De roep om bescherming van onze democratische rechtsorde klinkt steeds luider en nadrukkelijker
Onderstaande tekst werd maandag 25 februari uitgesproken bij de FNV-herdenking van de Februaristaking in Amsterdam
Het is vandaag precies 78 jaar geleden dat vele duizenden mensen zich verzetten tegen de Duitse bezetter, tegen de Jodenvervolgingen van het naziregime. Mensen legden het werk neer. De staking breidde zich binnen een dag uit van het Openbaar vervoer in Amsterdam naar vele bedrijven, ook in de regio. Op het hoogtepunt van de staking waren er zo’n 300.000 mensen die optrokken naar het centrum van Amsterdam. Mensen uit de stad, maar ook uit Haarlem. Zaanstad. Hilversum. Utrecht. En ook Weesp, waar ik zelf woon. De stakers trokken een streep. Tot hier en niet verder.
Ze waren solidair met hun Joodse stadsgenoten die stap voor stap door de nazi’s ontmenselijkt werden. Die zich moesten laten registreren. Die hun baan kwijtraakten. Die uit het verenigingsleven werden gewist. Van wie de buurt werd afgegrendeld door prikkeldraad. Op wie bloedhonden werden afgestuurd. En van wie de eerste honderden jonge Joodse mannen werden gedeporteerd naar Buchenwald en Mauthausen, om nooit meer terug te keren. Het verzet broeide al, maar de deportatie werd de lont in het kruitvat. De CPN, die verboden was, riep op 24 februari op in verzet te komen. Dat is nu 78 jaar geleden. We kennen de verhalen uit de overlevering van onze vaders en moeders, opa’s en oma’s. We kennen ze uit de geschiedenisboeken, van documentaires en van films. Mensen ontmenselijken, ze alle menselijke waardigheid ontnemen. Niet omdat ze iets doen dat je niet aanstaat, niet omdat ze iets zeggen dat je niet aanstaat, maar om wie ze zijn.
Wij gedenken hier de stakers van toen die streden tégen fascisme, rassenwaan en onderdrukking, en vóór solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid. We staan bij ze stil. En daardoor staan we ook stil bij de waarden voor ze voor stonden. Solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid zijn waarden die ook in onze tijd keihard nodig zijn. Omdat het antisemitisme in Frankrijk de kop weer opsteekt. Omdat de president van de Verenigde Staten de noodtoestand uitroept om een waanzinnige verkiezingsbelofte gestand te doen – een muur om vermeende criminele Mexicanen tegen te houden. Omdat Brazilië een rechts-extremistische president heeft gekozen die verwerpelijke opvattingen heeft over vrouwen en homoseksuelen.
Maar ook dicht bij huis moeten we waakzaam zijn en blijven. Nog afgelopen vrijdag werden we opgeschrikt door de bekladding van nota bene de Dokwerker en het besmeuren met hakenkruizen van andere plekken in Amsterdam. Een overduidelijke onbestaanbare en onacceptabele daad die gelukkig breed op afkeuring kan rekenen. Met het schoonspuiten van de Dokwerker is het gevaar niet geweken. Want wie voedt de idioten die met groene en gele verf in de weer gingen? Maar het gevaar is vaak nog veel subtieler. Wat te denken van het feit dat een populistische partij als Forum voor Democratie de vierde partij van het land is, als we de peilingen mogen geloven. Een partij, die samen met de PVV een dubieuze agenda voor Nederland probeert te realiseren. Een agenda, gebaseerd op wantrouwen, ondermijning en uitsluiting. En dat tot meerdere eer en glorie van de partijleiders zelf. En een agenda die andere politieke partijen verleidt tot het innemen van populistische standpunten. Partijen, die nog niet zo lang geleden respectabele middenpartijen waren. En dat allemaal om het electoraat aan zich te binden. Over de rug van de kwetsbare mensen in onze samenleving.
