De media kiezen stijl en naambekendheid boven logica en daarom publiceren ze onzin van schrijvers zoals Marcel Möring en Jessica Durlacher.
Schrijver Marcel Möring bestempelde antizionisme als antisemitisme in Trouw. Hij definieert zionisme als het recht van Joden op Palestina, omdat zij er oorspronkelijk vandaan komen en er altijd zijn blijven wonen. Pro-Palestijnse demonstranten noemt hij antisemitisch, omdat zij volgens hem alleen het zelfbeschikkingsrecht van Joden ontkennen en niet dat van Koerden, Basken of Canadezen. Maar Mörings opvatting van het recht op zelfbeschikking is onjuist.
Zouden Roma het recht op Nederland hebben?
Stel je voor dat Roma 2000 jaar geleden uit Nederland waren verdreven en hier ooit 10% van de bevolking vormden, zoals Joden in Palestina bij aanvang van het Britse mandaat. Zouden Nederlanders dan vandaag hun land moeten afstaan of Roma als overheersers accepteren? Natuurlijk niet.
Er bestaan minstens 650 etnische groepen, maar toch krijgt niet elke groep een eigen staat. Dus als men zou ontkennen dat de Joden zelfbeschikkingsrecht hebben, zou men niet discrimineren. Dat komt omdat zelfbeschikking anders werkt dan Möring denkt.
Geschiedenis van het zelfbeschikkingsrecht
Landen maken volkenrecht op twee manieren: via verdragen en via gewoonte. Verdragen scheppen onmiddellijk rechten en plichten, zoals een lichtschakelaar. Gewoonterecht groeit echter geleidelijk, zoals een dimmer: eerst nauwelijks zichtbaar, maar uiteindelijk onmiskenbaar.
Er bestaan twee vormen van zelfbeschikking: het zelfbeschikkingsbeginsel en zelfbeschikkingsrecht. Ook deze groeiden in de tijd. De overwinnaars van WWI zouden de Duitse en Ottomaanse koloniën als mandatarissen administreren. Deze mandaten zouden volgens de wensen van de lokale bevolking onafhankelijk worden. Engeland administreerde het mandaat voor Palestina en stond de Europese Joden toe om daar massaal te migreren. Toen bestond er geen zelfbeschikkingsrecht. Dus dit recht kon de Joden geen recht op Palestina gunnen. President Wilson sprak weliswaar over zelfbeschikking, maar destijds was dit een politiek idee, geen wettelijk recht.
Dit recht evolueerde vanaf 1945 met het VN-handvest, dat spreekt over “gelijke rechten en zelfbeschikking voor volken”. Zelfbeschikking betekende toen vooral twee dingen: respect voor de wensen van een bevolking bij territoriale veranderingen en het recht om een eigen regeringsvorm te kiezen.
In 1947 bestond 32% van Palestina uit Joden. Toen de VN debatteerde over een verdeling, vonden Irak, Cuba en Argentinië die onwettig, omdat ze tegen het principe van zelfbeschikking inging. De Palestijnse vertegenwoordiger Jamal Husseini noemde de partitie een “monsterlijke perversie” van zelfbeschikking. Zelfs Balfour gaf toe dat men in Palestina bewust het zelfbeschikkingsprincipe negeerde. Als men dit principe had gevolgd, was er één staat met Arabische meerderheid gekomen.
Pas in 1960 erkende de VN het zelfbeschikkingsrecht expliciet in de verklaring over de onafhankelijkheid van koloniale volkeren. Dit recht werd bevestigd in de twee belangrijke mensenrechtenverdragen in 1965 (IVBPR voor burgerrechten en politieke rechten) en IVESCR voor economische, sociale en culturele rechten) en nogmaals in 1970 met een VN-verklaring over internationaal recht. Stephen Allen concludeert terecht dat het zelfbeschikkingsrecht tussen 1960 en 1970 definitief kristalliseerde (in zijn boek The Chagos islanders and international law). Als we over rechten praten, stellen we drie vragen: wie, wat en hoe?
Wie heeft het zelfbeschikkingsrecht?
Volkeren hebben recht op zelfbeschikking, maar internationaal recht gebruikt een andere definitie van 'volk' dan antropologie. Daarom klopt Mörings argument niet. Al heeft de VN geen ultieme definitie, in de praktijk ziet men een volk als de volledige bevolking binnen een administratief territorium. Minderheden hebben geen apart recht op zelfbeschikking.
