Erdogan en de opstandige kinderen van Gezi Park
• 07-06-2013
• leestijd 6 minuten
Mensen die om hun brood moeten vechten moet je niet boos maken
“Wij Turken weten niet wat een corrigerende tik is. Of we negeren die en lopen door, of we slaan die dood neer.” Een uitspraak van een working class man aan het begin van de protesten. Hij steunt de protesten, maar is bang dat het uit de hand zal lopen.
In de middag van vrijdag 1 juni zat ik op een terras in de Halaskargazistraat, voor de deur van mijn tandarts te wachten op mijn afspraak. Een man in de dertig, korte broek, rugzak, met een A4-tje in zijn hand met daarop de tekst, ‘artık yeter, herkes Geziye’ – Het is genoeg geweest, iedereen naar Gezi-. Met een glimlach op zijn gezicht liep hij sjokkend richting Taksim. Het was hetzelfde terras waar een week eerder een bejaarde man tussen het racende verkeer zwalkte, de hitte kwam uit de woestijn van Libië, zeiden de meteorologen. Net toen hij dreigde flauw te vallen rukte één van de dames op het terras hem van de weg af. Er werd hem thee en brood aangeboden. Het was van honger en de dorst dat de man bijna was flauwgevallen.
De protesten zijn al tien dagen gaande en het is vele malen groter geworden dan die eerste man op dat moment kon hopen. En zoals jullie ook weten, zijn er doden gevallen. De politie heeft onnodig veel geweld gebruikt. De pers heeft het laten afweten en Erdoğan wil nog steeds niet begrijpen waarom men protesteert. De protesten beheersen het leven van iedereen in Istanbul en heel Turkije. Het oproer beheerst zelfs de beurzen.
Waar ik woon gonst elke avond een vibe die je naar de straat roept. De eerste paar dagen werd je daarvoor gestraft met de pepperspray die zelfs Nişantaşı had bereikt, tussen Beşiktas en Taksim, op de looproute van de demonstranten. Het pannenprotest is de afgelopen dagen veranderd in een feest met koekenpannenorkest. Voor een groep verveelde, welgestelden in Istanbul, zoals in Nişantaşı, Etiler en Bebek, is dit een weer eens een ander soort vermaak. Origineler, vergelijkbaar met themafeesten als sensation white . Zelfs de Kelebek, de glossy bijlage van de krant Hürriyet, staat bomvol van sociolytes en bekende Turken die zich in het Gezipark en in de buurt van Taksim begeven.
En als ze in de bekende shopping malls of gewoon op straat met hun geliefde worden gespot, zijn ze verongelijkt waarom ze niet in Taksim of Gezi zijn gefotografeerd. Zo bevinden zich veel mensen op Taksim om te kunnen zeggen ‘I was there’, zoals bij Woodstock in 1969. Maar als het ertoe leidt dat er zo nog meer mensen op de been worden gebracht, dan heiligt het doel de middelen.
Als ik de social media en sommige buitenlandse verslaggevers moet geloven is er een revolutie gaande en vraagt men om het aftreden van Erdoğan. Al is dit gevoel de laatste dagen aan het temperen. Ik heb geen moment geloofd dat de protesten een revolutie teweeg kunnen brengen en dat Erdoğan de boodschap zomaar zou begrijpen. Waar het goed voor is geweest blijkt uit wat een protesterend meisje zei: “Ik heb met mensen gepraat en voel me met hen verbonden, die ik anders in het dagelijkse leven zou vermijden. Ik zou het andere trottoir nemen als ik ze ’s nachts zou tegenkomen.” De protesten hebben mensen bij elkaar gebracht, al is het tijdelijk, die elkaar anders zouden ontwijken in een stad waar de één in een gated community leeft en de ander uit armoede zijn wijk zelden verlaat. Dat is trouwens in de geschiedenis van Istanbul niet anders geweest. Alleen liggen afkomst, religie, etniciteit en sociale klasse anders dan vijftig jaar geleden.
