Het systeem faalt juist wanneer alertheid het hardst nodig is.
Eens in de acht dagen wordt in Nederland een vrouw vermoord, meestal door haar (ex-)partner. Toch is femicide pas sinds kort onderwerp van politiek debat. Het kabinet presenteerde in 2024 voor het eerst een plan van aanpak (Stop Femicide!) waarin werd erkend dat vrouwenmoord een structureel probleem is. Er kwam extra geld, tien miljoen euro per jaar, en een lijst actiepunten. Een stap vooruit, maar wel een kwetsbare.
Want inmiddels is datzelfde kabinet gevallen. En hoewel de plannen er liggen, dreigt de uitvoering opnieuw te vertragen. Juist dit soort thema’s (die niet snel verkiezingscampagnes domineren, maar wél levens kunnen redden) raken in tijden van politieke instabiliteit snel ondergesneeuwd. Dat zagen we al eerder tijdens de coronacrisis en de toeslagenaffaire, toen andere kwetsbare groepen langdurig buiten beeld raakten.
Waar landen als Spanje en Zweden al jaren investeren in wetgeving, goede registratie en structurele samenwerking tussen instanties, ligt de focus in Nederland vooral op preventie en bewustwording. Belangrijk, zeker, maar zonder juridische erkenning van femicide of structurele afspraken over handhaving blijft effectieve aanpak lastig.
Ook op uitvoerend niveau zijn er knelpunten te vinden. Politie en justitie kampen met capaciteitsproblemen, meldingen worden soms verkeerd ingeschat en samenwerking tussen instanties verloopt moeizaam. Dat bleek schrijnend in zaken als die van Hümeyra, waarbij eerdere signalen niet serieus genoeg werden genomen. Ondanks goede bedoelingen legt dat een patroon bloot: het systeem faalt juist wanneer alertheid het hardst nodig is.
Tegelijkertijd groeit online een tegencultuur waarin traditionele man-vrouwverhoudingen worden verheerlijkt en vrouwvijandige denkbeelden genormaliseerd raken. In het kielzog van figuren als Andrew Tate verspreidt zich een man-osfeer die niet alleen online blijft hangen, maar doordringt in hoe we spreken over slachtoffers, daders en genderrollen. Femicide ontstaat niet in een vacuüm: het is vaak het eindpunt van een lange periode van controle en of psychisch of fysiek geweld.
Daarom is het zo belangrijk dat deze problematiek niet verzandt in tijdelijke programma’s of losse subsidies. Wat nodig is: duurzame politieke inzet, gendersensitief beleid en structurele samenwerking tussen justitie, zorg, overheid en maatschappelijke organisaties. Andere landen laten zien dat dit kan, Nederland hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden.
De eerste stap daarbij is erkennen dat dit geen reeks op zichzelf staande tragedies is, maar een maatschappelijk probleem dat vraagt om volharding, politieke wil en de bereidheid om ook naar onze eigen cultuur te kijken en te beseffen dat we nog lang niet zo liberaal zijn als we denken. Anders blijft elke beleidsbelofte, hoe goed bedoeld ook, te laat komen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.