Gambia wil het verbod op genitale verminking bij vrouwen, ook wel vrouwenbesnijdenis genoemd, terugdraaien. Bij een stemming in het parlement werd een wetsvoorstel daartoe met 42 stemmen voor en slechts 4 tegen aangenomen. Activisten waarschuwen dat het wetsvoorstel de mensenrechtensituatie in Gambia zal schaden en jaren van vooruitgang zal terugdraaien.
Door de stemming van maandag wordt het voorstel nu teruggestuurd naar een parlementaire commissie voor verder onderzoek. Volgens de voorstanders van het terugdraaien van de wet, schendt het verbod – dat nu drie jaar van kracht is – de religieuze vrijheid en de culturele normen en waarden.
Het Gambiaanse verbod op vrouwelijke genitale verminking (VGV) werd in 2015 aangenomen onder ex-president Yahya Jammeh, waarbij boetes en gevangenisstraffen werden opgelegd aan degenen die zich schuldig maakten aan de daad. Jammeh geloofde dat de praktijk achterhaald was en niet vereist was onder de islam.
Jaha Dukureh, een anti-VGV-campagnevoerder in Gambia, zei voorafgaand aan het debat dat ze er vertrouwen in had dat het wetsvoorstel uiteindelijk zou worden weggestemd, maar dat activisten zoals zij voor een zware strijd stonden. Dukureh en anderen protesteerden tijdens het debat buiten het parlement. Tegelijkertijd gingen honderden mensen de straat op om juist hun steun uit te spreken aan het opnieuw toestaan van genitale verminking.