De meesten onder ons zullen de overduidelijke signalen wel herkennen. Het verlies van solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid in een samenleving als de onze gaat echter sluipenderwijs. Kim Putters, de directeur van het sociaal en cultureel planbureau waarschuwt in zijn onlangs verschenen boek voor een veenbrand. Hij spreekt van de vloek van de economische overvloed op korte termijn die ons blind maakt voor de smeulende polarisatie die er achter schuil gaat. Voor je het weet slaat die veenbrand om in een laaiend vuur dat onze Nederlandse samenleving zal verteren. Het is dan ook zaak dat we ook de subtiele en minder subtiele signalen herkennen die solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid bedreigen, dat we die plaatsen in de historische context en vervolgens actief bestrijden. Ik heb het dan bijvoorbeeld over. de vluchteling die hier en elders in Europa meestal niet welkom is. De Marokkaan die veel minder snel een baan vindt, puur vanwege zijn of haar naam. De Filippijn, die voor onze kust op schepen slavenarbeid verricht tegen een hongerloon. 12 uur per dag, 7 dagen per week. De Poolse arbeidsmigrante in de kas die systematisch te maken heeft met seksuele intimidatie. Maar het gaat ook over: mannen die in elkaar worden geslagen omdat ze elkaar liefhebben. En over de kerk, die liefde tussen mannen of vrouwen onderling misschien niet ontkent, maar het wel verbiedt te ‘praktiseren’ als je deel wilt uitmaken van die kerk. Dit zijn maar een paar voorbeelden van maatschappelijke ontwikkelingen die onze samenleving vergiftigen en actief bestreden moeten worden. Waar wij een streep trekken – tot hier en niet verder.
Gelukkig verzetten talloze mensen zich in Nederland tegen discriminatie. Tegen zo’n Nashvilleverklaring. Allerlei organisaties hesen de regenboogvlag, ook de FNV. Er liggen echter meer gevaren op de loer die de solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid in onze samenleving ondergraven.
Ik ben op dit moment voorzitter van de Sociale Alliantie, een samenwerkingsverband van vakbonden, kerken en humanitaire organisaties. In het manifest van de Sociale Alliantie van eind 2018 dat onlangs aangeboden is aan staatssecretaris Van Ark, constateert de alliantie – net als vele andere – dat de tegenstellingen in de samenleving groeien. De scheidslijnen worden groter, en de kloven verdiepen zich. Een voorbeeld: mensen met een kleine beurs dreigen te worden uitgesloten van juridische steun, want daar moet volgens de VVD-minister van Rechtsbescherming op bezuinigd worden. Maar wie komt dan nog voor hen op? Laatst ging het in de Tweede Kamer over de farmaceutische industrie. Het puilde uit van de lobbyisten. Daarna ging het over de schuldhulpverlening. Er was geen lobbyist te bekennen.
De verdieping van de kloven in de samenleving doet zich voor op veel terreinen. Op het gebied van arbeid, inkomen, bezit, onderwijs, gezondheid, digitale vaardigheid en aanpassing aan de klimaatverandering.
Het zijn aantastingen van de sociale grondrechten. Grondrechten die zijn vastgelegd in de grondwet. Die sociale grondrechten moeten opnieuw inhoud krijgen. Dat is een beschavingsplicht die van het grootste belang is. Want we willen die solidaire, saamhorige, tolerante en gelijkwaardige menswaardige maatschappij overeind houden. En behoeden voor ondermijning van binnenuit.
We moeten ons verzetten tegen alle vormen van uitsluiting. We horen solidair te zijn met mensen die aan de verkeerde kant van de kloof bevinden. De kloof tussen arm en rijk, ziek en gezond, migrant en autochtoon, homo en hetero. We hebben ook de plicht ons te verzetten tegen populistische leiders die niets bijdragen aan onze samenleving, alleen maar afbreken. Die zondebokken zoeken voor de onvrede die ook in Nederland sluimert. Die gebruik maken van de onzekerheid van mensen in een wereld die verandert. Die niet de-escaleren, maar er genoegen in scheppen juist olie op het vuur te gooien. Onze rechtsstaat heeft continu onderhoud en bescherming nodig. Heeft betrokken burgers nodig die zich verzetten, die een streep trekken als zij voelen dat deze waarden worden ondermijnd. Dat heeft de Februaristaking ons geleerd.
