Vandaag opende Amsterdam trots een openbare zwemplaats aan het IJ vlakbij het Maritiem Museum met zijn beroemde replica van een VOC-schip. Voor de liefhebbers van deze plek betekende het in de praktijk weinig. Ze sprongen daar al sinds jaar en dag in het koude nat, helden en heldinnen dat zij zijn. Maar vanaf nu wordt de waterkwaliteit door de gemeente gecontroleerd.
Je kunt het zien: steeds vaker gebruiken mensen wat ik maar noem het openbare water als plek om te zwemmen.
Vanwaar die toename? Er wordt heel wat over gespeculeerd maar een belangrijke reden blijft buiten beschouwing. In beschaafdere tijden kon je voor een paar kwartjes een middag lang het gemeentelijk zwembad in. Nu moet je daar een stevige greep voor doen in je portemonnee.
Het is meer dan zestig jaar geleden dat ik elke woensdag om een uur of elf met mijn zwembroekje in een handdoek gewikkeld mij van school naar het Sportfondsenbad haastte voor de verplichte zwemles. Dat regelde de gemeente. Elke Schiedamse school kreeg vaste tijden toegewezen.
Niet dat dit bij mij veel uithaalde. Ik was als kind al sterk bijziend en liet mijn bril achter in het badhokje. Het is overdreven om te zeggen dat ik op de tast het zwembad betrad maar erg veel zag ik niet. De barse stemmen van de badmeester, die hun pedagogie kennelijk aan die van de Wehrmacht ontleenden, hoorde ik echter maar al te goed. En ik herkende ook de silhouetten van sommige vaste belagers die graag de gelegenheid zouden aangrijpen mij kopje onder te duwen. Het waren de late jaren vijftig en iedereen vond zulke toestanden normaal. We waren er met twee klassen. De barse badmeesters verloren dan ook ondanks de kracht van hun stem weldra het overzicht en ik kon me gemakkelijk aan hun aanwijzingen onttrekken zonder dat dit opviel. Een zwemdiploma heb ik dan ook nooit gehaald. Ik herinner me nog wel die heerlijke junidag van het jaar 1961 waarop ik van het zwembad naar huis liep in het gelukkige besef dat dit de laatste keer was geweest. Toch kwam ik voor die tijd ook vaak thuis met de mededeling: “Ik heb machtig gezwommen”.
Hoe groot was dan ook de verrassing toen mijn lief me meenam naar het afzwemmen van haar kleindochter. In het overdekte zwembad heerste een subtropische warmte. De temperatuur van het water oversteeg de twintig graden ruimschoots. Ik rook geen chloor. De zweminstructrices waren vriendelijk. De kinderen genoten en de kleindochter van mijn lief behaalde met gemak haar diploma. Er zat een sportlerares in, dacht ik toen ik zag hoe serieus zij alles nam. Later vertelde de familie mij dat je aan zwemles tegenwoordig een vermogen kwijt bent. Volgens de website Ik zwem kost het €200 tot €400 om je kind voor te bereiden op het zwemdiploma A. Een kaartje voor een middagje zwembad zet je ook al gauw een euro of zes terug en nog maken deze nuttige instellingen verlies. Gemeenteraden die de bodem van de kas zien, neigen er dan ook toe zulke zwembaden te sluiten. Dat is een heel verschil met de jaren vijftig en zestig, toen van overheidswege gefinancierd schoolzwemmen nog heel gewoon was.
Het zwembad en je kinderen op zwemles doen is tegenwoordig een privilege voor burgers met een wel gevulde portemonnee. Dat lijkt alleen maar erger te worden.
Dit is ongetwijfeld de achtergrond van het feit dat zoveel Nederlanders - volwassenen en kinderen - dan maar in de gracht springen. Die is tenminste gratis en aan de lage temperatuur van het water ben je na een minuut al gewend. Je moet natuurlijk wel kúnnen zwemmen. Anders is het een gevaarlijke liefhebberij in diep water te springen. Het koude water moet je dan maar voor lief nemen en ook dat je soms kroos of een waterinsect in de mond krijgt.
Het is een grof schandaal dat de overheid in een waterrijk land als het onze niet op grote schaal zwembaden in stand houdt. Dat is een kwestie van beschaving. Dit is ongetwijfeld tegen dovemansoren gezegd en daarom mag je van gemeentebesturen verwachten dat zij waar mogelijk ruimte bieden voor zwemmen in openbaar water, dat zij daartoe dan regelmatig op kwaliteit laten controleren en dat zij vervolgens niet omgeven met verstikkende regelgeving.
Al blijft het dan armoe.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin zeker nu de laatste putten open blijven. Tevens noem ik de PVV een extreemrechtse partij.
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: Box 3
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.