Een jaar geleden presenteerden de fractievoorzitters van PVV, VVD, NSC en BBB hun hoofdlijnenakkoord. Een akkoord vol ferme taal, gedragen door partijen die meer verenigd werden in hun afkeer van progressieve politiek dan in een gedeelde visie op de toekomst van Nederland. Hoop, lef, trots en een nieuwe bestuurscultuur, beloofden ze.
Wat we kregen was een kabinet dat regeert als een brommer zonder uitlaat: veel kabaal, weinig richting en een hoop rook waar je liever niet in blijft staan. Terwijl de problemen zich opstapelen, wordt Nederland bestuurd door een regeringsploeg die structureel met zichzelf bezig is: bewindspersonen zitten elkaar publiekelijk in de weg, beleid wordt op sentiment gebaseerd en de meest racistische en onmenselijke uitspraken worden genormaliseerd.
Nergens wordt dat beter zichtbaar dan bij asielminister Marjolein Faber (PVV), die steevast de snelste route naar haar xenofobe onderbuik weet te vinden en haar ministerschap benadert als persoonlijke wraakactie tegen medemenselijkheid. Neem het Efteling-debacle. Het COA wilde een groep jonge asielzoekers een dag naar de Efteling laten gaan. Faber maakte zich meteen druk over ‘snoepreisjes’ en liet via X (waar anders?) weten dat dit ‘’dus niet ging gebeuren’’. Het uitje werd geschrapt, maar de samenleving rechtte haar rug: binnen een paar dagen werd er meer dan 200.000 euro opgehaald via crowdfundingacties. Niet omdat mensen per se dol zijn op achtbanen, maar omdat er ergens een grens ligt, en die was hier ruimschoots overschreden.
Eerder al weigerde Faber haar handtekening te zetten onder het besluit om oud-vrijwilligers van het COA een koninklijke onderscheiding te geven. De Tweede Kamer sprak er schande van, maar het krachtigste weerwoord kwam van buiten het parlement: honderden mensen trokken hun conclusie en meldden zich massaal aan als vrijwilliger. Het platform NLvoorelkaar zag in één dag ruim drie keer zoveel nieuwe aanmeldingen als normaal. Vrijwilligersplatforms werden tot 225 procent vaker bezocht. Mensen willen niet alleen klagen, maar bijdragen. En dat is hoopgevend.
Want het is deze groeiende verontwaardiging die langzaam het fundament onder het kabinet wegvreet. Niet alleen in talkshows of opiniepeilingen, maar op straat, in buurthuizen, bij initiatieven waar vrijwilligers het werk doen dat de regering laat liggen. Terwijl de coalitie zich verslikt in haar haatzaaierij, groeit de tegenkracht. En dat is misschien wel het krachtigste signaal dat je kan krijgen: de mensen zijn het zat en nemen het niet langer voor kennisgeving aan. Het is een breed gedragen signaal dat Nederland meer wil zijn dan een kille natie die vluchtelingen en vrijwilligers aan de kant schuift. Daar ligt de kans. Niet om te juichen dat ‘het volk zich roert’, maar om te zorgen dat dit geen incidenteel verzet blijft. Dat de acties van nu de opmaat worden naar blijvende tegenkracht. Dat is nodig, want het moge duidelijk zijn dat dit kabinet zichzelf niet gaat verbeteren.
De afgelopen weken hebben laten zien dat hoop geen naïef geloof is dat het vanzelf beter wordt, maar een keuze. Hoop is dat mensen besluiten zich niet neer te leggen bij cynisme en machteloosheid. Een houding van mensen die elkaar vinden in de overtuiging dat dit land beter kan. Waar de politiek verhardt, kiezen meer en meer mensen voor solidariteit en menselijkheid. Zij weten dat de status quo geen natuurwet is en dat er aan de samenleving gebouwd kan en moet worden, zolang je je maar niet laat afschrikken door wat er in Den Haag gebeurt.
We hoeven het Nederland van Wilders, Faber, Yesilgöz en Van der Plas niet te accepteren als de nieuwe norm. Dit land is van ons allemaal, en wie daar andere ideeën over heeft, zal dat blijven merken.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.