De roep om bescherming van onze democratische rechtsorde klinkt steeds luider en nadrukkelijker.
Onlangs heeft Minister van Staat Herman Tjeenk Willink een oproep gedaan in zijn boek ‘Groter denken, kleiner doen’. Hij waarschuwt tegen de sluipende uitholling van de rechtsorde. Hij roept op om ongemakkelijke feiten onder ogen te zien, positie te kiezen, onze stem te verheffen en het publieke debat aan te gaan.
Als we doorgaan op de weg die we ingeslagen zijn, zegt Tjeenk Willink, dan zijn we niet in staat om fundamentele problemen het hoofd te bieden. Hij noemt daarbij het klimaatvraagstuk. De migratieproblematiek. De verscherpte maatschappelijke tegenstellingen. De groeiende ongelijkheid. En de vermenging van de boven- en onderwereld.
Het is daarom van cruciaal belang voortdurend je stem te laten horen. Ook als het erop aankomt, zoals binnenkort bij de verkiezingen van de Provinciale Staten, waarmee ook de samenstelling van de Eerste Kamer wordt bepaald. Wij willen als FNV een socialere toets op de wetten die ons worden voorgelegd. Straks zijn er ook de Europese verkiezingen waar ieder zijn stem kan laten horen. Want ook ons Europese continent staat onder druk, ook daar vinden we elkaar lang niet altijd en morren de burgers. Of ze nu een geel hesje aantrekken of niet.
Ik ben er ten diepste van overtuigd dat wij als vakbond een onmisbare bijdrage leveren aan solidariteit, saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid. In onze dagelijkse strijd tegen misstanden die mensen uitsluiten en niet als volwaardig zien. In onze strijd voor rechtvaardige arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. En voor een menswaardige samenleving, waarin we geen muren tussen mensen bouwen, maar juist slopen, en waardering willen voor diversiteit in al zijn aspecten. Omdat dat de wereld mooier maakt!
Het is bemoedigend dat de jonge generatie een begin maakt met het overnemen van de fakkel. Dat jongeren opkomen voor een goede toekomst. Fantastisch dat vele duizenden scholieren de straat op gaan – hier en elders in Europa – voor het klimaat. Ook zij trekken een streep. Zij geven ons hoop voor de toekomst. We zien ook dat de Fransen een streep trekken met hun demonstraties tegen het antisemitisme dat de kop opsteekt. Uitsluiten om wie je bent is mensonwaardig.
Ik rond af.
Ik heb willen betogen dat het systeem van uitsluiting vandaag de dag soms nog overduidelijk aanwezig is, maar veel vaker nog subtieler werkt. 40 jaar neo-liberalisme heeft voor die subtiele uitsluiting gezorgd, een uitsluiting die inherent lijkt aan dat systeem. Een systeem waarbij marktwerking heilig is verklaard, ook in de publieke sector, waar werkgevers hun maatschappelijke bijdrage aan de samenleving ondergeschikt hebben gemaakt aan die van hun aandeelhouders, waar de overheid zich steeds verder terugtrekt en de politiek steeds meer polariseert. De vakbond heeft nadrukkelijk de taak dat zichtbaar te maken. Om mensen die dat zelf moeilijk kunnen een stem te geven. Om lobbyist te zijn voor mensen die arm zijn. En vooral om mensen te verenigen, zoals de schoonmakers, die nooit meer onzichtbaar willen zijn.
Het is heel mooi én noodzakelijk dat wij blijven herdenken. Dat wij een samenzijn als vandaag blijven organiseren. Zo houden we onze geschiedenis levend. Want wie de geschiedenis niet kent, kan geen koers voor de toekomst uitzetten. Met herdenken kunnen wij volgende generaties inspireren moedig te blijven en een streep te trekken. Tot hier en niet verder. Het is tijd voor een nieuwe koers, gebaseerd op saamhorigheid, tolerantie en gelijkwaardigheid. En gebaseerde op de solidariteit die de februaristakers hoog in het vaandel hadden. En gebaseerd op de solidariteit, die ook de Februaristakers hoog in het vaandel hadden.