We voelen steeds vaker dat hoe ons werk is georganiseerd of hoe de commercie domineert, dat dat niet strookt met hoe wij willen leven
In het nog steeds actuele boek Identiteit van psychoanalyticus Paul Verhaeghe laat hij zien hoe wie wij zijn ook wordt bepaald door de samenleving waarin wij leven. In ons geval al decennia een samenleving die steeds meer door vrije markt, privatisering en commercialisering wordt gedomineerd en uitmondde in onze huidige neoliberale maatschappij. Een meritocratie ook, waarin we allemaal kansen hebben als we ons best doen (sommigen nog steeds meer dan anderen) maar het dus ook aan jezelf ligt als je faalt. Hij memoreert hoe in de jaren zestig mensen terugkeken op de door de christelijke moraal bepaalde samenleving en toen pas beseften hoe bepalend dat voor ze was geweest. Dat roept de vraag op: hoe zullen wij straks terugkijken op de wereld van de homo neoliberalus?
Inwisselbaar Een wereld waarin sluipenderwijs het economische denken bepalender werd in ons leven. Van de zorg, het voetbal, de wetenschap, tot de journalistiek en zelfs de school waar kinderen steeds meer werden klaargestoomd voor de economie. Waar de lerares in grote steden niet meer bij haar school in de buurt kon wonen omdat ze door vastgoedbeleggers en airbnb van de huizenmarkt werd verdreven. Waarin een werknemer als inwisselbaar gebruiksvoorwerp werd gezien en vrijheid te vaak schijnvrijheid bleek: bijvoorbeeld voor de zzp’er die gedwongen was om meerdere baantjes te stapelen.
Een wereld waarin de technologie ons natuurlijk veel goeds bracht maar ons ook verslaafd maakte aan schermpjes, prikkels en afstomping. Een wereld ook die tegelijkertijd groter en kleiner werd; waarin social media de kracht hadden om mensen wereldwijd te verbinden maar ook zorgden voor informatie-bubbles en persoonlijke branding. Waarin je letterlijk nergens veilig was voor de commercie en op straat, in de brievenbus en je smartphone continu getarged en verleid werd.
Waarin de consumens ook steeds meer zingeving probeerde te halen uit het aanschaffen van dingen, veel dingen. En zo excessief consumeerde dat we met dat consumptiegedrag regenwouden en ecosystemen lieten verdwijnen. Een wereld waarin idealisme iets werd waar je je voor moest verantwoorden. Waarin de premier zei niets met visie op te hebben. Wat natuurlijk onzin was, hij had wel degelijk een maatschappijvisie, het was alleen de heersende neoliberale doctrine. En waarin heel veel van wat niet klopte uiteindelijk samen kwam in klimaatverandering. De materiële en technologische vooruitgang die werd geboekt en de rijkdom die werd vergaard ook zorgde voor de CO2- uitstoot en vervuiling die leidde tot een mondiale, ecologische ramp. Een wereld waarin de markt zelf vervolgens niet met de oplossingen voor die ramp op de proppen bleek te komen. Maar waar met de strijd tegen klimaatverandering wél de opstand begon.
Doorvoelde waarden Want terug naar Verhaeghe en de jaren zestig: die generatie zag steeds scherper waar ze zich van wilde verlossen en een revolutie was het gevolg. We weten al een tijdje dat de aarde opwarmt maar we beginnen nu echt te ervaren wat het met onze aarde en ons leven doet. Dat leven met respect voor en in eenheid met de natuur een belangrijke waarde is voor ons als mens. En verandering verloopt niet via kennis maar via doorvoelde waarden laat Verhaeghe zien.
We voelen steeds vaker dat hoe ons werk is georganiseerd of hoe de commercie domineert, dat dat niet strookt met hoe wij willen leven. Dat belangrijke waarden als liefde, tijd en aandacht voor elkaar, solidariteit, autonomie, vakmanschap en leven met en niet tegen de natuur in het gedrang zijn. Zondag loop ik samen met tienduizenden mensen mee in de klimaatmars. For the times they are-a-changin, zong Dylan in 1964. Volgens mij hangt er ook nu wat in de lucht.