En nu, na tien dagen van pijn en ellende, maar ook van vreugde en hoop, is de vraag wat er gaat gebeuren. Donderdag 6 juni, hoorde ik mensen op straat elkaar vragen wanneer Erdoğan, die in Noord-Afrika is, terugkomt. Ze spraken over hem als over een familielid. Of je het nu wil of niet, je kiest je familie ook niet. Tien dagen geleden hoorde je eigenlijk alleen maar verhitte telefoongesprekken over geld, leningen en kredieten op straat. En dat laat ook meteen zien waarom er niet snel een revolutie zal uitbreken. Ik hoef er volgens mij niet veel woorden aan vuil maken dat sinds Erdoğan aan de macht is het de economie voor de wind gaat. Dat weet iedereen. Dat is een van de redenen waarom Erdoğan de motieven achter de protesten niet begrijpt. Hij begrijpt het niet, hij denkt: “Ik heb jullie voorspoed gebracht, en jullie ondankbare honden protesteren tegen mij en maken me uit voor tiran. Jullie zedenloze…” Ja, ik ga het ook gebruiken, çapulcular – “plunderaars”. Erdoğan ziet hen als de opstandige, ongewenste kinderen die hij moet temmen. Aan het begin van de protesten zei ik tegen mijn upper middle-class vrienden dat deze protesten van een heel lange adem moeten zijn wil het misschien een beetje invloed hebben op Erdoğan en consorten; voor ze het begrip democratie, dat ze graag en vaak gebruiken, ook gaan toepassen op andersdenkenden. En om nog een reden moeten de protesten een lange adem hebben: Erdoğan komt van heel ver. Hij is het soort Turkse man, een baba, dat voor zijn mensen zorgt en werkt, die waar nodig rechtvaardig is, maar altijd volgens zijn condities, vanuit zijn visie en zijn raamwerk. Treed je daarbuiten, dan krijg je straf. Dus vrienden, wees niet verbaasd als hij niet meteen zijn excuses aanbiedt en toegeeft.
Ik hoop dat het geen revolutie wordt, want het zal geen revolutie maar chaos worden. Er is nog geen goede oppositie die het vaandel kan overnemen en het land van uitersten dat Turkije is, bij elkaar kan brengen. Sol, links, zal proberen de seculiere status quo te hervatten. Zoals Europa na de Tweede Wereldoorlog en vanaf de migraties in de jaren zestig op zoek ging naar haar joods-christelijke achtergrond en die wil handhaven, is dit land op zoek naar haar islamitisch-seculiere roots. Het is nog heel pril.
Waar ik op hoop is dat dit protest ertoe bijdraagt dat Erdoğan en daarmee de islamitische vijftig procent van de stemmers – laat ik niet zeggen te overtuigen maar – op zijn minst te laten inzien dat er een andere vijftig procent bestaat en dat dit land ondanks de islamitische roots ook andere invloeden en manieren van leven heeft gekend, en nog steeds en opnieuw kent. Zoals een van de protesterenden zei, een antikapitalistische islamist, we kunnen met een ayyaş, dronkaard, leven maar niet met iemand zonder geweten. Laat ik maar zeggen dat, zoals Europa aan het christelijke ook het joodse heeft toegevoegd, Turkije zijn seculier-islamitisch-christelijk-joodse identiteit zal moeten accepteren. Al zal dat een precair evenwicht blijven, net als in Europa, nu daar de islam is verschenen.
Er is nog een lange weg te gaan. En ik hoop ook dat die andere vijftig procent, zoals dat ene meisje heeft gezegd, niet meer op de andere helft zullen neerkijken of hen ontwijken als ze elkaar op straat tegenkomen. Want laten we eerlijk zijn, het woord capulcu heeft hen misschien een beetje gekrenkt, maar ze hebben de zelfverzekerdheid, hen door de geschiedenis gegeven, dat ze er ook mee kunnen spotten en, zoals jullie op de social media kunnen volgen, er creatief mee aan de haal kunnen gaan. De andere helft, de mensen van Erdoğan baba, hebben dit tot op het bot gevoeld, want zij hebben die zelfverzekerdheid niet, zij worden nog steeds gezien als die mensen die voor kömür, voor steenkool in hun kachel, hun stem aan de AKP hebben gegeven, en daarmee ook hun ziel. Zij, vinden ze zelf, hebben die luxe niet. Zoals een taxi chauffeur tegen me zei, het is allemaal mooi en aardig maar door de protesten verdien ik bijna niets meer, het gaat ten koste van mijn brood. Mensen die om hun brood moeten vechten moet je niet boos maken, en dat weet Erdoğan.
Ik hoop dat het protesterende midden en de upper middle-class volhoudt, en ik hoop ook dat de mensen om Erdoğan heen, die zijn respect hebben en wier opinie hij belangrijk vindt, hem kunnen overtuigen om hieruit lering te trekken. Want van die protesterende zedenlozen zal hij het niet aannemen. Dat de Turkse media en journalisten hun vak gaan bedrijven en ook het lef van de protesterende jongeren gaan tonen . Mijn vurige wens is dat nog meer gewonden en doden worden voorkomen. Laten we hopen dat dit een omwenteling wordt die leidt tot acceptatie in de hoofden van andersdenkenden en anderslevenden.