Deze week maakte Frans Timmermans bekend dat GroenLinks-PvdA zich alsnog achter de verhoging van de NAVO-norm naar 3,5 (maar met de 1,5 voor ‘gerelateerde zaken’ is het eigenlijk 5) procent schaart. De grote internationale spanningen en de dreiging van Poetin rechtvaardigen volgens hem de forse investeringen. Toch moeten we waken voor een eenzijdige focus op hogere defensie-uitgaven en bewapening, die niet gepaard gaat met een bredere visie op veiligheid. Dat dreigt onze veiligheid op den duur juist te ondermijnen.
Toenemende spanningen en wapenwedloop
Als minister van Buitenlandse Zaken pleitte Timmermans al voor ‘idealen verwezenlijken met realpolitik’. Maar realpolitik en idealen zijn vaak moeilijk met elkaar te rijmen. Realpolitik gaat over pragmatisme. Niet de mens staat centraal, maar de staat: het gaat over het beschermen van landsgrenzen en economische dominantie van de (neokoloniale) Westerse staten. Over het beschermen van macht, vaak via militaire macht. Veiligheid wordt gezien als een zero-sum-game en drijft dus inherent op ‘vijandspolitiek’ en wantrouwen naar de ander. Afschrikken van de vijand is hierbij een belangrijk strategisch doel. Dat bevordert echter niets anders dan een wapenwedloop. In oorlogscontext ontwricht dit gedachtegoed dialoog en diplomatie omdat staatshoofden enkel focussen op winnen – want veiligheid volgt pas nadat de ander is verslagen. Het risico op escalatie wordt alleen maar groter. Op de wapenwedloop en spanningen tijdens de Koude Oorlog kijkt niemand rooskleurig terug. Toch is het precies deze Realpolitik-tendens die GroenLinks-PvdA nu dreigt te herhalen.
Klimaat als gevaar
Hoewel militaire dreiging in het middelpunt van de politieke en publieke belangstelling staat, zijn het vooral niet-militaire risico’s die onze veiligheid bedreigen. Zo erkent GroenLinks-PvdA dat klimaatverandering een gigantisch veiligheidsprobleem is. Onbenoemd blijft dat niet alleen oorlog en conflict, maar de gehele militaire industrie een destructieve impact heeft op natuur en klimaat. Wereldwijd is de militaire industrie verantwoordelijk voor zo’n 5,5% van alle CO2-uitstoot. Ter context: alleen India, de Verenigde Staten en China stoten meer uit. De wereldwijde (her)bewapening en militarisering brengt een reëel risico met zich mee dat we de klimaatdoelstellingen niet gaan halen. Bovendien draait de wapenindustrie op de exploitatie van grondstoffen in het Mondiale Zuiden en raken ecosystemen verwoest door testen met (nucleaire) wapens. In Nederland is Defensie verantwoordelijk voor bosbranden, PFAS-verontreiniging en het overschrijden van CO2- en geluidsnormen. Beschermde natuurgebieden zoals de Veluwe en het Waddengebied staan hierdoor onder druk. In die wetenschap zou een groene partij militarisering alleen onder strikte voorwaarden moeten steunen.
Sociale ongelijkheid
Ook de strijd tegen sociale ongelijkheid wordt door verregaande militarisering ondermijnd. Terecht benadrukt Timmermans dat extra geld voor defensie niet betaald mag worden met bezuinigingen op de verzorgingsstaat. Tegelijkertijd heeft GroenLinks-PvdA de nieuwe NAVO-norm al omarmd zonder dat duidelijk is waar het geld vandaan moet komen of welke investeringen in bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking daar tegenover staan. GroenLinks-PvdA wil hiervoor de belastingen op winstgevende bedrijven en de rijken verhogen, maar in het huidige politieke klimaat zie ik dat niet gauw gebeuren. Terwijl de wapenindustrie winsten draait, gaan Nederlanders de NAVO-norm voelen in hun portemonnee. Om die reden alleen al zou de grootste linkse partij zich terughoudender moeten opstellen.
Naar een wereldwijde, collectieve veiligheidsstrategie
‘Veiligheid’ mag geen argument zijn voor bijna ongebreidelde militarisering, juist vanwege de veiligheidsrisico’s die militarisering zelf met zich meebrengt. Het is daarom de taak aan links om niet mee te gaan in een escalerende wapenwedloop, maar iedere stap in verdere militarisering kritisch te beoordelen op noodzaak, proportionaliteit, doelmatigheid, democratische controle en sociale en ecologische impact. Een dergelijke terughoudendheid biedt ook de nodige weerstand tegen de alomtegenwoordige oorlogshitserij, want normalisering plaveit de weg naar een steeds verder gemilitariseerde samenleving.
Links dient zich in te spannen voor een wereldwijde, collectieve veiligheidsstrategie, waarin militaire capaciteiten uitsluitend als ondersteunend instrument worden ingezet. Daarin horen diplomatie, conflictpreventie, vredesopbouw, ontwikkelingssamenwerking, klimaatactie, mensenrechten en het internationaal recht een structurele plek te hebben. Dat is een realistisch alternatief op militarisering, die duurzame vrede daadwerkelijk dichterbij kan brengen.
Meld je hieronder gratis aan voor Joop NL. Iedere donderdag een selectie opvallende nieuwsverhalen, opinies en cartoons in je mailbox.