Neem Canada als voorbeeld. Etnisch gezien bestaat het land uit meerdere volkeren, zoals Fransen, Engelsen en inheemse groepen. Maar volkenrechtelijk is er slechts één volk: het Canadese volk. Möring stelt dat pro-Palestina-demonstranten het zelfbeschikkingsrecht alleen aan Joden ontzeggen, maar niet aan Canadezen. Als echter elk volk recht op zelfbeschikking zou hebben, zouden ook de Québécois recht hebben op een eigen staat. Het Canadese Hooggerechtshof heeft echter geoordeeld dat het zelfbeschikkingsrecht van de Québécois geen recht op afscheiding van Canada inhoudt.
De Joden in Israël vormen geen apart volk volgens internationaal recht, maar maken deel uit van het Israëlische volk, samen met Palestijnen, Druzen en andere minderheden. Het Palestijnse volk bestaat alleen in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem.
Buiten staten bestaan volkeren ook in niet-zelfbesturende gebieden, zoals kolonies en mandaatgebieden van de Volkenbond. Palestina was zo’n Ottomaanse kolonie en later Brits mandaatgebied.
Voor niet-zelfbesturende gebieden gebruikt men een zoutwater-test: het territorium dat is gescheiden door zout water van de metropool, is ondergeschikt en heeft een andere etniciteit, cultuur, taal etc. Daarom hebben Sami’s, Inuit, Aboriginals, Native Americans, Roma, Koerden, Basken en anderen geen extern zelfbeschikkingsrecht omdat ze binnen staten leven. En daarom hadden de Joden in 1917 ook geen zelfbeschikkingsrecht kunnen hebben.
Volkeren onder militaire bezetting, apartheid of buitenlandse overheersing hebben eveneens zelfbeschikkingsrecht.
In 2004 stelde het Internationaal Gerechtshof dat de Palestijnse gebieden, als voormalige Ottomaanse kolonie en Brits mandaatgebied, nog gedekoloniseerd moesten worden. Het Hof erkende dat Palestijnen zelfbeschikkingsrecht hebben, mede omdat ze bezet zijn en onder buitenlandse overheersing leven.
Wat houdt zelfbeschikkingsrecht in?
Dit recht heeft twee betekenissen. Binnen een staat betekent dit twee dingen: het volk is vrij van buitenlandse inmenging en heeft het recht om beslissingen te nemen.
In alle territoria buiten staten hebben volkeren extern zelfbeschikkingsrecht. Dit betekent dat het volk het recht heeft om in vrijheid zijn eigen politieke status en economische, sociale en culturele ontwikkeling te bepalen. Ook beschikken volkeren over hun natuurlijke rijkdommen en hulpbronnen.
Hoe vervult men zijn zelfbeschikkingsrecht?
Volkeren kunnen hun externe zelfbeschikkingsrecht als volgt vervullen: men wordt een onafhankelijke staat; sluit zich bij een staat aan; associeert zich met een staat; of kiest vrijelijk voor iets anders.
Een volk kan zelfbeschikkingsrecht alleen uitoefenen in het eigen territorium, niet op andermans grondgebied. Professor John Dugard stelt terecht dat Israël, als 1948 vandaag gebeurde, niet tot de VN toegelaten zou worden.
Waarom is dit belangrijk? Wanneer we stellen dat Joden recht hebben op het land waar zij ooit woonden, dan impliceert dit dat Palestijnen geen recht hebben op een eigen staat, of dat er nog onderhandeld moet worden over de verdeling van de bezette gebieden. Als Joden echter geen recht op Palestina hebben, dan hebben Palestijnen recht op wat van hun land is overgebleven. In 2024 oordeelde het Internationaal Gerechtshof dat Palestijnen recht hebben op een staat binnen de volledige Westelijke Jordaanoever, dat Israël de nederzettingen moet verwijderen en de bezetting moet beëindigen. Daarmee is Mörings stelling — dat Joden recht hebben op de plek waar zij vandaan komen — weerlegd.
De media kiezen stijl en naambekendheid boven logica en daarom publiceren ze onzin van schrijvers zoals Marcel Möring en Jessica Durlacher. Er zijn talloze voorbeelden van columnisten die zijn geselecteerd op hun bekendheid en schrijfstijl in plaats van hun argumentatieve degelijkheid, zoals Theodor Holman, Sylvia Witteman, Nausicaa Marbe, Leon de Winter, Arthur van Amerongen, Marianne Zwagerman, Lale Gül, enzovoort. Daarmee veroorzaken de media een epidemie van drogredenen die het Palestina-conflict in stand houdt.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.