
Of zouden ze die rollen allemaal misschien toch een beetje spelen?
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.